Als u niet weet hoe iets moet, is daar eigenlijk geen excuus meer voor. Er is immers ongetwijfeld een online filmpje om het uit te leggen.

Hoe leerde men pianospelen, olie verversen, een mango snijden en smokey eyes aanbrengen voordat online video in ons leven kwam? In de luttele tien jaar dat YouTube bestaat is er voor elke denkbare klus of vaardigheid wel een filmpje gemaakt. Van snaartheorie tot een bikinilijn harsen, alles wordt stap voor stap uitgelegd met een handige video.
‘Het is een van de onderwerpen waarin de toegevoegde waarde van video heel groot is,’ zegt Dagan Cohen, creatief ondernemer en oprichter van Upload Cinema, waarin internetfilmpjes in de bioscoop worden getoond. Een van die avonden ging helemaal over how to. ‘Binnenkort gaan wie die ook in Duitsland organiseren. We hebben onder andere een filmpje dat toont hoe je heel makkelijk de dooier van het eiwit kunnen scheiden.’

Een populair genre bij jongeren is de work­outvideo, weet Cohen. ‘Dat is de Basic Fit-generatie. Ze betalen heel weinig voor de sportschool en halen de oefeningen van YouTube. In de muziek zie je de invloed ook sterk. Toen ik op mijn veertiende begon met gitaarspelen, had je boekjes met akkoordenschema’s. Nu leren topgitaristen je stap voor stap het moet.’ 

