Ik moet bekennen dat ik wel eens neutraal/positieve gevoelens heb voor Geert Wilders.

Dat gebeurde bijvoorbeeld toen ik een artikel las over het leven van de Vlaamse dagboekschrijver Jan Foster. Jan Foster noemde het leven in Antwerpen en in de stad in het algemeen l’enfer, en raadde iedereen aan om naar het platteland te verhuizen. Ik woonde in Amsterdam en volgde zijn raad op. Ik heb inderdaad geen last van burenruzies en de kans dat ik vermoord word is ook kleiner dan in de hoofdstad. Toch heb ik nog wel contact met het echte, woelige leven. Ik heb vorige week een brief ontvangen van een mij onbekende televisiekijkster die waarschijnlijk ook de VPRO Gids leest, waarom zou ze me anders schrijven? Ze werkt bij een aanmeldcentrum voor asielzoekers, ze spreekt Turks en Arabisch. Ze maakt daar wat mee, dat kun je wel zeggen.
Het verhaal dat ze vertelt komt me bekend voor, ik heb in de jaren tachtig voor klassen vol reguliere Turken gestaan, en daar zat nu en dan ook wel eens een Koerd tussen. Soms merkte ik iets van de bijzondere verhoudingen tussen bevolkingsgroepen, maar mijn kennis was zo dun als modern natuurijs. Tegelijk met haar brief las ik over Jan Foster (1883-1924). Die was samen met een miljoen landgenoten bij het uitbreken van de Grote Oorlog naar het neutrale Nederland gevlucht en na vier jaar weer teruggekeerd naar Antwerpen. In 1924 kwam hij onder de tram. Zijn erfgenamen konden de zware eikenhouten kist niet openen omdat het slot van eerste kwaliteit was en de sleutel zoek. Het duurde tot het eind van de twintigste eeuw dat de kist zijn geheim prijsgaf. Jan Foster ging tijdens de laatste twintig jaar van zijn leven in de wintermaanden ’s nachts de straat op en vermoordde dan eenzame voetgangers. Omdat hij ongewoon intelligent was, werd hij nooit gepakt. Het totale aantal slachtoffers bedroeg tweehonderd-en-een. Ik dacht aan Wilders toen ik las dat de Belgische moordenaar tijdens zijn verblijf in ons land gewoon was doorgegaan met moorden: elf Amsterdammers en acht Hagenaars. Dat had misschien voorkomen kunnen worden als de vluchtelingen bij de grens zorgvuldig ondervraagd waren bij het aanmeldcentrum voor asielzoekers.