Een vader treitert en slaat zijn zoon zonder aanleiding, hij vernedert hem door hem een bastaard te noemen. Hij verdrinkt de hond van de jongen, die het dier aan de oever van de rivier vindt en in een weiland begraaft.

Een vader treitert en slaat zijn zoon zonder aanleiding, hij vernedert hem door hem een bastaard te noemen. Hij verdrinkt de hond van de jongen, die het dier aan de oever van de rivier vindt en in een weiland begraaft. De zoon gaat op boksles om zijn vader te weerstaan. Hij heeft succes, maar dat is niet genoeg, hij wil weten waarom zijn vader dit heeft gedaan. Zo komt hij bij het dna-programma van de NCRV, die het voor hem uitzoekt. Het merkwaardige is dat men balanceert op de grens van aanvaarding en weerstand. De zin die je het vaakst hoort: wat de uitslag ook is, hij blijft mijn vader. Het is kennelijk mogelijk dat je het vaderschap verdient, laten we zeggen dat de cultuur het wint van de natuur. Je bent je hele leven onder zijn invloed geweest, hij heeft je geslagen en hij heeft je geleerd dat voetbal een prachtig spel is. Na zijn dood wil je via het dna wel eens weten wat je nu eigenlijk met hem te maken hebt. Wat de uitslag ook is, hij blijft je vader, je hebt de regie nu zelf in handen. Bij de jongen met de verdronken hond is de grens gepasseerd, die is dolblij als hij hoort dat zijn vader zijn vader niet is. Hij huilt voor de televisie en vertelt erbij dat dat nog nooit gebeurd is.