donderdag 12 maart 2015

Jeroen Pauw kondigt aan dat hij met Martin Simek over zijn toneelstuk Enkelspel gaat praten. Maar aan het slot van hun gesprek blijkt...

Jeroen Pauw kondigt aan dat hij met Martin Simek over zijn toneelstuk Enkelspel gaat praten. Maar aan het slot van hun gesprek blijkt dat ze over alles behalve het toneelstuk hebben gepraat. Simek heeft een houten racket meegenomen uit de tijd dat men nog met kattendarmen werkte. Pauw herkent het, hij heeft ook nog een blauwe maandag getennist, ik herken het ook. Kattendarmen kunnen niet zo hard gespannen worden als het moderne synthetische materiaal. Aan de hand van deze vergelijking legt hij uit hoe hard onze tijd is geworden. Hij gaat even staan om het verschil tussen de vrouwelijke en de mannelijke slag te demonstreren. Omdat hij begrijpt dat het pathetische zwaaien met het racket tot ongelukken kan leiden doet hij het met zijn handen. Hij toont ons het aanvallende gebaar van de man, en het ontvangende van de vrouw.

Terwijl hij bezig is en iedereen zijn hart vasthoudt, behoedt de schrijfster Heleen van Royen hem voor vallen. Ze zit achter hem op een stoel en legt haar twee handen op zijn rug om hem te waarschuwen voor het afstapje. Hij draait zich om en zegt dat ze een lieve vrouw is. Iedereen zucht van verrukking uit begrip voor de zachte, empathische tijd waarin wij leven.