De nieuwe negendelige jeugdserie Eng balanceert op het randje tussen ‘leuk eng’ en ‘nachtmerrie-eng’. ‘Het ene kind zal Eng kinderachtig vinden en een ander kan er misschien niet naar kijken.’

Elja Looijestijn

Kinderen van nu willen bang gemaakt worden, was de conclusie van een onderzoekje van productiemaatschappij Pupkin en de VPRO. Pupkin was verantwoordelijk voor de bekroonde series Doctor Cheezy en Taart en weet dus genoeg van goede jeugdtelevisie, maar de doelgroep van negen tot twaalf is moeilijk te bereiken. ‘We hebben aan kinderen gevraagd wat ze nog misten op televisie of internet,’ vertelt producent Iris Otten. ‘Meisjes zeggen nog wel regelmatig lineaire televisie te kijken, bijvoorbeeld naar Vrijland en Spangas. Maar jongens vonden alles saai, kinderachtig of voor meisjes. Ze wilden liever griezelen. Daarom hebben we deze serie gemaakt.’ 

(tekst loopt door na afbeelding) 

Eng is eigenlijk een serie van negen korte films: elke aflevering is een op zichzelf staand verhaal met andere acteurs en makers. ‘Veel mensen waar we graag mee wilden werken, kunnen geen tijd vrijmaken voor een hele jeugdserie,’ vertelt Otten. ‘Ook hebben we aan regisseurs en scenarioschrijvers gevraagd met wie ze graag wilden samenwerken en hen aan elkaar gekoppeld. Het was heel leuk, maar ik doe het nooit meer,’ lacht ze. ‘Het was echt een monsterproject, zo groot en ingewikkeld. Het hele proces heeft vier jaar geduurd.

Gelukkig mag het resultaat er wezen. De afleveringen zijn echt griezelig, met schrikmomenten en huiveringwekkende locaties als een verlaten bungalowpark en een ziekenhuis. Makers werkten eerder bijvoorbeeld aan de films Langer licht,Kauwboy en Aanmodderfakker. Otten: ‘Er waren best veel regisseurs bij die nog nooit iets voor kinderen hadden gemaakt. Het was mooi om te zien hoe serieus ze hun doelgroep namen. Kinderen voelen dat ook aan. We zijn erg tevreden en zijn dan ook van plan de afleveringen ook los in te sturen naar internationale jeugdtelevisiefestivals.’

wakker liggen

Wat Otten zelf ook spannend vindt, is hoe eng de serie mocht zijn. ‘We werken veel met suspense, dreigende beeldtaal en geluiden. In de montage werden scènes pas echt eng, door het geluid. We willen dat kinderen flink griezelen, maar ze moeten geen nachten wakker liggen van de serie. Spannende en enge dingen horen bij het leven en ik vind dat kinderen ook niet te veilig opgevoed moeten worden. Ze zoeken zelf ook enge filmpjes op op YouTube. Een manier vinden om met enge dingen om te gaan, hoort bij opgroeien. Maar wanneer is iets leuk eng en wat is nachtmerriemateriaal? Dat is soms moeilijk in te schatten. In de leeftijdscategorie negen tot twaalf verschilt het ook heel erg per kind waar ze bang van worden. Het ene kind zal Eng kinderachtig vinden en een ander kan er misschien niet naar kijken.’ 

Yael Meijer is kinderpsycholoog en -psychotherapeut en betrokken bij de Jeugdgezondheidszorgrichtlijn over angst.

Waarom vinden kinderen – en volwassenen – griezelen leuk?
‘Omdat je er een kick van krijgt en omdat het beheersbaar is. Griezelfilms raken aan angsten die iedereen kent. Maar als het enge op een scherm gebeurt, kun je ermee spelen. Je kunt de angst ondergaan, maar tegelijk buiten jezelf plaatsen. Daar krijg je een adrenalinestoot van.’

