Drie Iraanse regisseuses maakten films vol geworstel. Hoewel ze onderling zeer verschillen, delen Green Days, Women Without Men en My Tehran for Sale een ding: hoe het is om vrouw te zijn in een land vol onderdrukking.

Shirin Neshat (1957) is een kunstenares (foto, film, video) die na de Iraanse Revolutie eind jaren zeventig naar de Verenigde Staten vluchtte en daar nog altijd woont en werkt. Neshat vervlecht poëzie, muziek, filosofie en lyriek in een poging de eigenaardigheden en schoonheid van de islamitische cultuur in haar geboorteland te tonen.
Haar in september 2009 in Venetië met een Zilveren Leeuw voor de beste regie bekroonde film Women Without Men is een compilatie van de vijf magisch-realistische films die ze sinds 2004 maakte, gebaseerd op het gelijknamige boek van de in Iran verboden schrijfster Shahrnush Parsipur. Centraal hierin staan de levens van vijf vrouwen in 1953, toen de pas gekozen democratische eerste minister van Iran werd afgezet na een staatsgreep door Britse en Amerikaanse troepen. De vrouwen worden gek van de vrijheidsbeperkingen waar ze in politiek, religieus, seksueel en sociaal opzicht tegenaan lopen, waarna ze geen andere mogelijkheid zien dan weg te lopen; een fysieke poging de ellende zo ver mogelijk achter zich te laten. Zelfmoord plegen kan altijd nog. De vijf ontmoeten elkaar in een tuin en vormen daar vervolgens een eigen leefgemeenschap.

My Tehran For Sale

Ondergrondse acteerlessen
Granaz Moussavi (1974) publiceerde als dichter in haar vaderland toen ze op haar drieëntwintigste met haar familie naar Australië vertrok. Daar liet Moussavi zich onderrichten in de filmkunst, met als missie de bijstelling van het eendimensionale beeld dat er in het buitenland van Iran en (jonge) Iraniërs bestaat. My Tehran for Sale is haar speelfilmdebuut, waarin we een jonge actrice zien die buiten het zicht van de autoriteiten probeert haar vak te blijven uitoefenen. Geen onbekende wereld voor Moussavi, die zelf ondergronds acteerlessen volgde toen ze nog in Iran woonde. Ze draaide ook haar film stiekem in Teheran, tijdens verboden bijeenkomsten en feesten bezocht door jongeren. Want ondanks de strenge regels en sancties op overtreding blijven mensen elkaar ontmoeten op de manieren die zij zelf kiezen. Levenslust laat zich nu eenmaal moeilijk temmen.

Green Days

Hana Makhmalbaf (1988) is de jongste telg uit de filmfamilie Makhmalbaf. Haar vader is regisseur Mohsen Makhmalbalf (tevens woordvoerder van de ‘verslagen’ presidentskandidaat Mir-Hossein Mousavi) en zijn dochter Hana maakte twee jaar geleden haar tweede film: Buddha Collapsed out of Shame. Op het IFFR is Green Days te zien, over de aanvankelijke hoop op veranderingen die Iraniërs hadden rondom de presidentsverkiezingen afgelopen juni. Groen was de kleur van de campagne van Mir-Hossein Mousavi. Makhmalbaf gebruikt haar camera als spiegel en vermengt de realiteit van toen (deels door demonstranten geschoten met mobiele telefoons) met een fictioneel verhaal, over de jonge vrouw Ava, die depressief is geworden van de politieke situatie in haar land. Zij staat voor Makhmalbaf symbool voor de ontgoocheling van veel, zo niet alle Iraanse jongeren, die maar niet de vrijheid krijgen waar ze zo naar verlangen en voor vechten. Makhmalbaf weet waarover ze het heeft; ze monteerde haar film in Europa, om arrestatie in Iran te voorkomen.