Oliver Wehe: cast.
Er zijn 2 films gevonden.

Erendira

1983 | Drama

Frankrijk​/​​Duitsland​/​​Mexico 1983. Drama van Ruy Guerra. Met o.a. Irene Papas, Claudia Ohana, Oliver Wehe, Rufus en Pierre Vaneck.

Een veertien-jarig meisje heeft in onnadenkendheid het landgoed van haar autoritaire grootmoeder in vlammen laten opgaan, en wordt door haar genoodzaakt om zich te prostitueren om zo haar schuld af te betalen. Ze wordt de prot[KA1]eg[KA1]ee van een senator, maar zet een jonge Hollander (die verliefd op haar is) aan tot moord op de grootmoeder. Ondanks het feit dat Nobelprijs-winnaar Gabriel Carcia Marquez zijn roman zelf tot scenario bewerkte, gaat de sociaal-politieke aanklacht verloren in een kleurrijk en bizar prentenboek, dat als zodanig zeer bezienswaardig is en waarin met animo wordt geacteerd vooral door Papas als de monsterlijke grootmoeder. Het camerawerk is van Denys Clerval.

Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull

1981 | Komedie

Duitsland 1981. Komedie van Bernhard Sinkel. Met o.a. John Moulder-Brown, Oliver Wehe, Klaus Schwarzkopf, Daphne Wagner en Franziska Walser.

Vrij onopvallende verfilming in vijf delen van de gelijknamige schelmenroman van Thomas Mann (1954) over het leven rond de eeuwwisseling van 1900 van een impressionistische genotsmens die zich voortdurend beweegt op het randje van het ongeoorloofde. De jonge titelpersonage (Wehe als tiener), die al vroeg beseft dat iedereen hem sympathiek vindt, heeft zijn eerste ervaringen op het liefdesgebied met het dienstmeisje Genoveva (Walser). Wanneer het bedrijf van zijn vader (Schwarzkopf), ook een genieter, op de fles gaat, pleegt die zelfmoord en voor het eerst wordt Felix geconfronteerd met de keiharde werkelijkheid van het leven. De volwassen Felix (nu Moulder-Brown) gaat in Frankfurt wonen, waar zijn moeder (Wagner) een pension heeft geopend. Hier geraakt hij in de ban van het hoertje Rosza (Pajanou), maar die stelt steeds hogere eisen en wil hem tot haar beschermer en gigolo maken. Zijn grootvader Schimmelpreester (Paryla) stelt hem voor in een chique hotel in Monte Carlo te gaan werken. Tijdens de douanecontrole laat hij het juwelenkistje van een medereizigster in zijn bagage verdwijnen. Met behulp van zijn kamergenoot Stanko (Zacher) maakt Felix de juwelen meteen te gelde, maar dan duikt de eigenaresse, Madame de Houfl[KA1]e (No[KA3]el), op. Ze lokt hem mee naar haar suite, en laat hem bekennen. Intussen promoveert Felix van liftboy tot ober. Bij de vrouwtjes blijft hij onthutsend populair. Zelf wordt hij verliefd op de trapezewerkster Zaza (Kolbin), maar op een avond leert hij de markies De Venosta (Pistoria) kennen, die hem voorstelt in zijn plaats een wereldreis te maken. Met het vertrek van Krull voor een wereldreis worden de galante avonturen afgebroken. Regisseur Sinkel, noch scenarioschrijver Alf Brustelin slaagden erin het fragmentarische van de roman van Mann te overbruggen. Het blijft bij een groot aantal min of meer geestig aan elkaar geknoopte avonturen over een knappe jongen die in de hoogste maatschappelijke kringen van die tijd weet door te dringen. Een jaar later werd deze miniserie gemonteerd tot een bioscoopfilm van 114 minuten (op de tv dan weer 127 minuten) en is het verhaal beperkt tot Krulls erotische escapades, die voornamelijk uit dialogen bestaan. De bioscoopfilm werd uitgebracht door CIC- Taurus. Het camerawerk is van Dietrich Lohmann.