In het kader van de boekenweek schreven zeven schrijvers een verhaal over een gevonden voorwerp voor vpro.nl/dorst. Vandaag een verhaal van Iona Daniel over allerlei soorten bekers waaronder plastic beker vol natte ontbijtkoek met carnaval.

Voorwerp: Tuitbeker
Schrijver: Iona Daniel

de bekerfinale

Hij kon niet kapot, hoe hard je ook probeerde.
Je eerste beker was er een van onverwoestbaar materiaal.
Je dronk vooral water toen en soms ook diksap:
cola mocht alleen op speciale dagen.
Helaas was je zelf niet degene die een dag speciaal kon verklaren
hoe vaak je het ook bij mama probeerde.

Later kreeg je bekers melk mee, die je niet goed dichtdraaide
zodat je schooltas altijd plakkerig was.
Je kocht blikjes euroshopper energydrink ter compensatie.
Je nam per ongeluk slokken zwembadwater
en dronk restjes calippo uit de kartonnen verpakking
die afpulverde aan het randje.

Je volgende beker won je bij een voorleeswedstrijd, met je mooiste stem.
Er zat een plakkaatje aan het voetstuk, waarop ze je naam fout hadden geschreven
maar de beker ging mee in de auto, op de achterbank, je aaide hem
hij zat stevig in de gordel geklikt.

Jaren later: een incident met een breezerflesje en je voortanden
en een jongen die vroeg of je bang was.
Je proostte met glazen bier, met wijn en whisky
en één keer met absint, maar die was nep.
Je stuurde iemand een emoticon van een cocktailglas:
Kom je ook? – maar het bleef stil.

Met een plastic beker vol natte ontbijtkoek stond je op een foto tijdens carnaval
toen je met Edith verkleed ging als 2 GIRLS 1 CUP.
Het was makkelijk:
zo min mogelijk aan en die natte ontbijtkoek over je lichaam.
Jullie waren de helden van de avond.

Je gooide geld in een roodgeruiten kartonnen beker
die bij een junkie hoorde in Amerika.
Je dronk thee van de Mexicaanse peyote cactus, uit een houten napje
tot je slangen in het vloerkleed zag en het behang van de muur loskwam.
Gelukkig hield iemand je vast.

Je kreeg een mok met I love you en een lelijk beertje
dertien in een dozijn.
Je zou je tandenborstel niet meer los op het randje leggen
maar in die beker zetten, zodat er nog een bij paste.
Twee tandenborstels, die je met de borstelharen verstrengelde
(een beetje zielig maar dat had je in de film gezien).

"alleen voor speciale dagen, die je eindelijk ook zelf mocht bepalen"


Je kreeg een theeservies dat van oma leek, heel netjes.
Je behandelde het als erfenis:
alleen voor speciale dagen, die je eindelijk ook zelf mocht bepalen.
Tot je een stickertje vond op de onderkant van een kopje
2,75 stond er, gewoon van de blokker.

Je plaste in een glaasje en ontdekte dat je zwanger was
en toen het geboren werd wist je pas hoeveel zorgen een mens zich kan maken.
Je vroeg je af wanneer hij honger had
of hij wel voldoende dronk, of je borst wel vol genoeg zat.
Je koffie nam je voortaan niet meer voor de gezelligheid
maar om rechtop te blijven staan.

Je kocht een uitzet toen het kind 18 werd
hij vond de glazen lelijk, maar toch ging hij weg.
Je schonk champagne in tijdens oudejaarsavonden
ter ere van promoties, diploma’s en jubilea.
Je proostte op een nieuwe baan en vele jaren.
Je gooide de mok met I love you twee keer in de prullenbak
om hem er later weer uit te halen.

Je liet pilletjes in glazen water vallen
alsof het geldstukken waren in een fontein.
Ze moesten pijn verzachten en hoest laten verdwijnen.
Ze moesten je gelukkiger maken.
Maar je dronk ook gewone glaasjes water
en je gaf ze vooral aan anderen, als er even geen woorden waren.
Dat gebeurde steeds vaker.

Je was niet meer alleen.
Je schudde dobbelstenen in een vilten beker
en gooide kleine/grote straten, full house, three of a kind.
Niemand zei dat het saai was.
Dat heb je in een huis met oude mensen.
Je dronk er jenever uit elke keer een ander glaasje
een eigen servies had niemand meer.
Logistiek was dat niet handig: hier woonde iedereen maar even.
Er waren alleen nog wisselbekers.

Je lag in bed, je ogen waren dicht omdat dat makkelijker was.
Je zei iets over Socrates die de gifbeker moest drinken.
En dat hij zijn vrienden daarna nog had gesproken
toen het gif al in zijn lijf zat.

Iemand legde een plastic tuitje tegen je lippen
en vouwde je vingers om een handvat.
Je moest wat drinken.
De beker viel, maar niet kapot.
Hij was van onverwoestbaar materiaal.
Iemand zei:
ik drink, dus ik ben, toch?
(maar dat sloeg nergens op)  

Elk gevonden voorwerp heeft een verhaal. De eigenaar reist door maar voor het voorwerp is de afdeling verloren en vergeten de eindbestemming. Dorst vroeg zeven schrijvers en een fotografe het verloren verhaal van een gevonden voorwerp uit de Openbare Bibliotheek Amsterdam te vertellen. Tijdens de boekenweek verschijnt er iedere dag een nieuw verhaal op vpro.nl/dorst.