Aan het eind van het jaar uiten we onze bewondering voor een ster van wie een film op tv verschijnt. Vandaag: genre-meester Christopher Lee.

De slechte tovenaar Saruman uit Tolkiens Lord of the Rings-trilogie heeft als een van zijn belangrijkste wapens zijn stem. Onder andere omdat hij precies de juiste, diepe, melodieuze stem had werd   Christopher Lee voor die rol in Peter Jacksons verfilming gecast. De acteur was echter diep teleurgesteld toen hij merkte dat zijn personage in de bioscoop de tweede film niet eens zou overleven, terwijl Saruman in het boek tot het einde een kleine, maar belangrijke rol blijft spelen. Het was de zoveelste in een reeks van decepties gedurende zijn carrière, die zo mooi begon.
Eind jaren vijftig, zijn doorbraakjaren, zette Lee voor de Hammer studio's een geweldige Dracula neer. Hij had bijzonder weinig tekst, maar gebruikte zijn mimiek en zijn smeulende ogen om de vampier afwisselend hooghartig, duister verleidelijk en demonisch gevaarlijk te laten lijken. Er was een iconische filmschurk geboren , een schitterend Brits antwoord op de Hollywood-Dracula Bela Lugosi.
Maar met zijn carrière ging het razendsnel bergafwaarts. Hij moest, met steeds grotere tegenzin, opdraven in een treurige reeks vervolgfilms. Hij spreekt vloeiend Frans, Duits, Italiaans en Spaans, maar mocht op de set nog slechts sissende geluiden maken. Een dieptepunt was een rol in de historische film Eugenie, die later opeens een softpornofilm bleek te zijn. 'Nadat ik van de set was verdwenen gingen alle kleren uit,' vertelde hij later.
Laat in zijn carrière kwam het toch nog helemaal goed met Lee. Zijn Count Dooku (uit de Star Wars-prequels) en Saruman waren weer filmschurken van formaat.

Dracula is op 26 december om 1.10 uur te zien op BBC 2.

(Deze column verscheen ook in het dubbeldikke eindejaarsnummer van de VPRO-gids.)