Arnaud Desplechins melancholische hommage aan de jeugd, met de onvermijdelijke seks, sigaretten en Mathieu Amalric, is een fascinerende zwerftocht, ook al heeft die weinig nieuws te melden en wordt er flink getreuzeld.

In 1996 maakte Desplechin Comment je me suis disputé... (ma vie sexuelle), waarin een jongvolwassen Paul Dedaleus twijfelde over de seksuele en professionele koers die hij moest kiezen. Bij zijn vriendin Esther blijven of toch vrijer leven? En welk vak moest hij in godsnaam kiezen? Bijna twintig jaar later keert Desplechin terug bij dezelfde personages om te laten zien wat daaraan voorafging maar ook wat daarna kwam.
 
Na jaren in Tadzjikistan te hebben gewoond, staat een oudere Paul Dedaleus, opnieuw gespeeld door Mathieu Amalric, op het punt om terug te gaan naar Frankrijk. Die fysieke terugreis brengt herinneringen aan zijn jeugd naar boven, een mentale terugreis naar ervaringen die hem misschien gemaakt hebben tot wie hij is. Een dramatische eerste herinnering verklaart hoe zijn moeder uit zijn leven verdween. Een tweede hoe hij letterlijk zijn identiteit verloor toen hij zijn paspoort afstond om een Russische dissident te helpen. En veruit de langste episode vertelt over zijn grote jeugdliefde Esther.


Desplechin beheerst als weinig andere makers de kunst om een verhaal vrij meanderend te vertellen maar het toch een duidelijk richtingsgevoel te geven. Die beweging spiegelt het levensgevoel van zijn personages, die nog te jong zijn om haast te hebben en zich niet om verplichtingen hoeven te bekommeren. Ze duiken met elkaar in bed of vertrekken schijnbaar moeiteloos om in een andere stad te gaan studeren. Toch groeit met de jaren de spanning tussen hun persoonlijke vrijheid en de verwachtingen die banden met anderen nou eenmaal scheppen. 
 
Die vrije beweging is de grote kracht van de film. Helaas kan ook Desplechins voortreffelijke verteltechniek niet voorkomen dat Trois souvenirs in het erg lange derde deel vaart verliest en als een herhaling van zetten gaat voelen. Jeugdliefdes, de mist van duizend Gauloises en de vraag wat onze identiteit bepaalt, we hebben het al vaker gezien.  Zeker op z’n Frans. Desplechin gooit er nog wat Claude Levi-Strauss tegenaan om het geheel een filosofisch smaakje te geven, maar dat verdringt halverwege het derde deel niet het gevoel dat het nou wel mooi geweest is met Esther. Hup, afscheid nemen, en op de trein naar Parijs . Get a life.