Na twee prachtige tragedies over de illusies van de Amerikaanse suburbs (American Beauty en Revolutionary Road), een ‘oorlogsfilm’ waar niet in geschoten wordt (Jarhead) en een onorthodox gangsterdrama (Road to Perdition), was het voor theater- en filmregisseur Sam Mendes blijkbaar tijd voor wat minder zware kost. Zijn nieuwste film Away We Go, vanaf donderdag in de bioscoop, is een lichtvoetige, quirky roadmovie. ‘Ik wil niet bekend staan om één ding. Ik wil niet dat mijn naam een bijvoeglijk naamwoord wordt.’

De feiten
Geboren: 1 augustus 1965, Reading, Engeland.

Actief als: regisseur, producent.

Eerste film: American Beauty ( 1999)

Prijzen: won een Oscar, een Golden Globe en een award van de Directors Guild of America voor de regie van American Beauty; werd genomineerd voor een Golden Globe voor de regie van Revolutionary Road; ontving in 2005 een Lifetime Achievement Award van de Directors Guild of Great Britain.

Beste film

Revolutionary Road. Meesterlijke verfilming van de gelijknamige roman van Richard Yates, over een jong echtpaar dat in de jaren '50 droomt van een groots leven in Parijs, maar uiteindelijk gevangen raakt in de nachtmerrie die suburbia heet. Mendes toont eens te meer aan een van de beste acteursregisseurs van het moment te zijn. Zijn echtgenote Kate Winslet speelt als April, een vrouw wiens leven bestaat uit dromen en verlangens die altijd een illusie zullen blijven, haar beste rol tot nu toe. En dat wil wat zeggen, voor een actrice van haar kaliber. Ook zien: American Beauty, Jarhead.

Slechtste film
Een slechte film heeft Mendes nog niet op zijn naam staan. De minste tot nu toe was Road to Perdition, een misdaadfilm met Tom Hanks als een huurmoordenaar, die met zijn zoon op de vlucht slaat als ze zelf op de dodenlijst worden gezet. Road to Perdition is op haast alle vlakken meer dan geslaagd, maar de film is net iets te afstandelijk om een even verpletterende indruk achter te laten als de rest van Mendes’ nog beperkte oeuvre.

Handelsmerk
Maakt veelal gebruik van voice-overs om zijn films in en uit te leiden. Visueel gezien is een film van Mendes vooral te herkennen aan trage, gestileerde shots. Opvallend is dat eigenlijk alle belangrijke karakters in zijn films op zoek zijn naar een ander leven en proberen te vluchten uit de sleur van hun bestaan. Volgens Mendes is dat geen bewuste keuze, hij schrijft immers ook niet zelf de scenario's, maar ook in zijn nieuwste film is het weer het geval.

Sam Mendes over Sam Mendes
‘Films zijn losgezongen van de actualiteit. Als je naar Paths of Glory kijkt, dan doet het er toch niet toe onder welke gesternte die film is gemaakt?'
(Cinema.nl, 2006)

‘Als je in het theater gaat lopen schreeuwen, dan denken mensen dat je een tikkeltje gek bent geworden. Maar als je je stem verheft op een filmset, dan gaan mensen juist harder werken.’
(Premiere, 1999)

‘Vertrouwen is het sleutelwoord als het op regisseren aankomt. Voor een deel is het een truc. Je twijfelt altijd wel over bepaalde dingen die je aan het doen bent, maar het is cruciaal om dat niet te laten merken aan de mensen met wie je samenwerkt.’
(London Times, 2000)

‘Ik wil niet bekend staan om één ding. Ik wil niet dat mijn naam een bijvoeglijk naamwoord wordt. Lynchiaans, ik weet wat dat is, net als Kubrickiaans en Bergmanesque. Maar er zal nooit – en ik wil ook niet dat er komt – zoiets bestaan als Mendesiaans.’
(The Guardian, 2008)

‘Elke keer als ik zeg welk soort film ik wil maken, doe ik het tegenovergestelde. Ik heb geleerd om niet te voorspellen, of beloftes te maken, want elke keer als ik zegt dat ik een Engelse film ga maken, maak ik een Irakfilm, en elke keer als ik zeg dat de volgende een grote film gaat worden, maak ik een kleine film.’
(Cinematical, 2009)

‘Ik denk nooit : “ik ga een film maken over mensen die een beetje verloren zijn en op zoek zijn naar de oplossing”. Maar dat is wel wat ik lijk te doen.’
(ComingSoon, 2009)

‘Ik zou willen dat ik zelf een scenario kon schrijven. Ik ben niet echt een goede schrijver. Ik heb altijd zeer nauw met de scenarist samen gewerkt, maar ik denk dat ik zelf niet goed genoeg ben of genoeg geduld heb om mijn eigen materiaal te creëren.’
(Telegraph, 2005)