Jerry Lewis

Steve Allen's 75th Birthday Celebration

Verenigde Staten 1997. Musical van Michael Dimich. Met o.a. Steve Allen, Bill Maher, Milton Berle, Billy Crystal en Steve Martin.

Funny Bones

Verenigd Koninkrijk​/​​Verenigde Staten 1995. Komedie van Peter Chelsom. Met o.a. Oliver Platt, Jerry Lewis, Freddie Davies, Leslie Caron en Oliver Reed.

Tommy Fawkes, de zoon van de legendarische komiek George Fawkes, gaat in Las Vegas op zijn bek bij zijn debuut. Hij duikt onder, verandert zijn identiteit en gaat in het Britse Blackpool op zoek naar ideeën. Na TREACLE en HEAR MY SONG is dit de derde hulde van Chelsom aan Blackpool. Jerry Lewis is schitterend in een rol die sterk aanleunt tegen wat hij in THE KING OF COMEDY al deed.

Arizona Dream

Verenigde Staten​/​​Frankrijk 1993. Komedie van Emir Kusturica. Met o.a. Johnny Depp, Jerry Lewis, Faye Dunaway, Lili Taylor en Vincent Gallo.

Ster van Arizona Dream is Johnny Depp, als dagdromer Axel, die naar Arizona komt om het huwelijk van zijn oom (Lewis) bij te wonen. Daar raakt hij verzeild in een emotionele driehoeksverhouding met de wat oudere Elaine (Dunaway) en haar stiefdochter (Taylor). Het absurdistische en soms surrealistische Arizona Dream is de eerste Amerikaanse film van de in Sarajevo geboren Kusturica (Time of the Gypsies, Underground). De film werd onderscheiden met de Zilveren Beer op het filmfestival van Berlijn.

Mr. Saturday Night

Verenigde Staten 1992. Komedie van Billy Crystal. Met o.a. Billy Crystal, Julie Warner, Helen Hunt, David Paymer en Mary Mara.

Regiedebuut van Crystal, die ook het scenario schreef samen met Lowell Ganz en Babaloo Mandel. Hij speelt de rol van een komiek die zijn loopbaan begint met het opvoeren van sketches met zijn broer Paymer. Deze laatste wordt spoedig zijn manager, zijn pispaal, zijn aangever en bliksemafleider. Als Paymer afhaakt, om van zijn oude dag te gaan genieten, voelt Crystal zich verraden. Vruchteloos werkt hij aan een comeback. Alles mislukt, ondanks de goede adviezen van zijn broer en zijn vrouw Warner. Een Crystal- op-leeftijd (met slechte en ongeloofwaardige make-up) eindigt zijn loopbaan als animator in bejaardeninstellingen. Voor Oscar genomineerde Paymer is meer het bekijken waard dan Crystal. De vertelstijl is te sentimenteel en te grienerig. Hoogtepunt van de film is de geïmproviseerde ontmoeting tussen Crystal en Jerry Lewis, onweerstaanbaar als altijd. Gedraaid in Dolby-sound.

How Are The Kids?

Canada 1990. Drama van Lino Brocka, Rolan Bykov, Euzhan Palcy, Ciro Duran en Jean-Luc Godard.

In opdracht van Unicef Canada werden zes internationaal gerespecteerde cineasten gevraagd een korte film te maken waarin het kind centraal staat. Van de Filippijnse regisseur Brocka komt OCA, een verhaal over kinderslavernij. Wanneer een jongen sterft tijdens het duiken naar sponzen, blijkt dat hij al een voorschot heeft gehad op zijn loon. Zijn bazen eisen dan ook dat zijn zeven-jarig broertje zijn plaats inneemt. In Rusland verfilmde Bykov het schrijnende LIOUBA over een meisje dat thuis geen liefde krijgt en zich terugtrekt in de bossen om met haar poppen te spelen. Dan stelt ook zij zich agressief op tegenover haar poppen. Op gezongen commentaar, trekt een moeder met haar ziek kind van dorp tot dorp, op zoek naar een dokter die HASSANE wil helpen. Gefilmd op Martinique door Palcy. CARMELO is in de Colombiaanse bijdrage van Duran een jongen die getuige is van de volkerenmoord op duizenden boeren. Hij wordt gearresteerd als hij een politiek leider wil doden. Godard en Meiville zijn verantwoordelijk voor de Franse bijdrage L`ENFANCE DE L`ART (THE INFANCY OF ART), waarin kinderen temidden van het oorlogsgeweld onderwezen worden in kunstgeschiedenis. Het slotstuk komt uit Amerika en is van de hand van Lewis. BOY is echter allesbehalve een komedie, maar toont ons een blanke jongen die voortdurend gepest wordt in een zwarte buurt. Elk filmpje duurt tussen de zeven en tien minuten en het geheel vormt een aangrijpend beeld van het onrecht waarvan kinderen, waar ook ter wereld, het slachtoffer zijn. Een film die beklijft. Ook bekend als COMMENT VONT LES ENFANTS?, OCA, LIOUBA, HASSANE, CARMELO, en BOY.

Cookie

Verenigde Staten 1989. Komedie van Susan Seidelman en Nora Ephron. Met o.a. Peter Falk, Dianne Wiest, Emily Lloyd, Michael V. Gazzo en Brenda Vaccaro.

