De tweelingzussen Martine en Louise Fokkens (69) gingen in de jaren zestig en zeventig door het leven als de koninginnen van de Wallen. Martine zit nog altijd achter het raam. Rob Schröder en Gabrielle Provaas volgen de dames in Ouwehoeren.

Immer identiek gekleed lijken de zussen op leeftijd de schaamte voorbij. In Ouwehoeren zien we ze hun jurk omhoog trekken voor een passerende rondvaartboot , zoeken naar een nieuwe dildo in een winkel vol seksspeeltjes (‘O, die is leuk ’) en is Martine aan het werk in de peeskamer. Zachte, ronde oma’s zijn het, met lieve lichtgrijze haren en pronte boezems, nog altijd kwiek op hakken lopend.

Louise werd vijftig jaar geleden het vak ingeslagen door haar toenmalige man met wie ze drie kinderen had gekregen, Martine volgde haar zus toen ook zij krap bij kas kwam te zitten. Gaande de jaren bevrijdden ze zich van hun pooiers en begonnen een eigen bordeel.



Rob Schröder: ‘Vier jaar geleden verhuisde ik naar het straatje waar Martine nu nog werkt. Tijdens het schoonmaken van de geveltuintjes raakten we met elkaar in gesprek. Ik vertelde dat ik graag een documentaire wilde maken over deze straat vol verhalen, met een hoofdrol voor Martine. Waarop zij zei: “Dan moet mijn zuster ook meedoen.” Ik wist toen nog niet dat ze de helft was van een eeneiige tweeling, laat staan dat ze hadden samengewerkt.’

Gabrielle Provaas: ‘We hebben eerst zeker anderhalf jaar met ze gepraat. Ze waren al eerder benaderd door filmmakers, maar hadden altijd nee gezegd. Doordat Rob de buurman was, hebben ze geluisterd naar wat ons voor ogen stond: een portret maken van die twee sterke, stoere, humorvolle vrouwen, van hun heden en verleden, en en passant een beeld geven van het veranderde vak van prostituees. Vroeger hadden die een vaste klantenkring en ging het meer om affectie, nu bepalen verdovende middelen en buitenlandse vrouwen die gedwongen onder de prijs werken het beeld.’
Of zoals de dames zelf zeggen: ‘Echt neuken deden we natuurlijk nooit zo veel. Behalve als ze er goed voor betaalden. Meestal was het toch het voorspel.’

De filmmakers bleken voorzichtiger dan hun onderwerp. Schröder: ‘Ik werd eens ’s ochtends door Martine uit mijn bed gebeld met de tekst: “Ik heb nu een klant die gefilmd wil worden.” Toen we eenmaal het vertrouwen van Martine en Louise hadden gewonnen, kon alles. Niet om een ranzige film te maken, maar omdat zij hun echte leven wilden laten zien, waarin ze al decennia met het stempel “hoer” op hun voorhoofd lopen.’

Provaas: ‘Het was een verrassing hoeveel wij konden leren van de manier waarop zij zich redden, hoe ze als zestienjarige meisjes gierend van de lach door de sneeuw rollen na alles wat er is gebeurd.’ De betrokkenheid van Schröder en Provaas bij het reilen en zeilen van de zussen bleef niet beperkt tot het maken van een documentaire. Eind vorig jaar hadden ze voor het eerst een tentoonstelling van hun schilderijen. En er is een boek gemaakt, omdat al hun verhalen met geen mogelijkheid in één film bleken te passen: Ouwehoeren, verhalen uit de peeskamer.

Ouwehoeren *** NL 2011, 85 min .