Helaas, Martin Scorsese komt niet naar de opening van EYE. Maar ooit was hij kind aan huis bij Pim de la Parra in Osdorp.

Je kunt natuurlijk zeggen: de burgemeester van Amsterdam had ingeschakeld moeten worden. Of beter nog: premier Rutte. De opening van het fonkelnieuwe onderkomen van EYE is immers een zaak van nationaal belang. Anderzijds is de pers- en pr-attaché van het nieuwe filmmuseum sinds het najaar van 2011 in de weer geweest om Martin Scorsese naar Amsterdam te halen.

Hij sprak met een van zijn twee persoonlijke assistentes en er zijn talloze e-mails heen er weer gegaan. Maar het eindigde met de ontnuchterende mededeling dat Scorsese niet in de gelegenheid was om op 4 april naar Amsterdam te komen voor de officiële opening van EYE. Geen ruimte in zijn agenda. Over een honorering is nooit gesproken.

De keuze voor de bevlogen filmregisseur annex - liefhebber Scorsese was niet toevallig. Hij is de drijvende kracht achter het restauratie- en conserveringsproject World Cinema Foundation (‘Een vanzelfsprekende uitbreiding van mijn passie voor cinema,’ zoals hij in 2000 bij een presentatie in Cannes opmerkte), en hapte een paar jaar geleden ook al toe toen het Österreichisches Filmmuseum in Wenen hem vroeg erepresident te worden .


Hugo
Scorsese heeft bovendien een speciale band met EYE, het Filmmuseum en Amsterdam. In Hugo, zijn met vijf Oscars onderscheiden hommage aan filmpionier Georges Méliès, zitten twaalf seconden uit de Méliès-film Les quatre cents farces du diable (1906), afkomstig uit de collectie van EYE . En vele jaren geleden werkte Scorsese mee aan Obsessions, het solospeelfilmdebuut van Pim de la Parra, dat nu door EYE wordt gerestaureerd en geconserveerd.

Klunzig Engels
Scorsese – hij stond nog helemaal aan het begin van zijn carrière – kwam eind jaren zestig naar Amsterdam, op uitnodiging van zijn studievriend Richard Coll, die er werkte bij cameraman Max Fischer. In de hoofdstad nam hij onder meer extra scènes op voor zijn speelfilmdebuut Who’s That Knocking at my Door (1967/68), en kwam hij in contact met Pim de la Parra en Wim Verstappen.

Zij genoten een zekere reputatie door het ( internationale) succes van De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katus naar het land van Rembrandt ( 1966). Volgens De la Parra was Scorsese geregeld te gast in zijn huis in Osdorp . Vermoedelijk is daar ook het plan ontstaan om Scorsese te vragen het script van De la Parra’s soloregiedebuut Obsessions (Bezeten – Het gat in de muur) door te vlooien.

Dit in Amsterdam gesitueerde, Engels gesproken ‘Sex & Psycho Suspense Murder Mystery ’ gaat over Nils Janssen, een arts in opleiding, en de mooie journaliste Marina , die samen in een moordzaak verwikkeld raken. Scorseses voornaamste opdracht was het bewerken van De la Parra’s ‘klunzige Engels’. Ook zou hij waar nodig het verhaal stroomlijnen.

Op het voorblad van het door Scorsese bewerkte script uit 1968, dat zich in de archieven van EYE bevindt, staat zijn naam verkeerd gespeld, tussen die van De la Parra en Verstappen. Door de foutieve c staat een blauwe penstreep; erboven staat een keurige s. In de rechterbovenhoek van het voorblad op folioformaat staat Scorseses naam ook met pen geschreven, met dezelfde fout; eronder staat de achternaam wel goed gespeld . 

Het script zelf staat vol met doorhalingen en verbeteringen. ‘ Good!’, staat er een paar keer in de kantlijn, of nog beter: ‘Very good!’ Maar er zijn ook kanttekeningen: ‘Be careful – too ominous. Too much of a giveaway.’ En: ‘Whole masseuse-chase sequence is much too long, too detailed.’

Een andere interessante observatie: ‘If Nils has been living in Amsterdam so long, he must be acquainted with the Begijnhof. If not, why isn’t he? Isn’t he Dutch or what?’ Hier en daar doet Scorsese ook regievoorstellen. ‘Why not make this a quick dolly shot – much more effective I think. Start with Nils’ face as he stares at wall, then truck around to the left to get the reverse angle.’

Eronder heeft hij twee schetsjes gemaakt om te verduidelijken wat hij precies bedoelt ‘Een voor de hand liggende aanwijzing,’ vindt De la Parra. ‘En voor hem , een beginnende filmmaker uit New York, was het ook gemakkelijk zo'n dollyshot te realiseren, maar wij hadden er geen budget voor. Bovendien had de Cinetone Studio maar een dolly en die was te groot om naar de eerste verdieping van het pand aan de Herengracht te hijsen waar wij filmden.’

500 dollar
Scorsese zou 500 dollar krijgen voor zijn bijdrage (‘Dat was toen best flink veel geld, mind you,’ aldus De la Parra). De door Verstappen verstuurde cheque heeft hem echter nooit bereikt, zo bleek toen De la Parra en Scorsese elkaar in 1973 of 1974 weer ontmoetten op het festival van Cannes. Vermoedelijk is hij terechtgekomen bij zijn eerste vrouw, van wie hij in die periode was gescheiden.

Wat Scorseses aandeel precies is geweest, is moeilijk meer te achterhalen (De la Parra herinnert zich in elk geval ‘een gevoel van teleurstelling dat hij niet meer aan het script had bijgedragen en geen dialogen had verzonnen’). Feit is dat Obsessions een groot succes werd: de film brak bezoekersrecords in de Amsterdamse Cineac en werd aan meer dan honderd landen verkocht.

In 1975 stond Scorsese opnieuw bij De la Parra voor de deur in Amsterdam Osdorp. Hij had de opnamen voor Taxi Driver afgerond en was op zoek naar een componist. De la Parra raadde hem Hitchcock-componist Bernard Herrmann aan, die na tussenkomst van François Truffaut ook de muziek had gemaakt voor Obsessions. Dat leek Scorsese wel wat en De la Parra belde direct naar Londen. Drie dagen later ontmoetten Scorsese en Herrmann elkaar. Een jaar later werd Taxi Driver in Cannes bekroond met de Gouden Palm.