Amusante komedie over een brutale tiener die voor de eerste keer haar gangstervader ontmoet, wanneer deze na lange tijd uit de gevangenis vrijkomt. Geen vuurwerk in deze film, maar het is heerlijk om de acteurs bezig te zien, met name Wiest als de adembenemende ma[KA4]itresse van Falk (en moeder van Lloyd). Geschreven door Nora Ephron en Alice Arlen, die tevens uitvoerend producent waren net zoals Seidelman.

Fight For Life

Verenigde Staten 1987. Drama van Elliot Silverstein. Met o.a. Jerry Lewis, Patty Duke, Morgan Freeman, Barry Morse en Jaclyn Bernstein.

Een heuse tandarts (uitgerekend gespeeld door Lewis) en zijn vrouw vechten om hun ernstig zieke, epileptische dochter te redden. Typisch een film over de 'ziekte van de week', met hier en daar niet voor de hand liggende acteurs.

Par où t'es rentré, on t'a pas vu sortir

Frankrijk 1985. Komedie van Philippe Clair. Met o.a. Jerry Lewis, Philippe Clair, Marthe Villalonga, Jackie Sardou en Philippe Castelli.

Frankrijk is het enige land ter wereld waar Jerry Lewis nog artistiek aanzien heeft en af en toe nog eens in een film mag aantreden. In dit geval is het resultaat ronduit gênant, pijnlijk voor alle betrokkenen en in het bijzonder een onthutsend dieptepunt voor Lewis, die toch ooit geestige films heeft gemaakt, en die hier, in het Frans gedoubleerd, gedegradeerd wordt tot aangever voor de luidruchtige onbenul Clair. Onbeschrijflijk ziek is deze film, bah. Scenario van regisseur Clair, Daniel Saint-Hamont en Bruno Tardon.

Retenez-moi... ou je fais un malheur

Frankrijk 1984. Komedie van Michel Gérard. Met o.a. Jerry Lewis, Michel Blanc, Charlotte de Turckheim, Laura Betti en Maurice Risch.

Pijnlijke afgang van Lewis als komiek in een vergezochte klucht over een bende die een operadiva gebruikt voor hun misdadige praktijken. Jerry is een rechercheur uit Las vegas, die zijn ex-vrouw in Straatsburg opzoekt, die weer getrouwd is met een smeris. Hoe kom je erop! Davis Milhaud en Louise Vincent tekenden voor het kronkelige scenario. De fotografie is van Jean Monsigny. De makers hoopten met de titel DEFECTIVE DETECTIVE op export naar Amerika. Zelfs voor de heel harde kern van zeer toegewijde Jerry-fans gaat dit betreurenswaardige rolprentje te ver.

The King of Comedy

Verenigde Staten 1983. Drama van Martin Scorsese. Met o.a. Robert De Niro, Jerry Lewis, Sandra Bernhard, Diahnne Abbott en Shelley Hack.

De titel en de aanwezigheid van Jerry Lewis zouden kunnen wijzen in de richting van pure comedy, maar The King of Comedy is een film over obsessies, zoals de meeste films van regisseur Martin Scorsese. Huisacteur Robert De Niro neemt wederom de hoofdrol voor zijn rekening als de drammerige handtekeningenjager Rupert Pupkin, die net zo beroemd wil worden als zijn idool: tv-komiek Jerry Langford (Lewis). Bitterzoete en bijtende satire op de Amerikaanse showwereld en de hysterie rondom het idool-zijn verpakt in een boeiende zwarte komedie. The King of Comedy was de openingsfilm van het filmfestival van Cannes in 1983.

Smorgasbord

Verenigde Staten 1983. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Herb Edelman, Zane Busby, Foster Brooks en Buddy Lester.

Een geboren mislukkeling probeert van alles om zijn catastrofale brokkenmakerijen te beteugelen. Deze pijnlijk slechte klucht mist alles wat Lewis vroeger tot een gevierd filmkomiek maakte.

Cracking Up

1983. Jerry Lewis. Met o.a. Zane Buzby, Milton Berle, Foster Brooks, Dick Butkus en Herb Edelman.

Een geboren mislukkeling probeert van alles om zijn catastrofale brokkenmakerijen te beteugelen. Deze pijnlijk slechte klucht mist alles wat Lewis vroeger tot een gevierd filmkomiek maakte.

Slapstick (Of Another Kind)

Verenigde Staten 1982. Komedie van Steven Paul. Met o.a. Jerry Lewis, Marty Feldman, Madeline Kahn, John Abbott en Jim Backus.

Verfilming van het boek van Kurt Vonnegut Slapstick', waarin een vrouw een geniale tweeling krijgt, in feite twee buitenaardse wezens die bij elkaar moeten blijven om de problemen van deze planeet op te lossen. Lewis en Kahn (in dubbelrollen als de tweelingen en hun ouders), en ook Feldman spelen ver beneden hun niveau. Fuller is heel leuk als een geschifte sergeant. De stem is van Orson Welles.

Bonjour Monsieur Lewis

Frankrijk 1982. Komedie van Robert Benayoun. Met o.a. Jerry Lewis, Dean Martin, Mel Brooks, Marty Feldman en Sammy Davis jr.

De eerste in een opzet van zes documentaires over komiek Lewis; gemaakt door zijn grootste bewonderaar, Benayoun, die zelf een slecht filmer is. Interessant zijn de bijdragen van Feldman, Bogdanovich, Davis en Brooks die hun visie over Lewis' krankzinnige humor geven, waar vooral de Fransen zo verzot op zijn. Er zitten fragmenten van zijn tv-shows in en uitgesneden opnamen van zijn films, maar het geheel biedt weinig inzicht in de komiek.

