Jean-Henri Roger: regie en cast.
Er zijn 3 films gevonden.

Éloge de l'amour

2001 | Drama, Fantasy

Zwitserland​/​​Frankrijk 2001. Drama van Jean-Luc Godard. Met o.a. Bruno Putzulu, Cecile Camp, Jean Davy, Françoise Verney en Audrey Klebaner.

De cineast begint in zwart/wit met een filmmaker (Bruno Putzulu) die na rijp beraad een actrice vindt voor zijn volgende film. Haar naam is Elle (Cecile Camp), haar lot is tragisch. In het tweede deel verhaalt Godard op bont digitaal videomateriaal hoe hij eerder in contact kwam met een echtpaar dat een persoonlijk Holocaustverhaal verkocht aan een gehaaide Hollywoodproducent. Elle blijkt de kleindochter van het echtpaar. In een mozaïek van film- en verteltechnieken bloeit Godards bittere kijk op verlies, geschiedkundig inzicht, geheugen, cognitieve capaciteit en liefde.

Cap Canaille

1982 | Misdaad, Drama

Frankrijk​/​​België 1982. Misdaad van Juliet Berto en Jean-Henri Roger. Met o.a. Juliet Berto, Richard Bohringer, Jean-Claude Brialy, Bernadette Lafont en Patrick Chesnais.

Een meisje uit de onderwereld van Marseille leeft samen met een individualistische gangster. Samen met een reporter die de corruptie en belangenconglomeratie in onroerend goed aan de kaak wil stellen, komt zij tot de ontdekking dat tegen de medeplichtigheid van schijnbaar respectabele financiers met georganiseerde misdaad weinig te beginnen valt. Deze teleurstellende tweede film van het duo Berto-Roger is te voorspelbaar om als sociale thriller de aandacht vast te kunnen houden; de uit-de-losse-pols-vormgeving vol filmcitaten is voornamelijk storend. Het beeld van Marseille lijkt minder authentiek dan dat van Pigalle in NEIGE en de acteurs zijn beter dan uit hun rollen blijkt.

British Sounds

1969 | Experimenteel

Verenigd Koninkrijk 1969. Experimenteel van Jean-Luc Godard en Jean-Henri Roger.

'De bourgeoisie schept een wereld naar haar evenbeeld. Maar, kameraden, laten we dit beeld vernietigen'. Deze beginzin, afkomstig van Karl Marx, zet de toon, te meer daar hij is gemonteerd onder een vuist die door de Union Jack heen stoot. Een zestal scènes illustreert de Engelse geluiden: fabriek, vrouwen, kapitalisten, arbeiders, studenten, en het geluid van de revolutie. Overvolle geluidsband. Uiteraard heeft de film een dialectische bedoeling, maar het resultaat is halfslachtig en verward en eerder ambitieus dan overtuigend: 'De film is een geluid dat men tegenover een ander geluid plaatst: een revolutionair geluid tegenover een imperialistisch geluid.' De kijker wil wel, maar het wordt te veel wartaal en droge sociologie. Oorspronkelijk gemaakt voor de Engelse televisie, die het resultaat weigerde en er slechts fragmenten uit liet zien. Zodoende bestaat er onzekerheid over de werkelijke lengte van de originele kopie.