Yvan Lagrange: regie, cast en muziek.
Er zijn 3 films gevonden.

L'Héroïne de l'enfance

1979 | Experimenteel

Frankrijk 1979. Experimenteel van Yvan Lagrange. Met o.a. Dominique Guezenec, Catherine Versepuys, Martine Maréchal, Yvan Lagrange en Tristan Lagrange.

Een muzikaal gedicht van deze filmer, componist en acteur, vertolkt door zijn familie. Raadselachtige sc[KA2]enes in de vorm van schilderijen volgen elkaar zonder onderling verband op. Twee vrouwen met ontblote borsten bekijken elkaar met tweeslachtige blikken. Aan de muur hangt een kruisbeeld. Een van hen gooit het op de grond. Een naakte vrouw ligt op haar rug op een tafel tegenover een open raam. Een man en een baby. Een echtpaar eet spaghetti en luistert naar een religieus programma. Een vrouw trekt voor het raam haar slipje uit. Hoewel de beelden niet lelijk zijn, is het de vraag wat de betekenis van dit werk zou kunnen zijn. Eerbetoon aan Bunuel? In elk geval riekt deze variatie op het surrealisme naar oude kost. Het was (voorlopig?) Lagranges laatste lange speelfilm.

L'idole des jeunes

1976 | Musical, Experimenteel

Frankrijk 1976. Musical van Yvan Lagrange. Met o.a. Denis Develoux, Yvan Lagrange, Dominique Guezenec, Martine Maréchal en Catherine Versepuys.

De acteurs spelen en zingen play-back (!) 'yèh, yèh' op de platen van de rock 'n roll- en twistzangers uit de jaren zestig. Een bizar probeersel, hetgeen opgaat voor al het werk van Yvan Lagrange die in deze film de rollen van Johnny Hallyday, Eddy Mitchell en Dany Logan vertolkt. De conclusie moet zijn dat het hier om een afschuwelijke, langdradige, statische en erg goedkope film gaat. Ook bekend als LES CINÉMAS PERMANENTS.

La Ville bidon

1975 | Drama, Documentaire

Frankrijk 1975. Drama van Jacques Baratier. Met o.a. Bernadette Lafont, Daniel Duval, Jean-Pierre Darras, Roland Dubillard en Robert Castel.

Een drietal woonwagenbewoners leeft op de grens van een vuilnisbelt en sloppenwijk en behoudt marginale zelfstandigheid door middel van sloopwerk en activiteiten op de rand van de legaliteit, die hen in conflict brengen met de proletarische buurtgenoten die zich willen organiseren met als doel verbetering van hun leefomstandigheden. Urbaniseringsplannen van de gemeente - gebracht als de utopie van de 'klasseloze maatschappij' - drijven de explosieve situatie op de spits. Deze - oorspronkelijk korte en voor tv gemaakte - film werd in 1970 door een vertoningsverbod getroffen en later op lengte gebracht met aanvullende documentaire en politiek-satirische scènes. De romantisering van de principieel onaangepaste helden is al te gemakkelijk, maar de ironie en losse-pols-aanpak van de verschillende elementen werken toch verkwikkend.