Hardly Working

Verenigde Staten 1980. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Susan Oliver, Roger C. Carmel, Deanna Lund en Harold J. Stone.

Jerry`s `terugkeer` (gefilmd in Florida in 1979) is een typisch naïeve komedie over een werkloze circusclown, die van het ene baantje in het andere stuntelt. Jerry aarzelt tussen het spelen van de onnozele jongen van voorheen en een meer 'volwassen' personage. In ieder geval geen erg goede film; de collage uit vroegere films aan het begin is veel leuker dan alles wat erna komt. De Amerikaanse versie is korter dan de Europese. Het scenario is van Michael Janover en Jerry. Het camerawerk is van James Pergola.

Which Way to the Front?

Verenigde Staten 1970. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, John Wood, Jan Murray, Kaye Ballard en Robert Middleton.

Multi-miljonair Lewis vindt dat hij ook maar zijn bijdrage moet leveren aan WO II. Hij trommelt een leger van rijkaards bij elkaar en vaart naar Italië, alwaar hij na een landing een nazi-officier probeert te vangen met de bedoeling diens identiteit aan te nemen. Leuk is anders. Dick Miller schreef mee aan het scenario, met Gerald Gardner en Dee Caruso. Het camerawerk is van W. Wallace Kelly.

One More Time

Verenigd Koninkrijk 1970. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Christopher Lee, Peter Lawford, Sammy Davis jr, Esther Anderson en Maggie Wright.

Dit vervolg op SALT AND PEPPER is nog veel slechter. Ze bezitten nog steeds een nachtclub en kunnen nog steeds hun neus niet uit de moeilijkheden houden. De enige film die Lewis regisseerde zonder er zelf in op te treden.

The plot against Harry

Verenigde Staten 1969. Komedie van Michael Roemer. Met o.a. Maxine Woods, Ben Lang en Martin Priest.

Dit vervolg op SALT AND PEPPER is nog veel slechter. Ze bezitten nog steeds een nachtclub en kunnen nog steeds hun neus niet uit de moeilijkheden houden. De enige film die Lewis regisseerde zonder er zelf in op te treden.

Hook, Line & Sinker

Verenigde Staten 1969. Komedie van George Marshall. Met o.a. Jerry Lewis, Peter Lawford, Anne Francis, Pedro Gonzalez Gonzalez en Kathleen Freeman.

Een in aanleg grappig verhaal over een man die denkt dat hij doodgaat en door het uitgeven van ongedekte credit-cards een schuld opbouwt van honderdduizend dollar, om vervolgens te ontdekken dat hij helemaal gezond is, is in deze film totaal verrampeneerd. Zelfs fans van Lewis zullen zich erbij vervelen.

Lower The River Don't Raise The Bridge

1968. Jerry Paris. Met o.a. Jacqueline Pearce, Jerry Lewis, Bernard Cribbins en Terry-Thomas.

Een in aanleg grappig verhaal over een man die denkt dat hij doodgaat en door het uitgeven van ongedekte credit-cards een schuld opbouwt van honderdduizend dollar, om vervolgens te ontdekken dat hij helemaal gezond is, is in deze film totaal verrampeneerd. Zelfs fans van Lewis zullen zich erbij vervelen.

Don't Raise the Bridge, Lower the River

Verenigd Koninkrijk 1968. Komedie van Jerry Paris. Met o.a. Jerry Lewis, Patricia Routledge, Jacqueline Pearce, Bernard Gribbins en Terry-Thomas.

Jerry Lewis als Amerikaan in Engeland wiens rijk-in-een-wip methodes hem op rand van scheiding brengen; zachtaardige komedie, minder overdadig dan de meeste van Lewis. Scenario van Max Wilk, die zijn eigen boek bewerkte. Camerawerk van Otto Heller.

The Big Mouth

Verenigde Staten 1967. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Harold Stone, Susan Bay, Buddy Lester en Del Moore.

Typische Lewisfilm met Jerry die bij moord betrokken raakt en zoekt naar een vermiste schat; in zuidelijk Californië gesitueerd.

Way Way Out

Verenigde Staten 1966. Drama van Gordon Douglas. Met o.a. Howard Morris, Connie Stevens, Jerry Lewis, Dick Shawn en Dennis Weaver.

Typische Lewisfilm met Jerry die bij moord betrokken raakt en zoekt naar een vermiste schat; in zuidelijk Californië gesitueerd.

Three on a Couch

Verenigde Staten 1966. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Janet Leigh, Mary Ann Mobley, Gila Golan en Leslie Parrish.

Jerry Lewis regisseert zichzelf in deze wisselvallige komedie over een jonge Amerikaanse kunstenaar die een lucratieve opdracht in Parijs wil combineren met een romantische huwelijksreis. De aardigheid van het verhaal valt voor een groot deel terug te voeren op het beroep van de aanstaande echtgenote (Leigh). Zij is namelijk psychiater, en heeft haar handen vol aan haar patiënten, die Lewis in verschillende rollen probeert te genezen. Lewis is op z'n leukst als cowboy met sigaar, een kruising tussen Groucho Marx en Dean Martin.

The Family Jewels

Verenigde Staten 1965. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Donna Butterworth, Sebastian Cabot, Robert Strauss en Milton Frome.

