Het was vijf jaar geleden en het was 32 graden; mijn spieren waren vermoeid, mijn ziel gefrustreerd en mijn helm doorweekt door zweet en modder. Hijgend verborg ik me in een struik, terwijl een heel grote, lelijke gele kever steeds dichterbij mijn ogen kroop. ‘Naar het volgende checkpunt rennen!’ schreeuwde mijn commandant achter ons. Doei kever! Ik pakte mijn m16 geweer op, barstte uit de struiken en rende vooruit met mijn hart kloppend in mijn keel.

Maar zo’n dagje is vandaag niet. De wind is gehoorzaam, de lucht is helder, de zon is schijnend en het is zo’n verfrissende zes graden. In plaats van trainen in een regenbos met mijn aanmatigende commandanten van het Singaporese leger, sta ik nu lekker in het midden van de Veluwe met mijn Nederlandse vrienden voor een dagje ‘geocaching’.

Ik loop achter mijn vrienden terwijl ze dieper en dieper de bos ingaan. Ze lachen en ‘trollen’ met elkaar; ik ben stil en voorzichtig. Langzaam begin ik te merken wat er om mij heen is: symmetrische dennenbomen, smaragdgroene Lord of the Rings-achtige struiken en mooie zonnestralen tussen de takken. De lucht ruikt naar frisse munt, niet buskruit of rottende bladeren.

Op dat moment trekt een mooi blaadje op de grond mijn aandacht. ‘Eikenboom,’ zegt iemand. Ik kijk op en zie heel veel wilde, blonde krullen! Een bosheks? Zoals in de Europese fabeltjes van mijn jeugd? Gelukkig niet; het is gewoon mijn Nederlandse vriend Pim, en ook nog met lieve glimlach en kuiltjes erbij. Wat een opluchting; geen reden tot paniek dus. Misschien kunnen bosjes toch leuk zijn.

Guangmian Kung is een Singaporese blogger, studeerde lucht- en ruimtevaarttechniek, woont sinds 3 jaar in Nederland en doet een poging hier te integreren. Om de drie weken schrijft hij een column voor Dorst in de VPRO Gids over zijn ervaringen.