Henri Duparc: regie, scenario en muziek.
Er zijn 3 films gevonden.

Le sixième doigt

1990 | Komedie

Frankrijk 1990. Komedie van Henri Duparc. Met o.a. Bamba Bakary, Naki Sy Savané, Jean Carmet, Patrick Chesnais en Christine Pascal.

De geromantiseerde beschrijving van het dagelijks leven in een klein, Afrikaans dorpje ergens in een land dat, anno 1956, onder Frans mandaat valt. Na met een blanke vrouw tal van teleurstellingen gekend te hebben, verwacht Kwao (Bakary) een kind bij zijn tweede, zwarte vrouw. Deze wordt geboren met zes vingers aan elke hand. Verder gaat het om alledaagse gebeurtenissen, waarin seks, alcohol, het vooral door de vrouwen verrichte werk en de plaatselijke politiek een belangrijke rol spelen. Een nietszeggend scenario, opdringerige dialogen, goedmoedige humor en op z'n zachtst gezegd, schilderachtige personages, ook al zetten de blanken niet bepaald overtuigend spel neer.

Bal poussière

1988 | Komedie

Frankrijk​/​​Ivoorkust 1988. Komedie van Henri Duparc. Met o.a. Bakary Bamba, Tchelley Hanny, Naky Sy Savane, Therèse Taba en Anne Kakou.

Een rijke boer uit de streek Abidjan vindt dat hij een zesde vrouw moet trouwen, omdat zijn maatschappelijke positie dat vereist. Helaas voor hem is ze opgegroeid in de hoofdstad en in het bezit van de bijbehorende mentaliteit, zodat door haar toedoen de harem al gauw in een hel verandert. Een beslist niet te ondeugende zedensatire, waarin de twee spontane, in Europa totaal onbekende hoofdrolspelers levendig spel neerzetten. Op filmisch vlak laat dit werk geen grootse herinneringen achter, behalve wat betreft de bekoorlijke verfilming van het landschap. Het scenario is van regisseur Duparc. Het camerawerk is van B. Dechet.

La maison des bois

1971 | Oorlogsfilm, Komedie

Frankrijk 1971. Oorlogsfilm van Maurice Pialat. Met o.a. Pierre Doris, Jacqueline Dufranne, Agathe Nathanson, Henri Puff en Hervé Levy.

Uitgebreide kroniek waarvoor de regisseur ook het oorspronkelijke scenario geschreven heeft. Laten we grosso modo stellen dat het verhaal over een familie gaat die van 1917 tot 1918 in Villeneuve woont en dat het zich vooral afspeelt rond het huis van de jachtopziener van het kasteel en zijn familie, de bewoners van het kasteel en de Duitse bezetters van de nabijgelegen luchtmachtbasis, met alle tragische (het verongelukken van de markies, de dode Duitse piloot), tragikomische (wanneer een man van de voorraden van de Duitsers steelt, schieten ze hem in zijn achterwerk, waardoor hij plotseling een held wordt) of komische (de klas, het drinken van de wijn van de pastoor) gevolgen van dien. We vinden in deze film al Pialats dierbare onderwerpen terug, wanneer hij op zeer realistische wijze dit kleine wereldje beschrijft. Prima acteerwerk.