Deze tekst telt 884 woorden, bestaat uit zeven alinea’s, met anderhalf witregel en vereist ongeveer zes minuten van uw kostbare tijd. Ik waarschuw u maar even, want het is nogal wat: aandachtig lezen.

De eerste alinea vliegt u met groot gemak doorheen, geen probleem. Bij de tweede komt u halverwege haperend tot stilstand. U laat zich echter niet kennen. Nee, u vermaant zichzelf en begint weer van vooraf aan. Ten tijde van de derde alinea gaan uw benen trillen, u wordt onrustig. Het lichaam begint te kraken en een ondefinieerbare fysieke drang dringt zich aan u op. Zweet druppelt langs uw voorhoofd, u moet er echt even uit. Heel even. Oké dan! Snel! Check uw mail maar even, update uw Facebookstatus met iets in de trant van ‘Pfff, weer een onproductieve dag’ en bekijk snel uw laatste Tweets. Hèhè, wat een opluchting. De rust is weer teruggekeerd. Uw diep gewortelde honger is gestild. Maar wat was u eigenlijk ook alweer aan het doen? Oh, ja, u was deze tekst aan het lezen. Begint u maar snel weer even opnieuw.

Ja, u kunt erom lachen, maar het is de droeve realiteit voor velen van ons. Want waar de meeste van onze ouders nog in staat zijn tot duurzame literaire consumptie, daar lukt het ons alleen nog maar op vakantie, bij stroomuitval of in de trein (mits u niet in het bezit bent van een iPhone). Begrijpt u mij echter niet verkeerd, het gaat hier niet alleen maar om het lezen van een boek. Nee, het gaat hier om iets omvangrijkers, iets ingrijpenders: ons groeiende onvermogen tot het opbrengen van langdurige en diepe concentratie. Dit is uiteraard oud nieuws; we leven nou eenmaal in een hypermoderne beeldcultuur waarin het ons steeds moeilijker wordt gemaakt te ontsnappen aan de dictatuur van de soundbite. Toch is met komst van de huidige technologische ontwikkelingen, zoals sociale netwerken, smartphones en dergelijke de druk tot vluchtige digitale interactie naar een ongekend hoog niveau gestuwd.

Een klein intermezzo
De schrijver van dit stuk is zelf ook slachtoffer van deze geestelijke impasse. Hij heeft intellectuele en artistieke pretenties, maar verdoet – naar eigen idee- zijn tijd te vaak met doelloze beeldconsumptie op het internet. Veel te weinig tuurt hij uit het raam of loopt hij peinzend door de stad, zoals een echte schrijver betaamt. Zijn verslaving is gelukkig nog controleerbaar, maar het gevaar ligt op de loer. Het besef is daar. Laatst werd hem gevraagd waarom hij in godsnaam nog steeds in het bezit is van een Nokia 6230i. Of hij niet beter kan overstappen naar een smartphone, zoals de Blackberry of de iPhone. Even dacht hij na en vroeg zich af hij inderdaad niet ook zoiets moest aanschaffen. Handig zijn die apparaten natuurlijk wel. Na een kortstondige overpeinzing kwam hij echter tot de conclusie dat dit zijn artistieke dood zou betekenen.

Is het erg?
Uiteraard kunt u zich afvragen of dit erg is. U kunt deze tekst bestempelen als hopeloos nostalgisch, als cultuurpessimistisch gezever van de bovenste plank. Dat is uw goed recht. Dat neemt echter niet weg dat modern hersenonderzoek in ieder geval al heeft aangetoond dat het brein ‘kneedbaar’ is en dat het zich onbegrensd onderwerpen aan internetapplicaties ons geestvermogen wel degelijk beïnvloedt. Concentratie, geduld, zelfdiscipline, toewijding, het zijn allemaal menselijk eigenschappen die in onze moderne leefwereld hevig onder druk staan. Nogmaals, is dit erg? Komen daar niet andere (nieuwe) menselijke eigenschappen voor in de plaats, zoals een hoog ontwikkeld sociaal leven en een supersnelle hersenpan? Ja, dat klopt. Maar er gaat ook wat verloren.

‘De ware ethische problematiek van onze tijd, is de onverschilligheid van de mens jegens zichzelf’, formuleerde de Duitse filosoof Erich Fromm al meer dan een halve eeuw geleden. We hollen door het leven, scharrelen hier en daar wat op, we dansen en sjansen, maar even stil staan, de blik naar binnen werpen; we vinden het maar eng en moeilijk. Terwijl dit zoveel kan opleveren. Het biedt ons de nodige diepgang, reflectie en relativering waar velen van ons zo naar snakken in het leven. Een geconcentreerde en bewuste manier van leven biedt nieuwe perspectieven in de wereld om ons heen en op de eigen emotiehuishouding. Het maakt de mens tot een interessant en misschien wel liefdevoller wezen. Uit diepe concentratie is immers in het verleden veel moois ontstaan.

Kun je er iets aan doen?
Internet is een afleidingsmachine en daar zijn wij verslaafd aan geraakt. En zoals voor elke verslaving in principe geldt: we kunnen ervan genezen. De vraag is echter of we dat we willen. Het antwoord zal voor velen waarschijnlijk ‘nee’ zijn. Zeer begrijpelijk, want niemand wil zichzelf verbannen tot een sociaal isolement. Zwemmen tegen de stroming in heeft natuurlijk weinig zin. Wat u wel kunt doen is proberen uw verslaving te leren beheersen. U kunt zichzelf onderwerpen aan een tijdelijk Hotmail-Facebook-Hyves-Twitter-Skype-Spotify-Ping-Google-verbod. Mocht u hier geen eigen wil (meer) voor hebben of niet geloven in ‘Cold Turkey’-afkicktechnieken, dan kunt u externe hulp inroepen. ‘Freedom’ is dan een softwareprogramma waar u misschien wat aan kunt hebben. Dit programma blokkeert dagelijks voor een bepaalde tijdsduur – die u zelf moet instellen – uw internettoegang. Moet u eens opletten wat dat allemaal oplevert.

Beste lezer, gefeliciteerd! Het is u gelukt. U heeft deze tekst tot de laatste letter uitgelezen. Nu snel die computer uit, naar buiten, de frisse lucht tegemoet! 

Dit item werd eerder gepubliceerd op een van de vorige Dorst weblogs.