Benno Kusche: cast.
Er zijn 4 films gevonden.

Gräfin Mariza

1974 | Muziek

Duitsland 1974. Muziek van Eugen York. Met o.a. Erzsébet Házy, René Kollo, Dagmar Koller, Kurt Huemer en Benno Kusche.

Een arme graaf werkt onder een andere naam als rentmeester op het landgoed van de grillige gravin Mariza, die na vele misverstanden zijn vrouw wordt. De in 1982 overleden Hongaarse sopraan Házy en een aantal excellente collega's doen Kálmáns muziek alle recht wedervaren in deze tv-verfilming.

Der Zigeunerbaron

1965 | Muziek

Duitsland 1965. Muziek van Arthur Maria Rabenalt. Met o.a. Rudolf Schock, Erzsébet Házy, Benno Kusche, Eberhard Wächter en Karl Schmitt-Walter.

Sandor Barinkay, die verliefd is op het zigeunermeisje Saffi, wordt uitgeroepen tot 'zigeunerbaron'. Deze vocaal en muzikaal nauwelijks te overtreffen uitvoering van Strauss' operette o.l.v. Stolz is voortreffelijk in beeld gebracht door Rabenalt. Als een van de eersten filmde hij een tv-operette en dan nog wel op locatie en bovendien met de zangers in hun eigen rollen en niet met acteurs die van andermans zangstem gebruik maken. Beter dan zijn film uit 1956.

Ein Sommer, den man nie vergißt

1959 | Drama, Romantiek

Duitsland 1959. Drama van Werner Jacobs. Met o.a. Claus Biederstaedt, Antje Geerk, Karin Dor, Fita Benkhoff en Alexander Golling.

Marianne Fleming (Geerk) is een leuke blonde kleuterjuf, die Ernst Leuchtenthal (Biederstaedt) ontmoet. Op het Oktoberfest in M[KA3]unchen gaan ze aan de boemel en bedrijven daarna de liefde. Kort daarop wordt Ernst door zijn vader (Golling), een rijke bonthandelaar, naar Calfornië gestuurd om zijn studie af te ronden.

Nackt wie Gott sie schuf

1958 | Drama

Italië​/​​Oostenrijk​/​​Duitsland 1958. Drama van Hanns Schott-Schöbinger. Met o.a. Marisa Allasio, Rik Battaglia, Carl Wery, Paul Bösiger en Ellen Schwiers.

Hevig verontwaardigd dat ze gebruikt zou zijn door haar vriend, arbeider Battaglia als alibi voor zijn smokkelpraktijken, trekt de jonge Allasio uit de Italiaanse Tirol naar haar oom Wery in een klooster, hoog in de Alpen. Daar ontmoet ze jeugdvriend Bösiger, die ze het hoofd op hol maakt en hem aan het twijfelen brengt over het celibaat. Oom Wery verongelukt en de geschokte Bösiger ziet dit als een teken en trekt zich definitief terug in het klooster. De jonge vamp Allasio daalt weer af in de richting van de Po-vlakte, waar ze zich verzoent met haar vriend, wegwerker Battaglia. Film met een moraal die zo vals is, als de zee diep is. Van Battaglia hoorden we later toch meer en het scenario voor deze film naar een idee van regisseur Schott-Schöbinger en J.F. Perkonig werd geschreven door een zekere Johannes Mario Simmel, die tien jaar later enige decennia lang z'n zakken mocht vullen met de opbrengsten van dikke bestsellers die hij schreef voor het Groot-Germaanse publiek. Deze draak kan echter veertig jaar na zijn première echt niet meer! Achter de camera stond Franz Weihmayr.