Voor de oorlog (WO II) ben ik twee keer met een vliegtuig naar Texel geweest. Een lijndienst vanaf Schiphol, een geribbeld vliegtuig. Er zijn foto’s dat ik op een houten vlonder op het strand zit.

Voor de oorlog (WO II) ben ik twee keer met een vliegtuig naar Texel geweest. Een lijndienst vanaf Schiphol, een geribbeld vliegtuig. Er zijn foto’s dat ik op een houten vlonder op het strand zit. De foto is meer dan zeventig jaar oud, maar het strand en de vlonder maken geen ouderwetse indruk, de zee houdt grote veranderingen tegen. De zee, de woestijn en het hooggebergte, daar doe je weinig aan. Omdat ik deze foto’s nog bezit, kijk ik wel eens naar een aflevering van Het eilandgevoel. Dat schijnt te bestaan. Gewone, anonieme mensen vertellen iets over dat gevoel. Maar in de laatste aflevering was daar onverwacht Jan Mulder, een ongewone en zeer bekende man. Hij was nooit op Schiermonnikoog geweest en werd voor deze eerste keer dan ook maar meteen gebracht door een boot van de reddingsbrigade. Happend naar lucht vertelde hij in de zware wind dat hij niet sentimenteel wilde zijn over de grootheid van de natuur en dat hij helemaal niet in God geloofde. Maar hij ging niet zover als zijn vriend Remco Campert, die de hele wereld wel wilde volplempen met stad. Volgens mij staat de stad voor atheïsme en de onbegrijpelijke natuur voor Godsgeloof. Jan Mulder vergaloppeerde zich op Schiermonnikoog.