Een negen-jarig meisje erft dertig miljoen dollar en zij moet kiezen wie van de ooms haar voogd mag worden. Lewis speelt zeven rollen, produceerde en regisseerde deze film vol doldwaze, gekke en idiote situaties. Een must voor de echte fans, die waarschijnlijk niet meer bij zullen komen, maar nuchtere kijkers kunnen beter hun portie maar aan Fikkie geven.

Boeing Boeing

Verenigde Staten 1965. Komedie van John Rich. Met o.a. Jerry Lewis, Tony Curtis, Dany Saval, Christiane Schmidtmer en Suzanna Leigh.

Verrassende (in bedwang gehouden) Lewis staat naast de charmante Tony Curtis in een komedie over een journalist die in Parijs drie liefjes tegelijk heeft die allen stewardessen zijn en dankzij hun verschillende vliegschema's elkaar afwisselen tot grote ergernis van huishoudster Ritter. Dat gaat allemaal goed tot straalverkeersvliegtuigen in dienst genomen worden waardoor de schema's door elkaar gaan lopen. Zeer amusant. Naar de beroemde toneelklucht.

The Patsy

Verenigde Staten 1964. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Ina Balin, Everett Sloane, Keenan Wynn en Peter Lorre.

Na de dood van een bekende komiek, wordt piccolo Stanley Belt (Lewis) door een groep producers bliksemsnel opgeleid om diens plaats in te nemen, ook al blinkt hij vooral uit door onhandigheid en onbekwaamheid. Enkele sprankelende gags werden hier opgelost in een zouteloze saus, die zelfs niet gered kan worden door de uitstekende bijrollen (onder wie Lorre, in zijn laatste rol). De film vertoont veel gelijkenis met Errand Boy, eveneens van en met Lewis, maar die was oneindig veel sterker.

The Disorderly Orderly

Verenigde Staten 1964. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Glenda Farrell, Susan Oliver, Everett Sloane en Jack E. Leonard.

Verpleger Jerry in een chique kliniek voor de super-rijken. Hij doet zijn werk goed, behalve als hij te veel tegelijk moet doen, want dan komt er een ontstellende puinhoop van. Zuster Sharpe is smoor op de opbeurende Jerry, maar hij heeft uitsluitend oog voor Olivier, een voormalige klasgenote, die in het privé-ziekenhuis opgenomen is. Als haar centen op raken, beweegt Lewis hemel en aarde om geld bij elkaar te zamelen. Uiteindelijk ziet Jerry in dat Sharpe hem is voorbestemd, ondanks de dankbare Olivier. Amusante, suikerzoete Jerry-klucht met goede grappen, achtervolgingen, enz.

Who's Minding the Store?

Verenigde Staten 1963. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Agnes Moorehead, Jill St. John, John McGiver en Ray Walston.

Lewis-komedie waarin een blunderende gek (raad maar wie!) losgelaten wordt in een warenhuis. De bijrollen zijn groots in hun welbekende komische typetjes, en er zit één vindingrijke scène in, maar de rest wordt gevormd door opgewarmde kliekjes uit het doorsnee kluchtenrepertoire.

The Nutty Professor

Verenigde Staten 1963. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Stella Stevens, Del Moore, Kathleen Freeman en Med Flory.

Lewis is professor Julius S. Kelp en geeft les op een Amerikaans college. Hij is lelijk en lijdt daaronder, want hij wil het liefst een gespierde hartedief zijn. Door een drankje verandert hij in een soort Superman, Buddy Love. De lieftallige studente Stevens raakt geheel en al idolaat van deze verschijning. Er is echter één probleempje: het drankje raakt snel uitgewerkt, maar aan het eind komt het toch goed: Stevens houdt van beiden. Lewis' parodie op Dr. Jekyll-en-Hyde. Hij schreef het scenario, deed de regie, speelde de hoofdrol en produceerde de komische prent. Jaloerse, en weinig originele critici riepen dit uit tot zijn meest narcistische film, maar doorgewinterde fans vinden het steengoed. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft een heleboel bekkentrekkerij en een aaneenschakeling van gooi- en smijtwerk. Camerawerk van W. Wallace Kelley. In 1996 ging de remake met Eddie Murphy van Tom Shadyac in première. Ga er voor zitten en lach je rot.

It's Only Money

Verenigde Staten 1962. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Zachary Scott, Joan O'Brien, Mae Questel en Jesse White.

Tv-reparateur Lewis, het slachtoffer van goedkope detective- verhalen, is de amateur, die de carrière van speurder is misgelopen. Als hij het geval van de verloren zoon van overleden miljonair Charles P. Albright wil oplossen, lijkt de zaak al geregeld te zijn: de gemene Scott is diens erfgenaam. Lewis die niet weet dat hij een sprekende gelijkenis toont met de overleden rijkaard, komt moeizaam erachter, na een reeks van bijna rake aanslagen op zijn leven, dat hij Charles P. Albright Jr. moet zijn en dat Scott achter al dat onheil stak. Geld maakt hem zeer gelukkig. Uitstekende grappen, dolkomische situaties en puike regie van Tashlin.

The Ladies' Man

Verenigde Staten 1961. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Helen Traubel, Jack Kruschen, Doodles Weaver en George Raft.

Als Jerry's verloofde er vandoor gaat, besluit Lewis voor de rest van zijn leven alle vrouwen te vermijden. Hij krijgt een baantje als manusje-van-alles in een pension, dat uitsluitend door jonge vrouwen bewoond wordt, die zich op hun carrière aan het voorbereiden zijn. Directrice Traubel stelt alles in het werk om Lewis van zijn complex af te helpen en dat lukt in zo verre dat de mooie Stanley verliefd op hem wordt. Jerry maakt uiteraard een hele grote puinhoop van zijn werk en wil hem smeren, maar Stanley weet dat te voorkomen. Jerry schreef, regisseerde en produceerde deze leuke komedie. Kleine rolletjes voor Lester en Raft; met de laatste doet Lewis een dansnummer.

