Paradies: Liebe, het eerste deel van Ulrich Seidls Paradies-trilogie, gaat over sekstoerisme, het tweede over de liefde voor Jezus en het derde over een afslankkamp voor tieners. Een triptiek over destructief verlangen en lage marktwaardes.

Misschien was Ulrich Seidls Paradies: Liebe te kil om afgelopen Cannes de Gouden Palm te winnen. Of misschien zag de jury niet hoe goed de film is, al was het voor Seidls film lastig concurreren met Haneke’s Amour, die ook in competitie zat. Want Haneke’s film lijkt alleen over liefde te gaan. Die verbergt z’n kille kant. Seidls film lijkt alleen over de kille kant te gaan, maar gaat eigenlijk over liefde. Ook al is dat liefde bij benadering.

Paradies. Zo moest de lange film heten die Seidl wilde maken over drie vrouwen en hun, zoals dat heet in promotietaal, onvervulde dromen en verlangens. Vier jaar en tachtig uur ruw materiaal later bleek dat allemaal net niet lekker in één film te passen.

De Oostenrijker besloot er een trilogie van te maken: Paradies: Liebe (3 januari), Paradies: Glaube (14 maart) en Paradies: Hoffnung (9 mei). Een over sekstoerisme, een over de liefde voor Jezus en een over een afslankkamp voor tienermeisjes. Die combinatie doet onvermijdelijk aan Seidl denken, als je weet dat in een van zijn beste scènes een naakte man met een kaars tussen zijn billen geramd, gedwongen door een huiskamer paradeert terwijl hij het Oostenrijkse volkslied moet zingen . Dat was in Hundstage uit 2001, met de groeten aan Jorg Haiders nationalistische FPÖ.

Hautaine liefde
Toch drijven Seidls films zeker niet alleen op sarcasme over de beestachtigheid en gulzigheid van de mens, zoals de Faecaliëndrama’s van de Oostenrijkse toneelschrijver Werner Schwab wel deden. Stukken die wel verwant zijn aan Seidls films. Al moet je moeite doen om het te zien, bij Seidl verschijnt ondanks alle misbruik over en weer toch de liefde voor z’n personages. Ook al is dat misschien een paternalistische, hautaine liefde van de man die het allemaal van een afstandje overziet. Gemankeerd en kwetsbaar zijn ze, en altijd schijnt iets door dat suggereert waarom ze zo geworden zijn. Voor zover je mensen kunt reduceren tot hun verleden.


Tegenover de glamour en obsessie met jeugd waar de meeste films op draaien, stelt Seidl in Paradies: Liebe de lompe avonturen van de vijftigjarige Teresa. Een vrouw met een lage marktwaarde, haalt Seidl Houellebecq aan in het bijgeleverde persmateriaal. Deze Oostenrijkse moeder van een puberende dochter ( die in het derde deel van de trilogie de hoofdrol heeft) vertrekt op aanraden van haar vriendinnen naar Kenia voor een paar weken goedkope seks. Zij is niet bepaald een slank model, en dat zal Seidl ook in volle glorie laten zien.

Genegenheid
In het kaal gefilmde vakantieparadijs aan de kust zet de film in eerste instantie de scheve machtsverhoudingen tegenover elkaar: de blanke oudere vrouwen tegenover de jonge frisse ‘beach boys’ die zich voor seks laten betalen. Op het strand worden de toeristen belaagd door verkopers die letterlijk alles aanbieden, tenzij ze veilig achter een slap gespannen koord op hun strandstoel blijven liggen. Daar is de grens tussen de hebbers en de niet- hebbers, voorzover het over geld gaat. Als Teresa haar verlegenheid heeft overwonnen, vindt ze haar beach boy en gaat er verschillende keren mee naar bed . Ze begeeft zich zelfs buiten de muren van het paradijs op onbekend terrein, waardoor de verhoudingen aan het schuiven raken.

Voor het eerst in tijden voelt ze genegenheid, waardoor zij en niet de jongen in een kwetsbare positie terechtkomt. Weet zij veel dat die genegenheid ook gewoon te koop is en dat de beach boys haar op hun beurt misbruiken. Nou ja, eigenlijk weet ze het wel en precies dat geeft Paradies: Liebe z’n gelaagdheid en ondanks alles z’n ontroerende kracht.

Om die te voelen moeten wel een paar vernederende neokoloniale taferelen binnen en buiten de lakens worden doorgeploegd, maar dat kijkers een haat-liefdeverhouding met Seidls films hebben , is niks nieuws. Bij Seidl zie je nooit zomaar schoonheid. Niks komt voor niks . Het is altijd een beladen, verscheurde schoonheid. Realisme zou je het ook kunnen noemen. Niet voor niks filmt hij z’n films in documentaire stijl.



Klamboe
Het zijn films die vaak even aangrijpend mooi zijn als afstotend. Tegenover de confronterend lang aangehouden shots van vetkwabben en geslachtsdelen in Paradies: Liebe staan ook weer die prachtige beelden. Zoals dat van het moment dat Teresa thuis naast haar beach boy onder de klamboe ligt te slapen, wat aan een bizar verdraaid piëta doet denken waarin niet meer duidelijk is wie de ouder is en wie het kind. Een beeld dat elk simplistisch en traditioneel idee over hun onderlinge verhouding op z’n kop zet.

Op zulke momenten komen macht, verlangen, liefde, misbruik, walging en ontroering samen, en Seidl weet ze stuk voor stuk voelbaar te maken. Hij laat de stuntelende mens zien, met z’n camera gefixeerd op het overbodige vlees. Niet geschapen naar het evenbeeld van welke god dan ook.

Dus de vraag of wat we zien slechts handel en exploitatie is, is niet zo makkelijk te beantwoorden. Dat is wat Paradies: Liebe laat zien. Het is misschien populair om menselijke interactie daartoe te reduceren, maar dat past ook wel heel erg bij een tijd waarin winst- en verliesrekeningen de maat van alle dingen zijn.