Olivier Bernard: cast en muziek.
Er zijn 5 films gevonden.

Salsa

2000 | Romantiek, Muziek

Frankrijk​/​​Spanje 2000. Romantiek van Joyce Buñuel. Met o.a. Christianne Gout, Vincent Lecœur, Catherine Samie, Michel Aumont en Roland Blanche.

L'instit : L'enfant caché

1999 | Drama

België​/​​Frankrijk​/​​Zwitserland 1999. Drama van Roger Kahane. Met o.a. Gérard Klein, Sophie Barjac, Annick Brard, Ludovic Joyet en Jonathan Reyes.

Les trois frères

1995 | Drama, Komedie, Thriller

Frankrijk 1995. Drama van Didier Bourdon en Bernard Campan. Met o.a. Bernard Campan, Didier Bourdon, Pascal Légitimus, Antoine Du Merle en Anne Jacquemin.

Sedert 1987 nadat ze elkaar al in 1982 ontmoet hadden, vormen Bourdon, Campan en L[KA1]egitimus het komisch-satirische gezelschap Les Inconnus. Ze werden overladen met toneelprijzen en hadden in 1990 een satirisch programma met sketches op de Franse zender FRANCE 2. Nu hebben ze een film - het is overigens niet de eerste keer dat ze in een rolprent zitten: in 1984 zaten ze in LE T[KA1]EL[KA1]EPHONE SONNE TOUJOURS DEUX FOIS van Jean-Pierre Vergne. Deze film die vol sociale kritiek op de Franse maatschappij zit, is heel erg grappig voor wie die toestanden begrijpt en aanvoelt, maar ook buitenstaanders beleven er genoeg lol aan. Het verhaal is eigenlijk krankzinnig, maar tegelijkertijd onzinnig en eenvoudig. Didier Latour (Bourdon) is bewaker van een supermarkt en staat op het punt om te trouwen. Bernard Latour (Campan) is een soft-porno filmster, die inwoont bij vrienden. Pascal Latour (L[KA1]egitimus) is een head-hunter met een duur kantoor. De drie kennen elkaar niet. Ze ontvangen een oproep om bij de notaris te komen, en ontdekken dat ze halfbroers zijn en dat hun moeder hun een fortuin heeft nagelaten. Hoewel het geld nog niet op hun respectievelijke rekeningen is gestort, zetten ze de bloemetjes flink buiten en gaan ze op de pof dingen kopen. Kort erop moeten ze weer bij de notaris komen, die hen op de hoogte stelt dat de wettelijke termijn, waarin zij recht hadden op de erfenis al verstreken was en dat het vermogen naar een weeshuis gaat. Ze zitten tot over hun oren in de schuld, ze zijn zonder werk geraakt en bovendien blijkt Didier ook nog de vader te zijn van een kind, Michael (Du Merle). Ze moeten zich (met het kind) uit de Franse hoofdstad voor hun schuldeisers in veiligheid brengen en vluchten naar het Zuiden. Ze houden zich in leven met kleine vergrijpen, die variëren van het stelen van een auto tot frauderen met loterijbriefjes. Het is echt heel leuk en het wordt met verve gespeeld. Het camerawerk van Alain Choquart past heel goed bij de film. Het scenario is van regisseurs-acteurs Bourdon en Campan en Michel Lengliney. De volgende film van het trio LE PARI is veel minder geslaagd. De film werd bekroond met een César.

Quotidien à la une

1987 | Drama, Film noir

Frankrijk 1987. Drama van Bernard Laboure. Met o.a. Christian Teyras, Pascale Liévin, Carole Jolinon, Michel Fontayne en Patrice Keller.

Ren[KA1]e, metaalarbeider te Soissons en gewaardeerd vakbondsman, leidt een ongelukkig priv[KA1]eleven. Dat betekent zijn ondergang die eindigt tijdens een vakbondscongres in Parijs. Daar leert Ren[KA1]e de homoseksuele verleiding kennen. Hij geeft zijn partner echter een afranseling, steelt een revolver (met hagelkorrels) en maakt daar een aantal malen misbruik van alvorens te worden gearresteerd. Deze vreemde, onbeholpen, soms naïeve film - een produktie in eigen beheer - waarin door amateurs rommelig gespeeld wordt, maakt al evenzeer een eigenaardige indruk door te beginnen als strijdbare film in de stijl van 1968 en te eindigen als een griezelfilm. Bovendien gebeurt het echt niet dagelijks dat een film de seksuele ontreddering van een arbeider beschrijft. Helaas heeft de lengte van dit vreemde werk tot gevolg dat hij in het commerciële circuit praktisch onvertoonbaar is...

Dada au coeur

1974 | Experimenteel, Fantasy, Mysterie

Frankrijk 1974. Experimenteel van Claude Accursi. Met o.a. Roger Blin, Yves Cheriaux, J.M. Wingling, Coline Serreau en André Julien.

Het scenario, niet na te vertellen, is abracadabra, teruggrijpend op het dadaïsme en het surrealisme zeventig jaar na het ontstaan van de eerste beweging. Onsamenhangende opeenhoping van scènes die soms goed zijn, maar Buñuel is niet te imiteren, net zo min als ENTR'ACTE van René Clair. Een zeer verwarrende nabootsing, lang en aanmatigend en slecht beheerst door een regisseur-scenarioschrijver-bewerker- dialogenschrijver.