In dit afwisselend rauw-realistische en hallucinante fictiedebuut, dat in Venetië de Lion of the Future won, gebruikt de Israëlisch-Duitse performer/kunstenaar/regisseur Noaz Deshe de heksenjacht op albino's in Tanzania als metafoor voor een land op de rand van de waanzin. Een debuut dat uit z'n voegen barst van talent en ideeën, deels geproduceerd door Ryan Gosling.

Albino's zijn in Tanzania een makkelijke prooi om de frustraties over de deplorabele stand van het land op af te reageren, zoals uitbijters dat overal ter wereld zijn. Alias heet de jonge hoofdpersoon dan ook passend, want als archetypische buitenstaander kan hij allerlei namen hebben. Helaas voor Alias worden albino's ook gezien als wezens met magische krachten, waardoor er een lugubere handel in lichaamsdelen is ontstaan.

Wanneer zijn vader wordt vermoord – we denken tenminste dat het zijn vader is; Deshe is niet scheutig met verklaringen – wordt Alias bij zijn oom in de stad ondergebracht. Daar leert hij hardhandig om te overleven, en ontmoet hij, zoals hij zelf zegt, het meisje van z'n dromen. Maar hij leert ook dat de stad een plek is waar letterlijk alles te koop is, zelfs tranen op een begrafenis. En dat hij ook daar niet veilig is. Dat klinkt allemaal veel verhalender dan het is, want White Shadow – zeker het middendeel, waarin Deshe de lineaire chronologie een beetje loslaat – is heel erg een film van beelden en geluiden; van allerlei sensorische indrukken.

Als je die op je in laat werken, voel je een verhaal ontstaan over angsten en instincten en de drang om te overleven; over onbegrip en tovenarij en de groeiende verwarring in een wereld die haar kompas aan het verliezen is. Maar ook over de behoefte van een jongen om connectie te maken. Zijn liefde voor het meisje van zijn dromen verklaart Alias op de vuilnisbelt van de stad, waar ze zoeken naar geheugenchips en toetsenborden en harde schijven om te kunnen verkopen. De plek waar, zoals ze daar zeggen, het internet begraven ligt.

Zoals gezegd, de film barst bijna uit z'n voegen. Maar het voelt allemaal geen seconde gekunsteld, omdat Deshe precies de juiste balans heeft gevonden tussen die dromerige sensorische indrukken en een wrede, waanzinnige werkelijkheid. Er wordt gedroomd, gekoesterd en verlangd, maar er wordt ook geslagen en geschopt en met kapmessen gehakt.