Ibrahim Haggag: muziek.
Er zijn 3 films gevonden.

Sayedet al kitar

1952 | Drama

Egypte 1952. Drama van Youssef Chahine. Met o.a. Leïla Mourad, Yehia Chahine, Emad Hamdi, Zeinab Sedki en Serag Mounir.

Een onwaarschijnlijk en nauwelijks na te vertellen melodrama, waarin sprake is van een jonge vrouw die in vijftien jaar twee keer sterft en weer opstaat, haar dochter die haar na zoveel tijd niet meer herkent, terwijl zij toen in dezelfde fabriek werkten, een rijke echtgenoot en industrieel die bij het gokken enorme bedragen verliest die niet van hem zijn en die, wanneer hij zijn vrouw terugziet, haar in een afgelegen huis verstopt teneinde de premie van de levensverzekering te kunnen opstrijken, een treinontsporing, een brand, genoemde echtgenoot die geld steelt uit een liefdadigheidsfonds en daarmee naar het casino gaat, waar hij een zo idioot bedrag wint dat hij gek (!!) wordt en zich in een open liftschacht werpt (tot grote tevredenheid van iedereen, inclusief de kijker). Voeg aan deze ratjetoe, hèt voorbeeld van de destijds in Egypte populaire film, scènes in de stijl van de Amerikaanse musical toe, een onnozel loflied op de industrialisatie, veel andere liederen en twee typische thriller- scènes. Wat rest is de buitengewoon knappe montage. Niet veel dus.

El Mouhareg el Kebir

1952 | Komedie, Musical

Egypte 1952. Komedie van Youssef Chahine. Met o.a. Youssef Wahby, Faten Hamama, Nabil El Alfi, Fardous Mohammed en Wedad Hamdi.

Een onbeduidende ambtenaar erft drie miljoen Egyptische ponden. Vanaf dat moment leeft hij als God in Frankrijk en wordt omringd door profiteurs. Op een dag krijgt hij echter te horen dat hij aan een ongeneeslijke vorm van kanker lijdt. Vervuld van schuldgevoelens, verandert hij zijn paleis in een liefdadigheidsinstelling. Dit heeft echter rampzalige gevolgen: veel van degenen die deze liefdadigheid ontvangen, stoppen met werken, bedrinken zich in het café, verlaten huis en haard, etc. Hij begrijpt dat hij op de verkeerde weg is en richt een ziekenhuis en een school op, hetgeen veel gunstigere resultaten heeft. Hij wordt een zeer populaire filantroop en wacht rustig zijn dood af. We slaan zijn wederwaardigheden op het gebied van de liefde maar even over. Het melodramatische thema wordt verwerkt in de vorm van een komedie die soms meedogenloos satirisch is tegenover de bourgeoisie, terwijl de cineast gefascineerd wordt door het gewone volk, zoals trouwens in zijn hele werk. De film bevat ook een dromerige muzikale komedie- scène waarin hij Sinbad de Zeeman reïncarneert en die vol zit met knipogen naar de gasten van THE GREAT DICTATOR van Chaplin, Mack Sennett en anderen. Heel komisch met een snel ritme.

Ebu el Nil

1951 | Drama

Egypte 1951. Drama van Youssef Chahine en Neirooz Abdel Malek. Met o.a. Faten Hamama, Yehia Chahine, Choukri Sarhane, Mahmoud el-Meligui en Samiha Tewfik.

Er was heel wat moed voor nodig om een dergelijk scenario te verfilmen! Of hoe een jongen die sinds zijn jeugd verliefd is op treinen na een geweldadige familieruzie moet trouwen met het meisje bij wie hij een kind heeft verwekt. Ontgoocheld vlucht hij per trein, zijn vrouw rent hem achterna, valt flauw op het spoor terwijl er een andere trein aankomt en wordt op het nippertje gered door haar teruggekeerde echtgenoot! Vervolgens krijgt ze een aanval van catalepsie en denkt haar man dat ze dood is. Hij gaat weg om Cairo en de daar heersende corruptie te ontdekken (het is Byzantijns!). Hij komt in de gevangenis terecht en na zijn straf uitgezeten te hebben, keert hij naar het dorp terug. Bij aankomst redt hij een kind van de verdrinkingsdood (het kind blijkt niemand anders te zijn dan zijn zoon) en vindt vervolgens zijn knappe vrouw springlevend terug. Happy end. Afgezien van het gevoel van ontsteltenis dat deze `draak` veroorzaakt, is het een ongelijkmatige en veel te lange film. Het is de tweede film van deze regisseur wiens werk zich eveneens op het tweede plan bevindt, maar het is slechts een co-produktie. Toch geen verachtelijke film, want hij portretteert op rechtvaardige en eerbiedige wijze de klasse van de fellahs (kleine boeren) die toen nog algemeen werden geminacht door de bourgeoisie.