Leren door iets na te doen is heel effectief, weet Tamara van Gog. De hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht is gespecialiseerd in observationeel leren, volgens haar een van de krachtigste leerprincipes die er zijn. Zelf maakte ze onlangs nog gebruik van een video-instructie om nieuwe software voor statistische analyse onder de knie te krijgen. ‘Al vanaf de babytijd leren mensen door anderen te imiteren.’
Wetenschappers vonden neurologische bewijzen voor observationeel leren. ‘Tegenwoordig weten we van het bestaan van zogenaamde spiegelneuronen,’ zegt Van Gog. ‘Als we een handeling zien uitgevoerd worden, worden dezelfde hersengebieden actief als wanneer we de handeling zelf uitvoeren. Je krijgt dus een mentale stimulatie door een handeling te zien en je wordt aangezet om hem zelf uit te voeren. Daarom is leren met video zo effectief.’
In het huidige tijdperk van online video zijn die mogelijkheden gegroeid. ‘Je kunt leren wat je maar wilt, van experts van over de hele wereld. Leren door iets na te doen is dus een beproefd principe, maar de schaal waarop het tegenwoordig gebeurt is uniek.’ 
Make-up
Online leer je een telefoon te repareren, origami of verband aanleggen, maar veruit het grootste deel van de video tutorials gaat over schoonheid. Beautybloggers vergaren duizenden volgers met filmpjes waarin ze lippenstiften uitproberen of laten zien hoe je je haar opsteekt. ‘Daar zit het hart van de doelgroep van YouTube,’ zegt Dagan Cohen, ‘meisjes van een jaar of vijftien die onderwezen worden door iets oudere meisjes.’
Serena Verbon (30) is zo iemand. Zes jaar geleden zette ze een filmpje online over een lipproduct, tegenwoordig wordt haar website beautylab.nl maandelijks ruim 700.000 keer bezocht. Ze deelt filmpjes over hoe ze haar make-up en haar doet, maar ook recepten, projecten om je huis op te leuken en het vlechten van loombandjes. ‘Een van mijn loom tutorials is al 150.000 keer bekeken, mijn filmpjes in totaal al miljoenen keren. Ik word ook vaak herkend op straat. Dan zegt iemand bijvoorbeeld: “ik heb je witte chocoladetaart gemaakt.”’
Verbon leert de handigheden door zelf van alles uit te proberen. ‘Ik hou van experimenteren. De meeste mensen niet, die zijn lui en moet je dingen voorkauwen. Dat geeft niet, maar ik vind het leuk om zelf dingen uit te vogelen. Ik krijg ook veel verzoekjes om iets voor te doen. Als ik bijvoorbeeld een make-upfilmpje heb geplaatst en mijn haar zit mooi, dan vragen mensen hoe ik dat gedaan heb.’
Als Verbon een filmpje maakt, verplaatst ze zich in haar kijkers. ‘Als ik een tutorial maak let ik erop dat het beeld scherp is, het licht goed en ik zorg dat ik duidelijk en rustig praat. Ik doe veel close-ups, zodat je goed kunt zien wat ik aan het doen ben. Dan kijk ik het terug met in mijn achterhoofd de vraag: als ik een enorme kneus zou zijn, zou ik het dan snappen? Of ik vraag aan mijn moeder of mijn nichtjes of ze het begrijpen.’
Werkgeheugen
Met die aanpak heeft de beautyblogster het goed begrepen, aldus hoogleraar Van Gog. ‘We doen op dit moment veel onderzoek naar welke vorm van videoleren het effectiefst is. Er zijn een paar algemene principes waarvan we weten dat ze goed werken. Zo moet de handeling goed in beeld zijn en het tempo niet te hoog. Wat ook werkt is segmentatie: een pauze na elke stap. Leren vergt namelijk heel veel van je werkgeheugen, wat maar een beperkte hoeveelheid informatie voor een beperkte tijd kan opslaan. Als je veel stappen achter elkaar ziet, raakt het werkgeheugen overbelast. Daarom is het ook zo handig dat je een video gewoon op pauze kan zetten. Ook belangrijk is om de juiste cues te geven, goede aanwijzingen. Als je bijvoorbeeld zegt: “ik pak nu deze borstel”, moet je die ook echt even laten zien.’
Van Gog en haar collega’s vragen zich nog af of het goed is als de persoon die de handeling verricht helemaal in beeld is, of maar voor een deel. ‘Een gezicht is een aandachtsmagneet, en ook kleding of oorbellen kunnen afleiden van wat je moet leren. Aan de andere kant helpt het misschien om een sociale situatie op te roepen. Daar doen we nu onderzoek naar.’
Twerken
Beautyblogger Verbon probeerde te leren twerken met een videofilmpje, maar dat was geen succes. ‘Dat zit blijkbaar niet in mijn bloed. Maar ik heb wel zelf de verwarmingsketel ontlucht toen ik eens koud water had. Het lukte dankzij een video, daar was ik heel trots op. Anders had ik daarvoor een monteur gebeld.’
Worden we nu ook echt handiger dankzij al het beschikbare videomateriaal? Misschien wel, denkt Dagan Cohen. ‘Online video raakt steeds meer geïntegreerd in het dagelijks leven. Mensen blijven hun leven lang proberen zichzelf te verbeteren op allerlei vlakken, fysiek en mentaal. In deze maatschappij waarin iedereen een kleine zelfstandige is, is het ook belangrijk om steeds breder inzetbaar te zijn, dus mensen moeten meerdere vaardigheden ontwikkelen. En dat kan met dit soort video’s gemakkelijk.’ 
‘Het scala van mogelijke vaardigheden is dankzij die video’s enorm toegenomen,’ zegt hoogleraar Van Gog. ‘Maar je kunt je tijd maar één keer besteden. Hoewel er steeds meer how to-video’s zijn, komen er ook steeds meer filmpjes van vallende katten. Die zijn ook aantrekkelijk om te kijken, in plaats van bijvoorbeeld oefenen met timmeren. Een vaardigheid echt goed verwerven kost veel tijd en oefening, dat blijft een beperking.’
‘Wij constateren dat de gemiddelde Nederlander steeds onhandiger wordt en/of minder zin heeft om zelf klussen in huis te doen,’ horen we zelfs van Charles Verhoef van Zelfstandigen Bouw, dienstverlener voor zzp’ers in bouw, hout en techniek. ‘Daardoor hebben vakmensen eerder meer dan minder werk in de particuliere sector.’
De vakman hoeft dus niet te vrezen van de handige doe-het-zelver. Beautyblogger Verbon: ‘Ik heb weleens mijn haar zelf in laagjes geknipt, daar heb ik ook een video van. Maar naar de kapper gaan is ook een verwenmoment. En je kunt wel zelf je band plakken, maar je fiets even naar de fietsenmaker brengen en later weer ophalen is toch makkelijker. Ik kijk ook naar kook- en make-overprogramma’s. Die zijn gewoon leuk om te kijken, je hoeft ze niet per se na te doen.’

