Victor Potel: cast.
Er zijn 14 films gevonden.

Rhythm Round-Up

1945 | Western, Muziek

Verenigde Staten 1945. Western van Vernon Keays. Met o.a. Ken Curtis, Cheryl Walker, Guinn 'Big Boy' Williams, Raymond Hatton en Victor Potel.

Voor de muziek waren aanwezig: The Hoosier Hotshots, The Pied Pipers en Bob Wills and his Texas Playboys. Zie verder: Columbia's Musical Western-serie.

Twisted Rails

1935 | Western

Verenigde Staten 1935. Western van Al Herman. Met o.a. Jack Donovan, Alice Dahl, Philo McCullough, Donald Keith en Victor Potel.

Deze spoorweg-western heeft een onbekende held in de hoofdrol. Deze duistere produktie heeft niets te bieden. L.V.Jefferson schreef het script en Peter J.White produceerde. Donovan speelde eind jaren twintig zowel bijrollen als een enkele hoofdrol in een western, maar hij wist geen naam te maken.

Trails End

1935 | Western

Verenigde Staten 1935. Western van Al Herman. Met o.a. Conway Tearle, Claudia Dell, Baby Charlene Barry, Fred Kohler en Ernie Adams.

Scenario-schrijver Jack Jevne wist van het verhaal van James Oliver Curwood weinig te brouwen en Herman deed ook alleen maar een routineklus. Tel daarbij het magere budget van producent Mitchell Leichter en het feit dat Tearle zich helemaal niet in westerns thuisvoelde, en het resultaat is duidelijk.

The Last of the Clintons

1935 | Western

Verenigde Staten 1935. Western van Harry Fraser. Met o.a. Harry Carey, Betty Mack, Del Gordon, Victor Potel en Earl Dwire.

In deze doorsnee-western is Carey een detective die een bende veedieven onschadelijk moet maken. Westen Edwards bewerkte het verhaal van Monroe Talbot.

The Fighting Marines

1935 | Actiefilm

Verenigde Staten 1935. Actiefilm van B. Reeves Eason en Joseph Kane. Met o.a. Grant Withers, Adrian Morris, Ann Rutherford, Robert Warwick en George J. Lewis.

Serial in twaalf hoofdstukken. Dit was het regie-debuut van Kane die vanaf 1926 montageman bij Paramount was. Hij debuteerde nu bij Mascot als regisseur. Dit was de eerste van drie serials en zo`n 115 films die hij naast vele afleveringen van western tv- series zou maken. Withers en Morris (een broer van acteur Chester Morris) zijn mariniers die op jacht gaan naar een misdadiger die alleen bekend is als de Tiger Shark. Hij pleegt sabotage aan de marinebasis. Het scenario is mager, maar de actie is uitstekend. Montage lag in handen van de latere regisseur Joseph H. Lewis, het goede camerawerk was van William Nobles, en Howard Lydecker zorgde voor de speciale effecten. Het was de laatste serial van Mascot. Eigenaar Nat Levine zou samen met Herbert Yates een nieuwe maatschappij oprichten: REPUBLIC - en daar zou de traditie van goede serials worden voortgezet.

Thunder over Texas

1934 | Western

Verenigde Staten 1934. Western van John Warner (Edgar G. Ulmer). Met o.a. Guinn 'Big Boy' Williams, Marion Shilling, Helen Westcott, Dick Botiller en Philo McCullough.

De start van een serie van zes westerns die Williams in 1945/35 als ster zou maken voor Beacon en First Division. Het werd de laatste serie die hij maakte. Hij werd een bekend acteur in westerns (bijrollen) tot zijn laatste rol in 1961 in THE COMANCHEROS. In 1962 overleed hij, 62 jaar oud, na in 1921 als westernster begonnen te zijn. Zijn filmdebuut was in 1919. In deze eerste aflevering krijgt Williams te maken met het meisje Skelton, wier vader het slachtoffer is van de praktijken van een louche bankier. Het verhaal werd geleverd door ene Sherle Castle, in werkelijkheid Ulmers echtgenote. Eddie Granemann bewerkte het. Harry Forbes en Bill Hyer waren de cameramannen van de serie.

King of the Wild

1930 | Avonturenfilm

Verenigde Staten 1930. Avonturenfilm van Richard Thorpe. Met o.a. Walter Miller, Nora Lane, Dorothy Christy, Tom Santschi en Boris Karloff.

Serial in twaalf hoofdstukken. Miller wordt in India onschuldig veroordeeld maar weet te ontsnappen. Hij reist per boot naar Afrika, maar het schip zinkt, de wilde beesten komen los en vallen de bemanning en passagiers aan. Karloff is een mohammedaan in wiens handen de overlevenden terecht komen. Nye ijlt een diamantenveld gevonden te hebben, en Karloff wil weten waar. Hij blijkt tevens in het bezit te zijn van een brief, met onzichtbare inkt geschreven, die de onschuld van Miller bewijst. Santschi poogt die in handen te krijgen want hij is de ware dader, die dan ook jammerlijk omkomt. Kortom: avontuur genoeg in deze Mascot-serial.