The Errand Boy

Verenigde Staten 1961. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Brian Donlevy, Howard McNear, Sig Ruman en Fritz Feld.

De baas van Paramutual Studio's huurt uilskuiken Marty S. Tashman (Lewis) in om te spioneren op de medewerkers zonder dat deze ezel zich dat bewust is. Hoe ver kun je gaan om het leuk te maken? Toch zijn er de nodige grappen en de acteurs zijn best bekwaam.

Visit to a Small Planet

Verenigde Staten 1960. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Jerry Lewis, Joan Blackman, Earl Holliman, Fred Clark en Lee Patrick.

De jaren '50 met de neppige vliegende schotels van binnendringende, hoogontwikkelde buitenaardsen waren amper voorbij of Gore Vidal (The best man) schreef er een parodie op. De alien die door Jerry Lewis wordt gespeeld, Kreton, is weinig ontwikkeld en vredelievend. Hij komt op aarde terecht bij een familie waarvan de vader een UFO-ontkennende tv-journalist is. Lewis doet niet veel anders dan gewoonlijk, is daarmee buitenaards genoeg, kletst zich onderhoudend een weg door mooigefilmde omgevingen (Oscar voor beste zwart-wit Art en Set Direction), maar is zelden grappig. (IdH/VPRO Gids)

The Bellboy

Verenigde Staten 1960. Komedie van Jerry Lewis. Met o.a. Jerry Lewis, Alex Gerry, Bob Clayton, Sonny Sands en Bill Richmond.

Jerry is de loopjongen van het luxueuze Fontainebleau-hotel in Miami Beach. Hij zorgt voor veel chaotische toestanden wanneer hij de sleutels van de kamers verkeerd legt, telefoonverbindingen door elkaar haalt en zelfs piloot wordt van een jet wanneer hij bagage moet afhalen. Een aaneenrijging van gags zonder verhaal, alleen geschikt voor fervente Lewis-fans. Hij speelde deze keer namelijk niet alleen de hoofdrol, maar fungeerde ook voor de eerste maal als regisseur en scenarioschrijver. Zo kon niemand zeggen wanneer hij te ver ging. Gelukkig duurt het allemaal niet zo lang. Hij kon tevens rekenen op enkele gastrollen van o.a. Milton Berle, Joe Levitch en Walter Winchell. Haskell Boggs stond achter de camera.

Cinderfella

Verenigde Staten 1960. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Anna Maria Alberghetti, Count Basie, Henry Silva en Robert Hutton.

Fella (Lewis) woont in huis bij een vervelende familie. Zijn twee stiefbroers behandelen hem als slaaf en van zijn stiefouders krijgt hij niets dan minachting. Hij mag ook niet naar het bal ter ere van hare koninklijke hoogheid, Princess Charming (Alberghetti), maar met hulp van een goede fee (Wynn) gaat hij er toch heen, al moet hij wel voor middernacht terug zijn. Het Assepoester-thema dient alleen om komiek Lewis zijn grappen en grollen te laten vertonen. Soms lukt dat, Lewis kan heel erg grappig zijn, maar hij heeft veel leukere films gemaakt.

Don't Give Up the Ship

Verenigde Staten 1959. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Jerry Lewis, Gale Gordon, Robert Middleton, Dina Merrill en Diana Spencer.

Gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Luitenant ter zee John Paul Steckler (Lewis) moet zijn huwelijksreis onderbreken om een onderzoekscommissie uit te leggen waar zijn oorlogsschip is gebleven. John heeft geen flauw idee dus wordt psychiater Ensign Benson (Merril) op de zaak gezet. Met hulp van ex-matroos Stan (Shaughnessy) vindt John de schuit uiteindelijk onder water en de voorzitter van de commissie lijkt wat met het wrak te maken te hebben. Fans van Lewis menen dat het een uiterst vermakelijk werkje betreft. (VM/VPRO Gids)

The Geisha Boy

Verenigde Staten 1958. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Marie McDonald, Sessue Hayakawa, Nobu McCarthy en Barton MacLane.

Goochelaar zonder succes Lewis krijgt een engagement om de Amerikaanse troepen in Japan te gaan vermaken. Bij zijn aankomst besluit Lewis' witte konijn Harry dat het hoog tijd is geworden voor een solo-carrière en gaat er vandoor, waardoor zijn baas voor aap staat. Op de luchthaven staat een oogverblindende Japanse dame en haar neefje te wachten; de laatste had het lachen verleerd, maar bij het zien van de komische Jerry bescheurt hij zich. Er ontstaat tussen de drie een voorspelbare, hechte band. Sentimentele film over Amerikaans-Japanse vriendschap met originele grappen die de sporen dragen van regisseur Tashlins tekenfilm-ervaring. Gefilmd in VistaVision.

Rock-a-Bye Baby

Verenigde Staten 1958. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Reginald Gardiner, Salvatore Baccaloni, Connie Stevens, Marilyn Maxwell en Jerry Lewis.

