Voor een filmmaker die uitentreuren is bekritiseerd om zijn gebrek aan fijnzinnigheid en overdaad aan sentiment, komt Steven Spielberg na Lincoln (2012) opnieuw met een verrassend genuanceerde, sober vertelde geschiedenisles.

Niet dat de maker van Jaws en Indiana Jones is vergeten hoe hij zijn publiek op het puntje van de stoel moet krijgen. De openingsscène van Bridge of Spies – waarin FBI-agenten eind jaren vijftig een Russische spion door New York achtervolgen – is meteen een filmisch hoogstandje. Maar dan juist omdat Spielberg zich inhoudt: hij leunt niet op spannende muziek of flitsende montage , maar vooral op subtielere aspecten als acteerwerk, aankleding en compositie.

Die spion, dat is de historische KGB-agent Rudolf Abel (Mark Rylance). Eenmaal opgepakt wordt hij verdedigd door advocaat James Donovan (Tom Hanks), die deze verantwoordelijkheid tot ieders verbazing – inclusief die van zijn gezin, directe collega's en zelfs de rechter – bloedserieus opvat. In de hoogtijdagen van de Koude Oorlog leidt zo'n houding al snel tot stenen door de ruiten en doodsbedreigingen.

Tom Hanks als rechtgeaarde, all-American held in een doorgedraaide wereld: die rol hebben we hem vaker zien spelen (onder meer in drie eerdere Spielberg-films: Saving Private Ryan, Catch Me If You Can en The Terminal). Maar het moet gezegd: hij doet het in Bridge of Spies weer erg overtuigend. Wat daarbij helpt, is het feit dat zijn personage een nog altijd urgente boodschap uitdraagt: als vermeende (oorlogs)misdadigers niet eerlijk worden berecht, staat de hele beschaving op het spel. De vette knipoog naar Guantanamo Bay is niet te missen.

De eerste helft van het bijna tweeënhalf uur durende Bridge of Spies, waarin deze rechtszaak wordt uitgespeeld , is een bijna perfecte film op zich; prachtig verbeeld, gespeeld en verteld. Maar de geschiedenis ging daarna nog verder. In 1960 stortte een Amerikaans vliegtuig neer boven Rusland en werd piloot Gary Powers gevangengenomen, waarop advocaat Donovan naar Berlijn werd gestuurd om met de Russen te onderhandelen: in ruil voor Powers konden zij spion Abel terugkrijgen.

Het scenario van nieuwkomer Matt Charman, gebaseerd op memoires van Donovan zelf, werd vóór het filmen nog wat opgepoetst door Joel en Ethan Coen (Fargo, No Country for Old Men ). Hun invloed is vooral te merken in de moeizame onderhandelingen die de tweede helft van de film domineren. Deze scènes zijn speels en onderhoudend, maar ook complex en op den duur wat langdradig. En dan wordt Spielberg – of eigenlijk vooral componist Thomas Newman – tegen het slot ook alsnog behoorlijk sentimenteel.

Toch is Bridge of Spies al met al een fijne, ouderwetse film. Ouderwets vakkundig gemaakt, maar ook ouderwets van inhoud. De conclusie dat we moreel moeten blijven handelen, al zijn de omstandigheden nog zo troebel , is er een in de bevlogen traditie van Frank Capra (Mr. Smith Goes to Washington), bij wie optimist Spielberg zich vanzelfsprekend thuis voelt. En daar is niks mis mee: zo'n constructief geluid is momenteel best welkom.