Heeft het kijken naar een enge film of serie ook een functie?
‘Ja, je leert je angsten kennen. Het is voor jonge kijkers nuttig om die emotie te leren kennen, te ervaren dat dat gevoel ook weer zakt en dat dat leuk en spannend kan zijn. Het grootste nadeel van enge films is dat je de enge gebeurtenissen direct voor je ziet. Die beelden kunnen soms lang blijven hangen. Een spannend boek kun je met je fantasie zo eng maken als je wilt. Televisie wordt als je als het ware aangedaan. Het is per kind verschillend welke beelden en onderwerpen een nare reactie geven. Dat ligt er maar net aan waar je op dat moment gevoelig voor bent.’

Wanneer is iets te eng?
‘Dingen eng vinden hoort bij kindzijn. Iedereen ziet op jonge leeftijd iets wat enorme indruk maakt, wat hem niet meer loslaat. Dat hoort ook bij opgroeien. Uiteindelijk leer je die angsten ook weer beheersen. Ik krijg wel eens kinderen in mijn praktijk die niet kunnen omgaan met iets wat ze op televisie hebben gezien, al zijn dat vaker nieuwsbeelden dan fictie. Vaak raken die beelden aan een onderliggende, universele angst. Het kan problematisch worden, als je getuige bent van iets waar je niets aan kunt doen. Onmacht in combinatie met angst kan heel aangrijpend zijn. Dat neigt naar een trauma.’

Wat kunnen ouders doen als hun kind iets heel engs op televisie heeft gezien?
‘Het is voor een kind heel belangrijk en fijn om erover te praten. Als een kind naar iets zit te kijken en je merkt dat hij erin verzuipt, ga er dan doorheen praten. Geef er woorden aan, dan kunnen ze die emotie ook hanteren. Als je merkt dat je kind ermee blijft zitten, benoem dan wat hem bang maakt. Het is ook heel goed als een kind ziet dat de hoofdpersoon in de film of serie de situatie uiteindelijk de baas is. Daarmee geef je het de mogelijkheid zijn eigen demonen ook aan te gaan. Als kinderen komen vast te zitten in een angst, is dat ook een van de technieken die we gebruiken. Niet slachtoffer blijven, maar in actie komen om de angst aan te kunnen.’

(Interview met Iris Otten loopt door na afbeelding) 

op het randje

Otten vindt het interessant om op dit randje te balanceren. ‘We hebben allemaal in onze jeugd wel iets gezien wat net te eng was. Bij mij was het Indiana Jones and the Temple of Doom. Toen was ik echt nog te jong. Nog jaren daarna heb ik ’s nachts bij mijn moeder aan het bed gestaan omdat ik bang was. Maar iedereen moet daar een keer doorheen. Theo en Thea vond ik ook een tijdje doodeng. Het is maar net waar je op dat moment gevoelig voor bent.’ 

minder angst

Aangezien ze toch niet verantwoordelijk wil zijn voor jarenlange nachtmerries, vroeg Otten ook aan de kinderen welke onderwerpen ze echt te eng vonden. ‘Bijna allemaal antwoordden ze hetzelfde: verdrinking, brand en clowns. Dus die thema’s hebben we vermeden.’ Er blijft nog genoeg griezeligs over voor de serie: bijvoorbeeld een vreemd wezen in een bos, een dreigende man in de tram en een Chinees restaurant waar alles uit de hand loopt. Eén ding hebben alle afleveringen gemeen: ze lopen goed af. ‘Dat vonden we heel belangrijk. En het zijn de jonge hoofdpersonages zelf die op een dappere, maar realistische manier uit hun benarde situatie komen. Dat zorgt hopelijk voor minder angst achteraf.’

Otten hoopt dat de jonge kijkers ook samen met hun ouders voor het scherm kruipen. ‘Met Eng willen we een veilige omgeving bieden om te griezelen. Ik hoop dat ze met hun ouders kunnen napraten over wat ze gezien hebben. Achteraf kijk ik ook wel liefdevol terug op die tijd dat mijn moeder me troostte als ik weer eens bang in de slaapkamer stond. Dus als Eng één angstige nacht veroorzaakt, is het misschien niet zo erg.’ 

Meer van eng