Laurie Anderson maakte met Heart of a Dog een associatief filmgedicht over alles. In de hoofdrol: terriër Lolabelle.

 ‘What are days for? To wake us up. To put between the endless nights. What are nights for? To fall through time, into another world.’ In de zangerige dictie van multidisciplinair kunstenaar Laurie Anderson, met zich loom uitstrekkende klinkers en veelvuldig de vinger opstekende medeklinkers, krijgen deze woorden aan het begin van Heart of a Dog een ouderwetse theatraliteit. Alsof er een zonderlinge oerster in het modernistische oeuvre van de Amerikaanse is gevallen, in miljarden stofjes uiteengespat, ieder voor zich nagloeiend, een ongerijmde warmte afgevend.

Heart of a Dog is het wonderlijke in memoriam voor Andersons rat terrier Lolabelle, die – de film levert de bewijzen – schilderde, boetseerde en niet onverdienstelijk piano speelde. Hoewel, nu we er zo op reflecteren, gaat de film eigenlijk wel over Lolabelle? Of gaat hij over Laurie Anderson, het begaafde buitenspeelkind van eens en altijd? Over een rusteloze scheppende geest in gesprek met de dood, die willekeurig een natuurwettige punt zet achter iedere existentie, die haperende zin die nooit af is?

Niet onbelangrijk in dezen: Anderson heeft de film opgedragen aan haar verscheiden wederhelft Lou Reed (1942-2013). Dode Lou, dode Lolabelle, dat moet ietwat veel zijn geweest voor Anderson om te behappen. Heart of a Dog, in zijn vogelvrije collagevorm van proza-poëtisch audiovisueel kunstwerk, getuigt vooral van de onmogelijkheid om de dood te bevatten en de vaak vergeefse wens hem te kunnen omarmen. Een dierbare die er niet meer is, is er zo absoluut niet meer, dat alle gedachten erover als het ware op elkaar afketsen.

Na de charmante openingsanimatie vlindert Andersons film associatief van de ene herinnering naar de andere gedachte. Een wandeling met haar favoriete vierpoter door Californische bergweiden bezaaid met kleurige bloempjes. Het Tibetaanse Dodenboek. Citaten van Wittgenstein en David Foster Wallace (‘Every love story is a ghost story’). De opslag van burgergegevens in een omineus megacomplex in desolaat Utah. Terloops vertelt ze hoe, in de dagen nadat islamitische terroristen de vliegtuigen in de Twin Towers hadden geboord, in haar wijk in West-Manhattan de straten bedekt waren met een laag witte as. En steeds weer duiken, al dan niet met opticals bewerkte fragmenten op uit het 8mm-familiearchief, gelardeerd met Andersons vaak originele dwarrelgedachten van verwondering over alles.

Voor de cineavonturier is dit, kortom, een zeldzame filmreis. De meer nuchtere beschouwer zal Heart of a Dog eerder ervaren als een meanderende voordracht uit een pretentieus avant-gardepoëziealbum. Dat er van Laurie Andersons rouwkunstwerk een zekere bekoring uitgaat, zal echter niemand betwisten. En wie goed luistert, hoort vanuit het hondenhiernamaals Lolabelle vrolijk blaffen.

Meer over Heart of a Dog