The Big Short van regisseur Adam McKay gaat over het barsten van de Amerikaanse vastgoedzeepbel in 2008 en de kredietcrisis die daarop volgde. Acteur Steve Carell over de hoofdpersonages: 'Het zijn gokkers die rijk worden nadat miljoenen mensen hun huizen en hun banen verliezen.'

'Dit is een van de belangrijkste verhalen van de afgelopen vijftig jaar. Klimaatverandering staat op één, en dan komt dit.'

Aan het woord is de Amerikaanse regisseur Adam McKay (47), vooral bekend van onderbroekenlolkomedies als Step Brothers en de twee Anchormanfilms. En het verhaal waar hij het over heeft, is het barsten van de Amerikaanse vastgoedzeepbel in 2008 en de wereldwijde kredietcrisis die daaruit voortvloeide. Complexe materie, maar in zijn nieuwste film The Big Short weet McKay de mechanismen achter het instorten van de huizenmarkt klip en klaar uit te leggen, vooral door zijn publiek niet als kleine kinderen te behandelen . Want, zo vertelt hij tijdens de persdag voor Europese journalisten in Londen: 'Eigenlijk is het heel simpel. De banken creëerden obligaties waar ze goede hypotheken in bundelden. Maar toen die goede hypotheken opraakten stopten ze er stiekem slechte hypotheken in. Natuurlijk kwam er nog meer bij kijken, deregulering enzo, maar in principe is dat het probleem in een notendop. En als ik dat al kan snappen, de man die Step Brothers regisseerde, dan valt het voor iedereen te begrijpen.'

McKay baseerde The Big Short op het gelijknamige non-fictieboek uit 2010 van Moneyball-schrijver Michael Lewis: een even intelligente, schokkende als hilarische vertelling over de zonderlingen die het instorten van de huizenmarkt zagen aankomen, en daar vervolgens een fortuin mee verdienden. De bejubelde bestseller maakte diepe indruk op de filmmaker: 'Nog niet eerder had ik een boek gelezen dat je voortdurend aan het lachen maakte, shockeerde en tegelijkertijd op zo'n fantastische wijze informeerde over talloze financiële zaken waar je tot dan toe geen enkele weet van had. En dan was het ook nog eens heel actueel: na 2008 vonden er in de financiële wereld wel enkele hervormingen plaats, die later weer werden afgezwakt, maar eigenlijk is er helemaal niets veranderd. En het meest bizarre is: er wordt eigenlijk niet meer over gesproken.'

'Hoe kan je een fortuin verdienen en je daar toch zo verschrikkelijk over voelen?'

Steve Carell

Steve Carell en Ryan Gosling in The Big Short

Acteur Steve Carell, die in de film een pedante en briljante manager van een hedgefonds speelt, was vooral gefascineerd door de veelheid aan bonte personages: 'Natuurlijk was het script actueel en had het iets belangrijks te zeggen, maar wat mij vooral intrigeerde was de unieke wijze waarop de belangrijkste personages worden neergezet. Want zijn het nu helden of schurken? Ergens zijn ze geen van beiden. Het zijn gokkers die rijk worden nadat miljoenen mensen hun huizen en hun banen verliezen. Hoe kan je een fortuin verdienen en je daar toch zo verschrikkelijk over voelen?' Die morele ambiguïteit is een van de sterkste punten van The Big Short.

Want van buitenaf mag de film dan wel een prettig gestoorde, door adrenaline gedreven satirische komedie lijken in de jonge traditie van Martin Scorsese's The Wolf of Wall Street (2013), in zijn kern is het bittere ernst. En ook al lijken veel van de details te mooi om waar te zijn — zo speelt Ryan Gosling een arrogante en schmierende obligatiehandelaar die beweert dat zijn perfect geïntegreerde assistent een Chinees rekenwonder is dat geen woord Engels spreekt — vrijwel niets is verzonnen. McKay: 'Wat ik zelf zo geweldig aan de film vind , is dat het gewoon de feiten zijn. We hebben de film ook aan allerlei economisten en hedgefonds-mensen getoond en die zeiden allemaal: zo is het echt gegaan.'

Christian Bale in The Big Short

Een makkelijk verhaal om te verfilmen was het natuurlijk niet, gezien de veelheid aan bonte personages, die ook nog eens weinig met elkaar te maken hebben, en de stortvloed aan ingewikkelde economische termen. Maar McKay wist er een bijzondere vorm voor te vinden: hij liet zijn acteurs meermaals de vierde wand doorbreken om rechtstreeks tot de kijker te spreken. Zoals de zichzelf spelende actrice Margot Robbie, die in een bubbelbad met een glas champagne in haar hand de handel in vastgoedobligaties uitlegt.

Het maakt van The Big Short, samen met de energieke en gelikte montage en de voortreffelijke sterrencast (ook Christian Bale en Brad Pitt spelen mee), een uiterst toegankelijke film. Waarin heel veel te lachen valt, maar niet te veel. McKay: 'Ik heb de film altijd gezien als bestaande uit twee delen. In de eerste helft zien we hoe die gasten als enigen ontdekken hoe de vork in de steel steekt , en je begint voor ze te juichen. In de tweede helft realiseren ze zich pas de gevolgen ervan: dat de gehele wereldeconomie gaat instorten. En dan wordt het een tragedie.'

Hij heeft het nog niet eerder in zijn carrière gedaan, beweert de regisseur, maar hij haalde zelfs een aantal geslaagde grappen uit de film: 'In de laatste scène bijvoorbeeld zei het personage van Ryan Gosling in de oorspronkelijke versie, als hij grapt over het gebrek aan consequenties voor de betrokken bankiers: “En alle ceo's van de grote banken schreven een persoonlijke excuusbrief aan het Amerikaanse volk.” Maar uiteindelijk wilde ik niet dat er aan het eind nog hard gelachen wordt.' 

Meer over The Big Short