Het moment dat de keeper zijn doel verlaat en aan de overkant gaat meespelen – dat moment. Het voetbalspel, gekneveld in regels, theorieën, ruzies en ideeën, houdt het maar tachtig minuten vol.

Het moment dat de keeper zijn doel verlaat en aan de overkant gaat meespelen – dat moment. Het voetbalspel, gekneveld in regels, theorieën, ruzies en ideeën, houdt het maar tachtig minuten vol.

De laatste tien minuten is alles vergeten. Dan staan ze alle 22 in het doelgebied van de
bijna-winnaar en worden de bakens regelmatig al schoppend en tierend verzet. Dat zijn de minuten van de ware aard, het magma, de regelloze kolking van de vulkaan.

Niemand kan precies zien wat er gebeurt op die paar vierkante meter – de spelers, de scheidsrechter, de toeschouwers, iedereen is in verwarring, slachtoffer van willekeur. De verfijnde camera’s, tientallen, moeten het werk doen, wij zijn met miljoenen voor de televisie als blinden zonder hond of stok.

Ik ben altijd over mijn toeren door dat moment van verlating, de lege doelmond, het verraad van de laatste veiligheid. Omdat ik bij elk wereldkampioenschap opnieuw moet beginnen, bedenk ik iedere vier jaar dezelfde nieuwe regel: de keeper mag zijn gebied nooit verlaten, hij is de laatste strohalm.

Het belangrijkste spel op aarde mag nooit doelloos zijn.