Onder de naam Flux schrijf en zing ik Nederlandstalige liedjes. Soms met vijfkoppige band, soms solo en meestal iets ertussen in. Samen met drummer Corneel Canters doe ik mee aan de Popronde, een reizend festival dat dit najaar 27 steden aandoet. We zijn uitverkoren om alle uithoeken te laten deinen op onze deunen. Op 10-11-11 speelden we onze laatste show in Estaminet Schommelen in Leiden.

Onze Vrolijke Chauffeur heeft een grijns van oor tot oor. Onze Vrolijke Chauffeur is namelijk verliefd. Terwijl we naar Leiden rijden zit hij met zijn hoofd bij morgen, wanneer hij opnieuw over deze weg zal rijden, maar dan verder naar het zuiden waar zijn mysterieuze, gloednieuwe vlam op hem wacht. We hebben haar al eens ontmoet, in Amersfoort. Ze leek meteen al erg aardig, maar toen ze in één klap drie cd’s kocht kon ze natuurlijk helemaal niet meer stuk.

We staan zowel bij Joure als bij Amsterdam in de file. Het levert ons een uur vertraging op, maar we houden de moed erin. Nog prima op tijd komen we in Leiden aan. We spelen in Estaminet Schommelen, een piepkleine kroeg met schommels op de plek waar meestal barkrukken staan. Ik neem enthousiast op een schommel plaats maar merk dat je niet te hard moet schommelen, want als je tegen de bar botst hoor je hun complete glasvoorraad rinkelen.
We hadden verwacht dat het kroegje vanaf de eerste minuut helemaal vol zou staan, aangezien Corneel een echte Leidenaar is, maar dat valt tegen.  

de ruggen

Er staan een paar mensen. Pal voor ons zitten de Ruggen. Het zijn er twee en ze zijn op zijn minst licht aangeschoten. Ik ga ervan uit dat ze zich zullen omdraaien zodra we beginnen, al is het maar om niet al te onbeleefd over te komen, maar nee. De Ruggen blijven ruggen en vanachter die ruggen komt ook nog eens een hoop herrie vrij. Ik heb zin om de spitse punt van mijn rechterlaars krachtig tussen twee wervels van de vrouwelijke Rug te plaatsen, maar ik doe het niet, al is het maar om niet al te onbeleefd over te komen. Ik pak het iets subtieler aan. Als de mensen die wel luisteren na het derde lied het dak eraf applaudisseren zeg ik:

"Bedankt. Het applaus compenseert enigszins de Ruggen waar we tegenaan kijken."

Wonder boven wonder komt alles toch nog goed. Schommelen stroomt vol als een trechter. De mensen staan zo’n beetje bovenop ons en elkaar en buiten staan de laatkomers bibberend te kijken achter de ramen. Iedereen luistert braaf. Tussen de liedjes door probeert een half Duits meisje zo goed en zo kwaad als het gaat voor haar vriend de teksten te vertalen. Het spelen gaat beter dan ooit. We zweven als een trein door de set en eindigen met een niet geplande toegift die zelfs één van de Ruggen laat omdraaien. Iedereen is tevreden en de kroegbaas koopt een cd.

Voldaan gaan we weer naar huis. We staan wegens onaangekondigde ‘aangekondigde wegwerkzaamheden’ van half één tot half twee wederom bij Amsterdam in de file, maar ondanks dat heb ik een nog bredere grijns op mijn smoel dan onze Vrolijke Chauffeur.

 Dit item werd eerder gepubliceerd op een van de vorige Dorst weblogs.