Paul Biensfeldt: cast.
Er zijn 3 films gevonden.

Ein steinreicher Mann

1932 | Komedie

Duitsland 1932. Komedie van Stefan Székely. Met o.a. Curt Bois, Dolly Haas, Adele Sandrock, Liselott Schaak en Paul Hörbiger.

Juweliersbediende Curt (Bois) slikt per ongeluk een diamant in van de aristocratische Adele von Hahnenkamp (Sandrock). Toentertijd was een operatie niet mogelijk, dus hij wordt naar het kasteel gebracht en angstvallig in de gaten gehouden. Hij voelt zich al snel thuis en laat zijn vriendin (Haas) overkomen. Maar ook een dievenbende zit achter de kostbare steen aan. Tijdens een gekostumeerd bal wordt Curt ontvoerd. Na een wilde achtervolging wordt hij bevrijd. Dan komt de steen te voorschijn: hij had hem helemaal niet ingeslikt. Een dolle klucht waarin acteur/danser/zanger Curt Bois zijn veelzijdig talent kan laten zien. Het werd zijn laatste film voordat hij Duitsland moest verlaten.

Fiaker Nr. 13

1926 | Drama

Oostenrijk 1926. Drama van Michael Curtiz. Met o.a. Lili Damita, Jack Trevor, Paul Biensfeldt, Walter Rilla en Karl Ebert.

In 1910 laat een jonge moeder die eigenlijk zelf nog een kind is, haar pas geboren baby achter in het rijtuigje uit de titel. De koetsier ontfermt zich over de vondeling en brengt haar groot. Zestien jaar later is het kind dat Lilian (Damita) heet, een sierlijke danseres geworden. Ze wordt voor het eerst verliefd en de gelukkige is haar buurman, een jonge musicus. Voordat ze met hem gaat trouwen, vindt ze eerst haar vader die een rijke importeur is. Nu heeft ze twee vaders die uitsluitend op het geluk van hun dochter uit zijn. Het suikerzoete scenario is van Alfred Schirokauer naar de dikke pulproman van Xavier de Montepin. De in Bordeaux geboren hoofdrol Damita was 25 jaar en ging net zoals regisseur Curtiz naar Amerika op uitnodiging; in haar geval was het Samuel Goldwyn, maar ze werd veel beroemder als de echtgenote van Errol Flynn dan als actrice. William Dieterle staat op de aftiteling als Wilhelm Dieterle en ook hij ging naar de V.S., maar zijn veelbelovende carrière eindigde in mineur omdat hij inofficieus op de zwarte lijst kwam te staan tijdens de heksenjacht van senator McCarthy die on-amerkaanse activiteiten bestreed in naam der wet en veel communistische spoken zag. Curtiz regisseerde deze zwijgende film als Michael Kertész.

Die Bergkatze

1921 | Drama

Duitsland 1921. Drama van Ernst Lubitsch. Met o.a. Pola Negri, Paul Heidemann, Victor Janson, Wilhelm Diegelmann en Hermann Thimig.

Luitenant Alexis (Heidemann) geniet de reputatie van rokkenjager. Hij wordt overgeplaatst naar het fort Tossenstein. Terwijl zijn nieuwe commandant (Janson) voor zijn schone dochter Lilli (Meller) vreest, ontmoet Alexis onderweg Rischka (Negri), die de bijnaam uit de titel heeft. Zij is de dochter van een roverhoofdman. Rischka en Alexis vallen voor elkaar en Alexis schenkt haar als aandenken zijn pantalon van zijn uniform. Eenmaal in Tossenstein wordt Alexis op een strafexpeditie tegen de bandieten gestuurd en keert na een korte schermutseling terug. Het gevaar is geweken en Alexis wordt aan Lilli uitgehuwelijkt, maar hij kan Rischka niet vergeten, die van haar vader met een rivaliserende bendeleider moet trouwen. Beiden ontvluchten en ontmoeten elkaar. Juist als de kijker denkt dat het tweetal elkaar zal krijgen, misdraagt Rischka zich opzettelijk, waardoor Alexis teruggaat naar Lilli. Lubitsch` melodrama flopte indertijd om twee redenen: er was geen happy-end en de film was anti- militairistisch, wat onverteerbaar was voor het grote Duitse publiek na de nederlaag tegen de geallieerden van 1918. 79 jaar later werd de film gerestaureerd door het vermaarde Italiaanse instituut L`Immagine Ritrovata nadat men in het BundesArchiv in Berlijn een kopie had gevonden. Omroep ZDF en de Frans-Duitse cultuurzender ARTE financierden samen met de Friedrich-Wilhelm- Murnau-Stiftung de compositie van de begeleidende muziek door de 43-jarige Marco Dalpane. Het belang van deze film die eerder als een kunstwerk beschouwd moet worden dan als een melodramatische liefdesgeschiedenis, wordt gevormd door de ongelooflijk mooie decors van Ernst Stern (een leerling van Max Reinhardt) en Max Gronau, alsmede de ongebruikelijke beelden en fraaie kunstgrepen van cameraman Theodor Spahrkuhl. Ondanks de commerciële misser was Lubitsch met zijn avantgardistische aanpak, mengelingen van stijlen - jugendstil en expressionisme - en originele ideeën zijn tijd ver vooruit. De film beleefde opnieuw zijn première in het jaar 2000 op het festival Cinema ritrovato in Bologna in Italië. Mag niet gemist worden door cinefielen en aankomende filmers.