Doughboys

1930 | Komedie

Verenigde Staten 1930. Komedie van Edward Sedgwick. Met o.a. Buster Keaton, Sally Eilers, Victor Potel, Cliff Edwards en Edward Brophy.

Een van Busters slechtste films met Brophy als vervelende sergeant die de weinige komische momenten tenietdoet; vermoeiende legerkomedie met paar leuke scènes rond 'Ukulele Ike' Edwards.

Call of the West

1930 | Western

Verenigde Staten 1930. Western van Albert Ray. Met o.a. Dorothy Revier, Matt Moore, Katherine Clare Ward, Tom O'Brien en Alan Roscoe.

Niet voor westernfans, want dit is een liefdesdrama met een westernachtergrond. Colin Clements bewerkte een verhaal van Florence Ryerson en hemzelf over de nachtclubzangeres Revier die New York verlaat en naar het westen gaat. Op de ranch van Moore moet ze wegens ziekte verzorgd worden. Ze trouwen, maar dan gaat Moore met andere cowboys achter een bende aan. Benjamin Kline deed het camerawerk.

Border Romance

1930 | Western

Verenigde Staten 1930. Western van Richard Thorpe. Met o.a. Don Terry, Marjorie 'Babe' Kane, Armida, Victor Potel en Wesley Barry.

De film doet de titel eer aan. Ondanks het feit dat deze western (komedie of drama?) actiescènes bevat en een paar goede opnamen van cameraman Harry Zech van vechtende paarden, zit het scenario van John Francis Natteford ook vol romantiek en zingen Terry en Armida elkaar de meest smachtende liederen toe.

The Virginian

1929 | Western

Verenigde Staten 1929. Western van Victor Fleming. Met o.a. Gary Cooper, Walter Huston, Richard Arlen, Mary Brian en Chester Conklin.

Dit is de derde, maar eerste sprekende versie, waarvoor Edward Paramore het boek van Owen Wister bewerkte. Cooper is de Virginian en Arlen is zijn vriend Steve. Beiden maken Brian het hof. Tot Cooper er achter komt dat Steve aan veediefstal doet voor Trampas (Huston). Als Steve sterft wil Cooper wraak nemen op Trampas. Zij die de tv-serie kennen en Trampas (Doug McClure) hebben leren kennen als d[KA1]e vriend van de Virginian (James Drury) zullen moeite hebben met deze film. Henry Hathaway was assistent-regisseur, J. Roy Hunt deed het camerawerk en Randolph Scott maakte als ruiter zijn filmdebuut.

The Little Shepherd of Kingdom Come

1928 | Western

Verenigde Staten 1928. Western van Alfred Santell. Met o.a. Richard Barthelmess, Molly O'Day, Nelson McDowell, Martha Mattox en Victor Potel.

Bess Meredyth bewerkte het gelijknamige boek van John William Fox. Barthelmess is de weesjongen Chad die door majoor Buford (Claude Gillingwater) wordt opgenomen. Hij verliest diens respect als hij in de Burgeroorlog in dienst van de Noordelijken gaat. Hij wordt kapitein en komt toevallig in zijn geboortedorp en ziet daar zijn jeugdliefde Melissa (O'Day) terug. De erfenis van Buford wijst hij van de hand: hij wil bij Melissa blijven. Lee Garmes was de cameraman van dit sentimentele vertelsel.

The Bar-C Mystery

1926 | Western

Verenigde Staten 1926. Western van Robert F. Hill. Met o.a. Dorothy Phillips, Wallace MacDonald, Ethel Clayton, Philo McCullough en Violet Schram.

Serial in tien hoofdstukken. Phillips erft een ranch van de onbekende Nevada (MacDonald) en op weg naar haar nieuwe bezit ontmoet ze McCullough en Clayton, twee lieden die de ranch zelf willen hebben, daar ze van het bestaan van een goudmijn weten. Het hoeft niet gezegd te worden dat ze Phillips uit willen schakelen, en dat de verdwenen Nevada de beschermengel is die korte metten maakt met schurken - zo wilde ook het scenario van William Sherwood het.

The Outcasts of Poker Flat

1919 | Western

Verenigde Staten 1919. Western van John Ford. Met o.a. Harry Carey, Cullen Landis, Gloria Hope, J.Farrell MacDonald en Charles H. Mailes.

Dit is de eerste verfilming van Bret Harte's verhalen. Carey speelt Oakhurst die zijn geliefde opgeeft voor zijn geadopteerde zoon, Landis. Het camerawerk van John W. Brown valt het meeste op. Ford gebruikte hier nog de naam 'Jack'. Tussen 1917/1919 maakten Ford en Carey samen 23 westerns voor Universal.