De inschrijftermijn voor IDFA 2013 was al verstreken. Het had niet veel gescheeld of regisseurs Linda Hakeboom en Rolf Hartogensis hadden het verlies van hun IDFA maagdelijkheid dit jaar misgelopen. Ze trokken de stoute schoenen aan om het festival alsnog te verleiden met hun debuutfilm Whatever Forever: Douwe Bob.

Ver van de hectiek van het festival nestel ik me samen met Linda en Rolf in bed en praten we voor de gids over keuzes maken, voetbal en hun eerste keer IDFA.

 

Wat doe je als je jouw eerste keer bijna misloopt? Rolf: ‘Alle credits voor Linda, want Linda regelt altijd dit soort dingen. Ze stuurde IDFA een heel kort mailtje met daarin: ‘We zijn te laat, maar volgens mij hebben we iets heel goeds en willen jullie de film alstublieft bekijken’. Dat maakte IDFA nieuwsgierig: ze wilden de film graag zien.’

Nadat Rolf en Linda de film hadden ingeleverd veranderde de film echter zodanig dat ze het IDFA deze verbeterde versie niet wilden onthouden. Rolf: ‘Samen met editor Tim Roza ontdekten we dat de film helemaal niet over Douwe ging, maar over zijn ouders en over opvoeding. Daardoor konden we in de montage opeens veel gerichter keuzes maken. Linda: ‘Alsof je een heel ander muziekstuk aan het componeren bent.’

En toen? Weer een lief mailtje sturen? Rolf: ‘Zie je het al voor je? Stel je je als grootste documentaire festival al coulant op, komen die beginnende makers een week later met een verbeterde versie aanzetten!’ Linda: ‘Ik vond dat niet zo’n probleem. Je maakt maar één keer een film die je écht te gek vindt. Dit is onze film en die andere versie niet. Punt.’

Naast een gedeelde passie voor film, delen Linda en Rolf ook een passie voor elkaar. Acht jaar geleden leerden ze elkaar kennen op de School voor Journalistiek. Sindsdien vormen ze een stel. Hoewel het koppel eerder met elkaar samenwerkte, is dit het eerste project dat helemaal van hen samen is. Linda: ‘Dit is onze baby. We monteerden in het begin met z’n tweeën, in een grot: een hokje bij de VARA zonder raam. Deur dicht en een daglichtlamp erbij omdat je anders gek wordt. ‘Rolf: ‘Op de eenof andere manier werden we helemaal vrijgelaten binnen dit project en konden we precies de film maken die wij voor ogen hadden.’

Rolf: ‘We zijn gewoon B1-amateurvoetballertjes en dan komt Barcelona aankloppen.'

 

Liever draaien op IDFA of financiering voor een nieuwe film?

Rolf : ‘Dat is echt kiezen tussen Stalin of Hitler vermoorden.’ Linda: ‘Ik denk dat het ons zeker lukt om financiering te regelen voor een nieuwe film, dus ik zeg: liever IDFA dan geld’, zegt ze bijna vragend, alsof ze bang is haar lot te bezegelen. Rolf kiest echter ook voor IDFA. ‘Het kan heel goed zijn dat je financiering krijgt en dat er dan altijd iemand boven blijft hangen die zeggenschap heeft over wat je maakt, ik wil dan liever mijn vrijheid behouden.’

Linda: ‘Het is een eer om op IDFA te staan. Voor mensen zoals wij is het gewoon de fucking Oscars. Als beginnende maker zit het helemaal niet in je systeem dat je daar kan draaien en al helemaal niet met je eerste film.’ Rolf: ‘We zijn gewoon B1-amateurvoetballertjes en dan komt Barcelona aankloppen. We zitten nu wel in eenzelfde soort lastige positie als een rock band die de beruchte tweede plaat moet gaan uitbrengen. Na deze film verwachten mensen iets van ons. Dat onze volgende film ook goed zal zijn of dat wij weer op het IDFA staan. Dat brengt veel druk met zich mee.’ Linda: ‘Je wilt met je poten in de klei staan. Als je niet meer het gevoel hebt dat je kunt falen, dan maak je beslissingen op basis van wat anderen goed vinden. Wanneer dat gebeurt, dan kappen we ermee.’

Liever nu in bed blijven liggen of naar de vier uur durende film At Berkeley van Frederick Wiseman? Rolf (gapend): ‘Ik wil nu wel in bed blijven liggen, het is najaar, koud. Je kunt ook veel IDFA- films online bekijken. We volgen het gewoon in bed.’ 

Linda: ‘Barbaar.’

whatever forever: douwe bob

In 2012 wint de dan negentienjarige Douwe Bob Posthuma het programma De beste singer-songwriter van Nederland. Dat succes een keerzijde kent wist de jonge Amsterdammer al een tijdje. Zijn vader, de legendarische Simon Posthuma, werkte met bands als The Beatles, maar betaalt nu de tol van vele jaren van seks, drugs, drank en rock-’n’-roll; de aan het syndroom van Korsakov lijdende Simon heeft, op zijn toegewijde zoon na, niemand meer over. Douwe Bob vertelt openhartig over de relatie met zijn vader, zijn muziek en zijn toekomstdromen en -nachtmerries.