Clayton Pools´ (Lewis) oude geliefde (Maxwell) heeft het zo druk met haar filmcarrière dat ze geen tijd meer heeft om op haar drieling te passen. Terwijl mama naar Egypte afreist voor de opnames van White Virgin of the Nile (wat een paar aardige dansnummers oplevert) mag Lewis voor nanny spelen. De gags liggen voor de hand: bij het overvloedig talken van de babybilletjes raakt de drieling bijna definitief uit zicht, de luierwas heeft veel weg van een landschaps-Christo en het troosten van het drietal geeft Lewis de kans om z´n mimiek bij te schaven. Maar de liedjes zijn aardig, de bijrollen goed bezet (met Gardiner als uitschieter) en de slapstick-scène met de brandslang (die overigens met het verhaal weinig te maken heeft) is van grote klasse.

Rock-A-Bye-Baby

Verenigde Staten 1958. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jerry Lewis, Marilyn Maxwell, Connie Stevens, Baccaloni en Reginald Gardiner.

De populaire, sexy filmster Maxwell bevalt van een drieling, maar ze vreest dat deze gebeurtenis schadelijk zal zijn voor haar carrière. Daarom huurt ze een oude bewonderaar in uit haar schooldagen, Lewis als full-time babysitter. Vrij naar Preston Sturges' THE MIRACLE OF MORGAN'S CREEK slaagt scenarist/regisseur Tashlin er niet in om het spirituele van de vroegere versie opnieuw tot leven te wekken, daarbij hevig gehinderd door de op de zenuwen werkende bekkentrekkerij van Lewis. De film is te voorspelbaar, de humor te gemakkelijk. Toch zorgt de komiek voor enkele, haast onvergetelijke plezierige momenten, ook al vallen ze in dit geval wat schaars uit. Fotografie van Haskell Boggs.

The Sad Sack

Verenigde Staten 1957. Komedie van George Marshall. Met o.a. Jerry Lewis, Phyllis Kirk, David Wayne, Peter Lorre en Gene Evans.

Verbrokkelde klucht, in de verte gebaseerd op het stripverhaal van George Baker, dat over een mislukte soldaat gaat. Onvoldoende grappige nummers om te slagen. Lorre verschijnt in de tweede helft als Arabier.

The Delicate Delinquent

Verenigde Staten 1957. Komedie van Don McGuire. Met o.a. Jerry Lewis, Martha Hyer, Darren McGavin en Horace McMahon.

Lewis is een excentrieke, maar onhandige jonge knaap, die graag in ruw gezelschap verkeert. Politieman McGavin weet hem over te halen om bij de politie te komen. Zijn leven wordt een hel door toedoen van jonge straatboefjes, maar voor het eerst voelt hij zich nuttig. In de eerste film zonder zijn partner Dean Martin, probeert Lewis een degelijk, maatschappijkritisch verhaal te brengen, maar hij presenteert slechts goedkoop sentiment en krankzinnige humor. Het scenario van McGuire is erg voorspelbaar, maar bevat enkele uitstekende momenten. Toch is het ongenietbaar voor mensen die niet van de smoelentrekkerij van Lewis houden. Achter de camera stond Haskell Boggs. Gedraaid in Vista Vision.

Pardners

Verenigde Staten 1956. Musical van Norman Taurog. Met o.a. Jerry Lewis, Dean Martin, Lori Nelson, Jackie Loughery en John Baragrey.

Lewis en Martin zijn Newyorkers, waarvan de overgrootvaders uit het Wilde Westen afkomstig zijn. Ze besluiten daar eens een kijkje te gaan nemen. In hun voorvaderlijke stadje stuiten ze algauw op het nazaten-gespuis van de bandieten, die ooit de boel daar onveilig maakten. Miljonair Lewis geeft zich uit voor een revolverheld, Killer Jones, maar valt snel door de mand. Toch lukt het aan het komische duo ze te verjagen. Een leuke parodische herverfilming van RHYTHM ON THE RANGE uit 1936 met Bing Crosby. Veel muziek, romantiek en geschiet! Scenario van niemand minder dan Sidney Sheldon. Gedraaid in VistaVision.

Hollywood or Bust

Verenigde Staten 1956. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Anita Ekberg, Pat Crowley en Maxie Rosenbloom.

Lewis is een naïeve filmfanaat, die kost wat kost zijn idool, Ekberg, wil ontmoeten. Martin is een gokker, die dringend om geld verlegen zit. Ze nemen samen deel aan een loterij en winnen een auto. Ze besluiten ermee naar Hollywood te trekken. De laatste - en zeker niet de beste - komedie van het duo, tussen wie het op dat ogenblik al lang niet meer boterde. Het magere scenario van Erna Lazarus geeft Lewis ruim de kans om de clown uit te hangen, terwijl Martin de gaatjes mag vullen met enkele liedjes. Ekberg hoeft alleen maar mooi te zijn in haar eigen rol. Daniel Flapp zette alles op film. Alleen leuk voor fervente Martin/Lewis-fans.

You're Never Too Young

Verenigde Staten 1955. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Diana Lynn, Raymond Burr en Nina Foch.

Reislustige kappersleerling Lewis vermomt zich als schooljongen om zo op een goedkoop kinderkaartje met de trein te kunnen reizen. Een juwelendief heeft een kostbare diamant in de koffer van leraar Martin gestopt, die ook met de trein reist. De kostbare edelsteen raakt toevallig in handen van Lewis, die nu niet alleen de treinconducteur op zijn nek heeft, (die doorheeft dat hij geen twaalf meer is) maar ook nog de schurk. Een grappige en onderhoudende verkleed-klucht, die reeds eerder verfilmd werd als THE MAJOR & THE MINOR. Scenario van Sidney Sheldon. Gefilmd in VistaVision.

