David Brent (The Office) is terug in al zijn pijnlijke ongemakkelijkheid. In het tijdperk van de boze blanke man opnieuw tot leven gewerkt door zijn bedenker en vertolker Ricky Gervais in de film David Brent: Life on the Road.

David Brent is terug. Ruim vijftien jaar na The Office – de baanbrekende Britse quasi-documentaire serie waarin het kantoorleven op meesterlijke wijze werd geparodieerd: tragisch realistisch, bijzonder grappig – keert the boss from hell terug in de film David Brent: Life on the Road. Vorig jaar al in de Britse bioscopen te zien en vanaf deze week ook op Netflix.

Het pijnlijk ongemakkelijk personage, het pijnlijkste misschien wel dat de televisiekomedie ooit heeft voortgebracht (en anders zijn ze toch wel schatplichtig aan hem) is daarin amper veranderd. Hoogstens ouder, niets wijzer.

Ricky Gervais in The Office (2001)

Brent maakt nog steeds aan de lopende band racistische en seksistische grapjes, ook al lacht nu helemaal niemand meer met hem mee. Hij lijdt aan chronische zelfoverschatting, is jaloers en snel geïrriteerd, een man die meer eist van de wereld dan hij verdient. En een man die ondertussen zo wanhopig op zoek is naar liefde en roem dat hij elke hiel likt die hij maar tegenkomt. Daarmee zijn graf natuurlijk alleen maar dieper gravend.

De timing kon niet beter zijn. Ricky Gervais, de man die David Brent bedacht en vertolkt, vergeleek zijn creatie al eens met Donald Trump. Met het grote verschil dat de een beschimpt wordt om zijn politieke incorrecte praat en de ander president wordt. Enfin, in het tijdperk van de boze blanke man is David Brent precies op zijn plaats. Maar is het wel een prettig weerzien?

Uitvergrote versie
Dat heeft in de eerste plaats te maken met Gervais zelf, die zijn eerste succes nooit ontgroeid lijkt te zijn. Wie Gervais’ werk en leven heeft gevolgd, heeft namelijk nooit afscheid hoeven nemen van David Brent. Zo kwam er na het succes van The Office eerst Extras – opnieuw een mockumentary, ditmaal niet over kantoormedewerkers, maar figuranten op filmsets. Met Gervais in de (opnieuw door hemzelf bedachte) hoofdrol van Andy Millman: een naïeve, politiek incorrecte alleman, die zich een weg naar roem en rijkdom probeert te ellebogen. Klinkt bekend. Vandaag de dag wordt de serie vooral herinnerd om de heerlijke bijrollen van acteurs en grootheden als Kate Winslet en David Bowie, die bereid bleken ongegeneerd schofterige versies van zichzelf te laten zien.

Kort daarop volgde Life’s Too Short: een mockumentary (ja, weer) over het leven van c- (of eerder d-acteur) Warwick Davis. Die pretendeerde daarmee een (vergeef hier de onvermijdelijke woordspeling) uitvergrote versie van zichzelf te spelen, maar hij speelde uiteindelijk gewoon een kleine Brent. Alleen met nog meer sterallures en wat grofgebekter. Gervais deed er zelf een schepje bovenop door in een terugkerende bijrol een arrogante en lompe versie van hemzelf te spelen.

Ricky Gervais als host van de Golden Globes

Om en nabij dezelfde tijd (2009) speelde de Brit voor het eerst gastheer bij de Golden Globes. Geen ster in de zaal die hij die avond niet schoffeerde. Het kwam hem op de nodige kritiek te staan – al werd hij daarna nog drie keer teruggevraagd om de prijsuitreiking aan elkaar te praten. Net als bij Trump geniet men ervan als het etablissement aangevallen wordt. Ook al is deze outsider zelf multimiljonair.

Calvinistisch ten top, zo’n opmerking, maar het raakt aardig aan de tegenstrijdigheid van Gervais. Roem en rijkdom kwamen hem pas laat aanwaaien: hij was al 39 toen The Office op televisie kwam, deed daarvoor allerhande baantjes – en de serie was tijdens het eerste seizoen niet eens zo’n groot succes. Lees interviews met hem en hij vertelt eerlijk over zijn ouders, die er onderbetaalde banen op nahielden, lees over zijn arme jeugd, zijn jeugdvrienden en de vrouw met wie hij sinds zijn studie samen is. Ergens is hij heel gewoon gebleven.