Laptopreparatie

Met frisse tegenzin begon ik aan dit project. Mijn Dell-laptop hield het nog geen kwartier vol zonder gloeiend heet te worden, een orkaan aan geluid te produceren en soms, zonder waarschuwing maar met een onmiskenbaar gevoel voor drama, te imploderen. In het nasmeulende zwarte beeldscherm ontwaarde ik dan mijn eigen weerspiegelde gefrustreerde gezicht.
Ik had al overwogen om gewoon een nieuwe laptop aan te schaffen. Toch vond ik dat wat al te makkelijk, zeker toen er op de VPRO Gids-redactie een storm aan Do It Yourself-bedrijvigheid opstak. En wat bleek: volgens meerdere YouTube-filmpjes was mijn probleem vrij simpel op te lossen. Gewoon even stofzuigen. Stofzuigen!

Daar gaan we. Na de schroevendraaier in een van mijn twee linkerhanden te hebben genomen, begint het schatgraven. Ik krijg de smaak te pakken: ik wil dieper, ik wil meer. Al snel wordt duidelijk waar het hartfalen vandaan komt: een dikke laag stof verstopt de radiator die voor verkoeling moet zorgen. Vanuit allerlei hoeken en standen probeer ik er met de stofzuiger bij te komen, en warempel: het lijkt te helpen. Het in elkaar zetten gaat ook al makkelijker dan verwacht. Even spannend is het wel, maar de laptop start op alsof hij niet net nog in tientallen stukken lag. En nog beter: tevreden spint hij er op los, zonder opvliegers, zonder lawaai, en zonder onaangekondigd staken. Hoera!  (Jasper Veenstra)

muziek in groente

Niet alle Do It Yourself-video’s zijn even serieus te nemen, en dat geldt zeker voor de handvol filmpjes waarin mensen muziekinstrumenten maken van groenten. Neem het Wiener Vegetable Orchestra, dat symfonische hoogtepunten produceert met allerlei groenvoer. Het is grappige muziek, maar hoe ze het doen weet ik niet, want mijn eerste gefluit op groenten gaat op alle vlakken mis. 
De eerste instructies in de video ‘How to Make a Carrot Recorder Ocarina’, uithollen en gaatjes boren, zijn niet moeilijk, maar de wortels sneuvelen bij de laatste stappen. Het mondstuk breekt twee keer open door het onhandige basismateriaal. Het derde exemplaar blijft intact, maar maakt geen geluid. Het eindresultaat brengt slechts gesis voort. Dan maar het filmpje ‘How to Produce Vegetable Instruments’. Helaas produceert de komkommer-paprikatrompet ook geen geluid, maar slechts rondvliegend speeksel. En dan vergeet ik nog bijna de rotzooi die de fabricage van groente-instrumenten oplevert. Vooral de komkommer produceert liters groentebocht.
Mijn kleding ruikt nog lang naar een gezonde smoothie en het werkkarton is permanent oranje en groen gekleurd. Naast het jammerlijk falen van het project, is het niet eens de goedkoopste optie: de kosten zijn pakweg vijf euro voor de groenten en tien euro voor de benodigde boortjes. Een tweedehands blokfluit vind je op Marktplaats voor een tientje. En daar komt geluid uit. (Theodoor Steen)

