In Hollandse zaken waren werkelozen uitgenodigd die wel vaak solliciteerden, maar toch geen werk vonden. Er waren nogal wat managers bij.

De interviewer vroeg of ze zich schaamden voor hun werkloosheid. Het antwoord was vaker ja dan nee. Ik keek en luisterde niet alleen, ik reageerde ook. Over de schaamte zei ik binnensmonds: waarvoor zou je je moeten schamen? Zelf ben ik ook enige jaren werkloos geweest, en ik kan me niet herinneren dat ik me schaamde. Ik incasseerde een uitkering en solliciteerde regelmatig. De negatieve reacties op de sollicitaties meldde ik zoals voorgeschreven op tijd bij de uitkeringsinstantie. Ik moet toegeven dat ik verder niet erg op de hoogte was van de situatie waarin ik verzeild was geraakt. De werkelozen bij Hollandse zaken hadden veel kennis van zaken en waren ook veel verontwaardigder dan ik toentertijd. Er was zelfs een dame bij die een boek had geschreven over haar lot. Zelf ben ik weer aan het werk geraakt na een gesprek met een onderwijsinspecteur. Hij had weliswaar opvattingen over onderwijs die niet de mijne waren, maar die stak ik in dit geval onder stoelen of banken. Mij had namelijk het bericht bereikt dat ik niet tot mijn dood zou worden gesteund, maar dat ik op een gegeven moment mijn huis zou moeten opeten. Dat was een onverwacht spookbeeld – water in de wijn dus. De inspecteur vond mij een redelijk persoon, omdat ik zijn meningen deelde, en ik bleef mijn uitkering houden onder de naam ‘loon’. Wat de schaamte aangaat, ik denk dat ik me niet schaamde, omdat de mensen met wie ik omging dat niet van mij verwachtten.
Het programma bevatte ook nog een primeur. Een deelnemer die al talloze sollicitatiebrieven had verstuurd, had ook nog een serie brieven geschreven aan volksvertegenwoordigers en leden van de regering. En juist op de ochtend van de uitzending had hij een persoonlijk antwoord van de minister-president ontvangen. Die moedigde hem aan te blijven solliciteren. Daar was hij zo verontwaardigd over dat hij besloten had hier niet op te reageren. Ik vroeg me af wat ik hem geschreven zou hebben als minister-president.
Later op de avond zag ik hoe in Turkije ambtenaren, politiemensen en leraren hun ontslag krijgen. Een ongepaste vergelijking die zich spontaan bij me aandiende en te laat werd onderdrukt.