Anthony Forwood: cast.
Er zijn 7 films gevonden.

Paid to Kill

1954 | Drama

Verenigd Koninkrijk 1954. Drama van Montgomery Tully. Met o.a. Dane Clark, Paul Carpenter, Thea Gregory en Anthony Forwood.

Een reeds vaker verteld verhaal over een man die een gangster inhuurt om zich te laten vermoorden omwille van de verzekering, maar dan van gedachten verandert.

Five Days

1954 | Misdaad, Thriller

Verenigd Koninkrijk 1954. Misdaad van Montgomery Tully. Met o.a. Dane Clark, Paul Carpenter, Thea Gregory, Cecile Chevreau en Anthony Forwood.

Jonge ondernemer Clark wordt door zijn directie op handen gedragen. Echter [KA1]e[KA1]en lid van de raad van bestuur is afgunstig op zijn zakelijke successen: Forwood. Als een zaak met excentrieke geldschieter Crawford uit de hand dreigt te lopen, wil de gedeprimeerde Clark zich door aan lager wal geraakte schoolvriend Carpenter laten omleggen, zodat zijn jonge vrouw Gregory (die nergens van weet) de omvangrijke polis die op zijn leven is gesloten, kan verzilveren. Als de zaak met Crawford toch doorgaat, hoeft Carpenter Clark niet meer koud te maken. Die blijkt onvindbaar. Samen met secretaresse Chevreau gaat Clark op zoek naar Carpenter. Hij overleeft vier aanslagen en als hij Carpenter gevonden heeft, bevindt die zich in de macht van Forwood! Complexe suspense, waarvan de afloop zich toch laat raden. Paul Tabori schreef het scenario en Len Harris schoot de plaatjes.

The Gambler and the Lady

1953 | Drama

Verenigd Koninkrijk 1953. Drama van Patrick Jenkins en Sam Newfield. Met o.a. Dane Clark, Kathleen Byron, Naomi Chance, Meredith Edwards en Anthony Forwood.

Berooide gokker Jim Foster (Clark) werkt zich in Engeland naar de top: hij bezit een nachtclub en een paardenracebaan. Hij wil zijn lage afkomst vaarwel zeggen, leert lezen en schrijven en dumpt zijn vriendin Pat (Byron), een dansend nachtvlindertje en zoekt het hogerop bij Susan Willens (Chance). Gangsters, de gebroeders Colonna (Pohlmann en Coticchia), hebben het op zijn club voorzien. Ze krijgen hulp van Byron en ze vermoorden Clark's manager Edwards, waarvoor Clark de schuld krijgt. Een gedateerd, niet al te spannend melodrama, waaraan de pit ontbreekt. De casting voor deze film werd verzorgd door Michael Carreras.

Colonel March Investigates

1953 | Mysterie

Verenigd Koninkrijk 1953. Mysterie van Cy Endfield. Met o.a. Boris Karloff, Ewan Roberts, Richard Wattis, Dagmar Wynter en Sheila Burrell.

Kolonel Karloff staat aan het hoofd van het 'Department of Queer Complaints' van Scotland Yard. Hij wordt alleen maar geconfronteerd met moordzaken als de normale diensten geen uitweg meer zien. Aan hem en zijn medewerkers om deze op te lossen. In deze speelfilm, een compilatie van drie afleveringen van de tv- serie Colonel March of Scotland Yard, moet hij dus drie zaken tot een goed einde brengen. De produktiewaarden zijn bijzonder laag en de decors lijken elk moment in elkaar te storten. Karloff met een ooglapje, tracht nog wat enthousiasme in het geheel te brengen, maar tevergeefs. Tegen het routine- scenario van Leo Davis, gebaseerd op verhalen van Roy Vickers, is niet op te boksen. De tv-serie liep slechts één seizoen. Jonah Jones was verantwoordelijk voor de fotografie.

Mantrap

1952 | Misdaad

Verenigd Koninkrijk 1952. Misdaad van Terence Fisher. Met o.a. Paul Henreid, Lois Maxwell, Kieron Moore, Hugh Sinclair en Lloyd Lamble.

Henreid is Hugo Bishop een spitse priv[KA1]edetective die ingeschakeld wordt als de gestoorde kunstenaar en veroordeelde moordenaar Mervyn Speight (Moore) uitbreekt. Zowel zijn vrouw (Maxwell) en haar werkgever Maurice Jerrard (Sinclair), de uitgever van een stel tijdschriften, maken zich zorgen over de uitbraak. De een met reden en de ander zonder, zoals later zal blijken. Hugo Bishop spoort Mervyn op - op de plaats van de misdaad - en besluit na zijn verhaal gehoord te hebben hem te helpen omdat hij gelooft in zijn onschuld. Na ruim een uur heen- en-weer-gedoe lukt het om Maurice Jerrard als de ware dader te ontmaskeren op de oorspronkelijke plaats van de misdaad, een bomkrater in de Londense city. Redelijke tamme film met acteurs van naam in onbeduidend scenario van van Paul Tabori die daarvoor het boek van Elleston Trevor Queen in Danger bewerkte. Reginald Wyer tekende voor de fotografie. Het was de tweede van vier films die Fisher dat jaar regisseerde. Interessant om de City van Londen van vlak na WO II op het scherm te zien. Ook bekend als MAN IN HIDING.

Black Widow

1951 | Thriller, Misdaad

Verenigd Koninkrijk 1951. Thriller van Vernon Sewell. Met o.a. Christine Norden, Robert Ayres, Anthony Forwood, Jennifer Jayne en John Longden.

Ayres overleeft ternauwernood een aanslag, waarbij hij zijn geheugen verliest, zodat zijn identiteit niet vaststaat. Zijn overvaller rijdt zich kort daarop in Ayres` auto te pletter. Zijn vrouw Norden probeert het verminkte lichaam van de overvaller door te laten gaan voor echtgenoot Ayres, zodat die offici[KA3]eel dood is. Samen met haar minnaar Forwood wil ze haar man (die lieflijk verpleegd werd door Jayne) uit de weg ruimen zodat ze met Forwood kan trouwen. Als Forwood Ayres probeert uit de weg te ruimen, doodt de laatste de eerste uit zelfverdediging; Norden begrijpt dat al haar slechte daden zullen uitkomen en verkiest de hand aan zichzelf te slaan. Deze gekunstelde film, die bij het uitkomen al niet veel deed, valt bij hervertoning nog net zo hard tegen. Het kronkelige scenario is van Allan MacKinnon naar de BBC-serie Return from Darkness van Lester Powell. De fameuze productiefirma Hammer Film had met deze prul te maken en dat strekt ze niet tot eer.

Meet Simon Cherry

1949 | Misdaad

Verenigd Koninkrijk 1949. Misdaad van Godfrey Grayson. Met o.a. Hugh Moxey, Zena Marshall, John Bailey, Anthony Forwood en Ernest Butcher.

Een priester lost de moord op een gehandicapte vrouw op. De priester/detective, een populaire hoorspelfiguur, eenmalig op het witte doek. Goede Hammer-wie-is-de-dader met een mooie rol van Marshall als het slachtoffer, zoals dat door de verschillende personages op totaal verschillende manieren wordt gezien. Scenario van regisseur Grayson en A. R. Rawlinson.