0!=1

1987 was het laatste jaar waarin wiskunde op de middelbare school geen verplicht eindexamenvak was. Des te meer reden om te slagen, aangezien niemand mij kon vertellen wat er zou gebeuren wanneer ik zou zakken. Terug naar de vierde om drie jaar wiskunde in te halen? Of beter nog, terug naar de eerste klas en de oorsprong van de totale verwarring, om zes jaar wiskunde in te halen? Een wiskundige zou me ongetwijfeld kunnen vertellen wat de snelste route naar het eindpunt was.
Wiskundelessen die je kunt pauzeren. Zo adverteert de WiskundeAcademie op YouTube een les over de stelling van Pythagoras aan en de docent begint te vertellen over wie Pythagoras ‘eigenlijk’ was. Ja, daar gaan we alweer. Binnen de kortste keren zit ik uit het raam te staren. In real life werden dat soort momenten doorbroken door door de lucht vliegende krijtjes, bordenwissers en op het eind hele multomappen. Maar toen waren we ook echt aan het eind.
Nee, dan de mensen van Numperphile. Een prachtige verzameling wiskundigen, met een fascinatie voor getallen. Niet alleen dat, ze kunnen mooi vertellen en wat opvallend is, het woord funny duikt regelmatig op in hun uitleg. Wiskunde kan ‘funny’ zijn. Als je het begrijpt. Ik bekijk een willekeurige video waarin de aan Cambridge verbonden wiskundige James Grime uitlegt waarom de faculteit van 0 (nul) 1 (één) is. Grime is een olijkerd en zijn viltstift gaat razendsnel over het stuk pakpapier. Maar hij is goed te volgen en zijn cijfers ook. Helaas wil hij daarna laten zien dat het bewijs ook nog op een andere manier geleverd kan worden en haalt hij drie muntjes uit zijn portemonnee. De wiskundige en het fysieke bewijs. Drie muntjes kun je op zes manieren ordenen, twee muntjes op twee, een muntje op een. En dan zegt hij ‘this is where it gets a little philopsophical.’ Er is één manier om geen muntje te ordenen. Ik ga terug naar de eerste. (Hugo Blom)

Het geheim van de Indiase toonladder

Het valt nog niet mee. Sa, Re, Ga, galmen we door het huis, Ma, Pa, dha, Ni, Sa. Vooral dha is lastig, want daarin zit een trillertje. Vraag niet waarom – dit zijn de geheimen van de Indiase toonladder of thaat, die we onder de knie proberen te krijgen in een serie video’s over de beginselen van de klassieke vocale Hindoestaanse muziek. Waarom? Omdat het kan. Ook op gebied van zang is er van alles te leren op YouTube en dit is weer eens wat anders dan belten zoals Beyoncé of vibreren als Callas. 
Het YouTubekanaal MeetKalakar, ‘online school of performing arts’, biedt muziek­les, zangles en devotional programs. Die slaan we even over. De inleiding klassieke zang belooft het zó aan te pakken ‘dat leren gemakkelijk wordt’. Ja ja. Les 1 introduceert de thaat of swara, waarop de raga’s zijn gebaseerd waarmee bijvoorbeeld Ravi Shankar zo beroemd werd. Het begint er al mee dat een thaat geen toonladder is, maar een serie intervallen, net zoals onze kerkintervallen, en niet bestaat uit acht, maar zeven klanken. Elke toon kan dienen als grondtoon. Klinkt vrij saai, maar moet u eens opletten. In aflevering vier wordt al gegalmd dat het een aard heeft. En het vele loopjes zingen is echt nodig om een beetje gevoel te krijgen voor het Indiase. Dat lukt best, denken we. Of de buren dat ook vinden, blijft ongewis.
(Ilse van der Velden)

tot slot een recept met een speciaal ingredient...

Italian recipe from RRRR Productions on Vimeo.

© Rogier Roeters