Artists and Models

Verenigde Staten 1955. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Shirley MacLaine, Dorothy Malone en Eva Gabor.

Striptekenaar Martin zonder inspiratie hoort zijn lichtelijk getikte kamergenoot Lewis hardop in zijn slaap praten, en zet diens gemompel om in een strip. Ondertussen zit de CIA achter deze twee mafkezen aan; en alsof dat nog niet genoeg is: er zijn ook nog twee leuke meiden, waarvoor ze - ongewild - op de vlucht slaan. Wellicht iets teveel van het goede, maar toch zeer gedenkwaardige lachscènes in deze dolkomische film. Gedraaid in VistaVision.

Three Ring Circus

Verenigde Staten 1954. Komedie van Joseph Pevney. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Joanne Dru, Zsa Zsa Gabor en Wallace Ford.

Dienstslapies Martin en Lewis zijn afgezwaaid. Ze vinden een baantje in een circus. Al jaren droomt Lewis van een carrière als clown, maar de eeuwig dronken Sheldon duldt geen concurrentie en hij is samen met de arrogante trapezeacrobate Gabor nog altijd de grootste publiekstrekker van het circus. Ons klungelige duo - Martin en Lewis - krijgt daarom klussen te klaren, waaraan geen eer te behalen is. Door een aantal goede gags is dit een van de betere komedies van het grappige stel, maar het scenario van Don McGuire is flinterdun en dient slechts om de ene gag aan de andere te rijgen. Goede bijrollen van o.a. Ruman, Ford, Cravat en Lanchester, die echter niet allemaal terug te vinden zijn in de ingekorte versie, bekend als JERRICO, THE WONDER CLOWN. Fotografie van Loyal Griggs.

Living It Up

Verenigde Staten 1954. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Janet Leigh, Edward Arnold en Fred Clark.

Lewis is treinwachter, die ervan droomt ooit New York te bezoeken. Zijn droom wordt werkelijkheid - alle onkosten betaald - wanneer zijn dokter, Martin veronderstelt dat zijn sinus- ontsteking het gevolg is van radio-actieve straling. Journaliste Leigh ziet hierin een verhaal en ze maakt van Lewis een nationale held. Een van de betere Martin-Lewis-films met een uitstekende supporting cast. Het scenario is van Jack Rose en Melvyn Shavelson van NOTHING SACRED met Lewis in de Lombard-rol.

3 Ring Circus

Verenigde Staten 1954. Komedie van Joseph Pevney. Met o.a. Wallace Ford, Zsa Zsa Gabor, Joanne Dru, Jerry Lewis en Dean Martin.

Het schijnt dat de relatie tussen de twee komieken tijdens de opnames zich op een record-dieptepunt bevond. Aan het resultaat is dat niet af te lezen. De film is een zeer succesvol, maar bij serieuze filmcritici mager scorende Martin-Lewis farce waarbij Martin op de versiertoer is en Lewis van alles verknalt. Het koppel speelt twee soldaten die na hun diensttijd bij het circus gaan werken. Jerry droomde er altijd van om clown te worden, maar de clown in dienst, de altijd dronken Puffo weet van geen wijken. Pete blijft vooral bij het circus hangen vanwege de arrogante trapezewerkster en de mooie eigenares. Uiteraard stelt het verhaal niks voor, het is vóór alles een podium voor de gekkigheid van Lewis.

The Caddy

Verenigde Staten 1953. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Donna Reed, Fred Clark en Barbara Bates.

Begenadigd golfer Lewis heeft plankenkoorts en daarom geeft hij Martin les om een winnende partij te spelen, maar ze lopen door onhandigheden duizend dollar mis bij het toernooi van Monterey. Ze beëindigen hun sportieve carrière met een contract om komedie te spelen. Pure routine. Dean zingt 'That's Amore'.

Scared Stiff

Verenigde Staten 1953. Komedie van George Marshall. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Lizabeth Scott, Carmen Miranda en Dorothy Malone.

Nachtclubzangers Martin en Lewis worden door Scott uitgenodigd om haar te vergezellen op reis naar het door haar ge[KA3]erfde kasteel ergens in het Cara[KA3]ibische gebied. Alles lijkt hen voor de wind te gaan, maar wie zou er nu geloof hechten aan die geruchten over spoken die in het kasteel zouden rondwaren? Voorspelbare komedie met veel lawaai en weinig geslaagde gags. Beide komieken voeren hun bekende routine- nummertjes op. Het scenario van Herbert Baker en Walter de Leon is gebaseerd op het toneelstuk van Paul Dickey, voordien reeds verfilmd als THE GHOST BREAKERS met Bob Hope (1940) waarvoor de Leon trouwens ook co-scenarist was. Fotografie is van Ernest Laszlo.

Money From Home

Verenigde Staten 1953. Misdaad van George Marshall. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Patricia Crowley, Robert Strauss en Jack Kruschen.

Honey Talk Nelson vraagt zijn neef Virgil Yokum om hulp bij het trainen van het paard My Sheba voor een grote race. Het winnen van deze wedstrijd is de enige mogelijkheid voor Honey Talk om zijn schulden af te betalen aan een bookmaker. Maar wanneer hij de mooie eigenaar van het paard Phyllis Leigh ontmoet en neef Virgil de vrouwelijke dierenarts Autumn Claypool bespioneert, is het duidelijk dat zij de problemen met de bookmaker van later zorg vinden. (VM/VPRO Gids)

The Stooge

Verenigde Staten 1952. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Polly Bergen, Eddie Mayehoff en Marion Marshall.