'Alles wat ik doe, gaat in wezen over menselijkheid'

Ricky Gervais

Happy end
Tegelijkertijd kan hij kritiek op zijn werk afdoen met een ogenschijnlijk laconiek, maar ergens toch wel getergd ‘Who cares?’, bezoekerscijfers aanhalen en maakt hij net als zijn personages foute grappen en pepert hij zijn uitspraken met allerlei citaten, van Mohammed Ali tot aan Joseph Heller: ‘Een journalist vertelde hem dat hij nooit meer iets had geschreven dat zo goed was als Catch 22, waarop hij antwoordde: “En iemand anders ook niet.” Dat is een beetje hoe het met The Office ook is.’

Is het onderdeel van zijn spel? Waarschijnlijk wel. Maar het vervelende is: Gervais heeft gelijk, in ieder geval wat hemzelf betreft. Iets beters dan The Office maken, iets beters dan David Brent creëren – het personage dat hij praktisch zelf is geworden – is hem nooit meer gelukt. Terwijl hij hem nog wel zo’n mooi einde had gegund.

Ricky Gervais in David Brent: Life on the Road

Aan het einde van twee reeksen kantoorhumor en -tragedie (plus een kerstspecial) was David Brent voorzichtig uitgegroeid tot een iets minder hulpeloos personage. Niet compleet veranderd, verre van zelfs, maar hij had zijn droom als popster nagejaagd (en gefaald), voorzichtige liefde gevonden en liet voor het eerst in zijn leven eens niet over hem heen lopen, maar keek zijn eeuwige rivaal in de ogen en zei: ‘Fuck off.’ Een happy end, voor zover mogelijk.

Gervais grossiert erin, als hij eerlijk is. The Office, Extras, Life’s Too Short, ze kennen alledrie een bitterzoet einde. Zijn meest recente serie (overigens weer een mockumentary), Derek, net zo goed. Naar de hoofdpersoon kijken, een wat zwakzinnige bejaardenverzorger (de eerste reacties waren niet mals), is ongemakkelijk, maar Derek is in ieder geval lief, zorgzaam en onbaatzuchtig. De anti-Brent.

‘Alles wat ik doe, gaat in wezen over menselijkheid,’ vertelde Gervais afgelopen jaar tegen The Guardian. ‘Het gaat altijd over mensen, over ego’s, over wanhoop. Het is eigenlijk vrij existentieel: leef ik wel een goed leven?’

Ricky Gervais in David Brent: Live on the Road

Menselijkheid
Menselijker was het dan ook eigenlijk geweest om David Brent met rust te laten en hem zijn happy end te gunnen. Schreven we hierboven al dat hij niets veranderd is, eigenlijk is het in Life on the Road nog erger met hem gesteld. Brent is een tamponverkoper die door zijn collega’s wordt veracht, die een laatste gooi doet naar het popsterdom, maar daarvoor de meest belachelijke teksten produceert (songtitels zijn onder andere ‘Thank Fuck It’s Friday’, ‘Native American’ en ‘Don’t Make Fun of the Disableds’, verkrijgbaar op cd). Was zijn onaangepastheid eerder nog satire, nu is hij simpelweg zielig. Kon je David Brent hiervoor nog op je eigen kantoor tegenkomen, nu geloof je niet dat zo iemand echt kan bestaan. Hoop je niet dat hij echt bestaat.

Of zet spelmaker Ricky Gervais ons nog één keer op het verkeerde been? Halverwege Life on the Road laat hij een bezorgde collega over Brent zeggen: ‘Ik denk niet dat dit goed voor hem is. Deze documentaire. Ik denk dat hij het alleen maar doet omdat-ie dacht dat het beter zou zijn dan de eerste keer. Maar het is niet beter, het is slechter.’

David Brent: Life on the Road is vanaf 10 februari te zien op Netflix

Meer over David Brent: Life on the Road