In een Nederlandse film duikt opeens een Vlaming op. ‘Zeker een coproductie met België,’ denk je dan. Er is meer aan de hand, zeggen filmprofessionals. ‘Ik ben geen excuusbelg die een filmbudget op peil helpt brengen.’

‘Ja,’ zegt producent Derk-Jan Warrink van de André Hazesbiopic Bloed, zweet en tranen, ‘er zit Vlaams geld in. Maar nee, dat is niet de reden dat de kno-arts in de film een Vlaming is. Rachel en André zijn destijds écht in de auto gestapt en naar België gereden. Dat er een Vlaamse acteur in zit is mooi, maar hij leverde geen financiering op.’ En Koen de Graeve, in het melodramatische Onder het hart? Casting-director Janusz Gosschalk: ‘Een coproductie, maar dat heeft niet de rolbezetting bepaald .’ De hoofdrol voor Tom Dewispelaere dan, in Schneider vs. Bax, de nieuwe film van Alex van Warmerdam die volgende maand uitgaat? Gosschalk: ‘Ook een coproductie met België, maar Van Warmerdam houdt gewoon van Vlaamse acteurs.’

Hij staat daarin niet alleen. Zo had regisseur Erik de Bruyn Matthias Schoenaerts al in zijn film Nadine voor die internationaal doorbrak met Rundskop. De Bruyn: ‘Ik kom uit Zeeuws-Vlaanderen en mijn films spelen zich vaak af in grensgebieden. Voor mijn nieuwe film J. Kessels, naar een boek van P.F. Thomése , heb ik de Tilburgse “Snackbar van Vroeger” uit het boek veranderd in de “ Vlaamse Frituur van Ooit”. Daardoor wordt nu niet alleen de “knetterhete frituurspetter” door een Vlaamse gespeeld, maar ook haar ouders.’

Middelen
In Kenau, de Nederlands/Hongaars/Belgische coproductie over het beleg van Haarlem, speelt de Vlaamse acteur Thomas Ryckewaert de love interest van Kenau’s dochter. Peter van den Begin is werknemer op Kenau’s scheepswerf. En Steven van Watermeulen speelt Marnix van Sint Aldegonde, de latere burgermeester van Antwerpen en vermeend schrijver van het Wilhelmus. Producent San Fu Maltha: ‘Dat er in Kenau Vlamingen en Walen rondlopen is historisch gezien correct. De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden voerden gezamenlijk strijd tegen de Spanjaarden. Je begint altijd met het originele verhaal, daarna ga je kijken welke karakters zijn om te schrijven zonder schade te doen aan het verhaal.’ Volgens Gosschalk, directeur van castingbureau Kemna, heeft de casting van Vlaamse acteurs voor Nederlandse films een vlucht genomen toen de middelen in Nederland verschraalden en er in België extra financieringsmogelijkheden bijkwamen. Inmiddels werkt hij aan een vestiging van zijn bedrijf in Antwerpen. Gosschalk: ‘Nederlandse makers hebben de kwaliteit van Vlaamse acteurs leren kennen doordat ze gedwongen waren over de grens te kijken. Maar nu neemt het aantal films toe waarin Vlaamse acteurs níet vanwege de bijdrage worden gecast. Er wordt minder in hokjes gedacht. Er is behoefte aan nieuwe gezichten. En ze zijn gewoon heel goed.’



Volgens producent Sander Verdonk (J. Kessels) komt de interesse ook voort uit bewondering voor Vlaamse films. ‘Die zijn net iets minder aangeharkt en ingepolderd dan in Nederland. Zo is het ook met de acteurs.’

Belgisch bier
De Vlaming Steven van Watermeulen, die niet alleen in Kenau zat, maar ook de vader speelde in Dorsvloer vol confetti, en nu als boef in de kinderfilm Kidnep te zien is, grapt dat het belang van bier daarbij niet mag worden onderschat. ‘Op Belgische filmsets mag bij de lunch bier of wijn worden gedronken. In Nederland is dat verboden. Misschien worden er daarom in België wel surrealistischer films gemaakt.’ Regisseur Erik de Bruyn trekt dezelfde parallel: ‘In Wilde mossels zat Josse de Pauw, die ik geweldig vind door zijn robuuste, Bukowski-achtige voorkomen. Vlaamse koppen zijn rauwer, verweerder, doorleefd. Daar gaat meer Belgisch bier doorheen dan in Nederland.’

Gosschalk zegt vaker Vlaamse acteurs te adviseren als het niet uitmaakt waar iemand vandaan komt, of als het uit te leggen valt dat-ie in Vlaanderen is geboren. ‘Ze hoeven geen abn te spreken; Algemeen Beschaafd Vlaams is voldoende. Dat de kijker daar misschien moeite mee heeft is een gegeven, maar de kracht van de herhaling kan dat veranderen. De hele wereld wordt internationaler.’ Blijft het desondanks niet knagen, dat je als acteur nooit helemaal zeker weet waar je de eer aan te danken hebt? Steven van Watermeulen: ‘Geld zal misschien een reden zijn dat ik word gecast voor een film, al roepen ze altijd heel hard van niet. Maar als je eenmaal bent gecast moet je het natuurlijk wel waarmaken. Inmiddels werk ik al zo lang in het Nederlandse theater dat mensen nauwelijks meer weten dat ik een Belg ben.’



De in Vlaanderen geboren actrice Eva van der Gucht kent wat dat betreft geen twijfels meer. ‘Ik ben geen excuusbelg die een filmbudget op peil helpt brengen. Ik ben Nederlands burger. Als ik in Nederland speel, speel ik meestal Nederlandse vrouwen. Toen regisseur Dominique Deruddere een volslank meisje zocht voor de hoofdol van de Vlaamse film Iedereen beroemd, woonde ik al in Amsterdam voor m’n opleiding aan de Kleinkunstacademie. Die voor een Oscar genomineerde film was mijn speelfilmdebuut. Prompt zat ik in LA bij de Oscaruitreiking.’