Zanger en komiek Martin gaat solo ondanks de protesten van zijn manager Mayehoff en zijn vrouw Bergen. Zijn optreden wordt een flinke flop. Mayehoff besluit dat Martin moet optreden met een brok onbekend en onervaren talent, de wereldvreemde Lewis. De finale laat zich maar al te gemakkelijk raden: een reuze succes, maar dat geldt niet voor de film, want die is hooguit middelmatig.

The Road to Bali

Verenigde Staten 1952. Muziek van Hal Walker. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Bing Crosby, Murvyn Vye en Ralph Moody.

Lach-helden Harold Gridley (Hope) en George Cochran (Crosby) verlaten Sidney aan boord van een oceaanstomer op weg naar het exotische eiland uit de titel. Aan boord lopen zij tegen steenrijke Lalah (Lamour) op, die belaagd wordt door een oplichter, die haar van al haar centjes probeert af te helpen. Uiteraard behoeden ze haar voor dit gevaar, en redden haar en passant nog uit de vleespot van kannibalen, de tentakels van een reuzeninktvis, roofdieren, bloeddorstige vrouwen en andere oerwoudgevaren. Dit is de enige kleurenfilm uit de ROAD-serie. Mooie decors, veel grappen en gastrolletjes van: Humphrey Bogart, Katherine Hepburn, Jerry Lewis, Dean Martin en Jane Russell. Debuut van Carolyn Jones. Scenario van Frank Butler, Hal Kanter en William Morrow. Camerawerk van George Barnes.

Jumping Jacks

Verenigde Staten 1952. Komedie van Norman Taurog. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Mona Freeman, Don DeFore en Robert Strauss.

Het maffe duo krijgt alle gelegenheid voor heel wat visuele grappen als ze in het leger gaan bij de parachutisten.

That's My Boy

Verenigde Staten 1951. Komedie van Hal Walker. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Marion Marshall, Eddie Mayehoff en Ruth Hussey.

Vader Mayehoff oud-sterhonkballer en voormalig olympisch kampioen, droomt ervan dat zijn zwaarmoedige, onhandige zoon Lewis in zijn voetsporen volgt. Om dit doel te bereiken huurt hij Lewis' kamergenoot en sportkampioen Martin in als coach. Slappe studentenkomedie die destijds toen het duo M & L op hun hoogtepunt waren, een grandioos succes werd bij de jonge Amerikaanse bioscoopbezoeker. Tegenwoordig is deze flauwe prent alleen nog maar verteerbaar voor fervente fans van het illustere duo. Het eeuwige geschmier van Lewis werkt op de zenuwen van een nuchtere kijker. De bijrolspelers daarentegen slagen erin enkele leuke types neer te zetten. Cy Howard schreef het scenario dat door Lee Garmes op celluloïd werd vastgelegd. Mayehoff speelde tevens dezelfde rol in de tv-reeks die van 1954 tot 1958 een groot succes had in de V.S. met Gil Stratton, Jr. in de rol van Lewis.

Sailor Beware

Verenigde Staten 1951. Komedie van Hal Walker. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Corinne Calvet, Marion Marshall en Robert Strauss.

Dolkomische avonturen van Martin en Lewis bij de marine. De verleidingsscènes en het boksnummer zijn hoogtepunten in de grappigste film van het tweetal. In het boksnummer kan men even van James Dean genieten. De film is een nieuwe versie van THE FLEET'S IN.

My Friend Irma Goes West

Verenigde Staten 1950. Komedie van Hal Walker. Met o.a. Marie Wilson, Diana Lynn, Dean Martin, Jerry Lewis en Corinne Calvet.

Zanger Martin verlangt naar een rolletje in een film. Die kans wordt hem geboden door een studiobaas. Hij gaat samen met zijn dolle echtgenote Wilson, vriendin Lynn en potsenmakers Lund en Lewis naar Hollywood. De filmmaagnaat blijkt een ontsnapte krankzinnige te zijn en het bonte gezelschap blijft steken in Las Vegas, waar ze te maken krijgen met de onderwereld. In de finale komt alles voor elkaar: Wilson en Lewis krijgen een rol in een film. Dit was de tweede film van het komische duo Martin-Lewis, en een soort vervolg op MY FRIEND IRMA van een jaar ervoor. Samen zouden ze totaal zestien films maken.

At War with the Army

Verenigde Staten 1950. Komedie van Hal Walker. Met o.a. Dean Martin, Jerry Lewis, Polly Bergen, Angela Greene en Mike Kellin.

Martin en Lewis moeten in dienst. Dat maakt Jerry`s gedrag steeds potsierlijker. Het was de eerste lange film van het duo en het begin van een lange samenwerking. Kluchtig, maar met baardige grappen (die met de limonade-automaat blijft goed) en het liedje 'Beans, Beans, Beans.' Vooral voor doorgewinterde Lewis-fans te harden.

My Friend Irma

Verenigde Staten 1949. Komedie van George Marshall. Met o.a. John Lund, Diana Lynn, Don DeFore, Marie Wilson en Jerry Lewis.

Een film gebaseerd op een radioserie, waarin Wilson als het domme blondje Irma verwikkeld raakt in situaties met het geschifte duo Martin-Lewis, hier in beider filmdebuut.