De koperen ketel met de grote oren is gestolen. De planten zijn eruit gegooid, de ketel is weg.

Ik herinner me het gevoel van onveiligheid, het gebeurde op mijn eigen terrein, de dief was een dubbele grens gepasseerd, ik had het kunnen zien als ik voor het raam had gestaan. Het is veertig jaar geleden, ik denk er eigenlijk nooit meer aan, het is een weggesleten incident. Tenminste, tot ik gisteren merkte dat de gele step met de grote wielen verdwenen was. De kleinkinderen hadden ermee gereden en hem achtergelaten bij de vuilcontainer die ik gehuurd heb om de levenslang ongemerkt verzamelde rommel weg te gooien. Steeds als ik erlangs reed, dacht ik dat het niet de goede parkeerplaats was, en inderdaad, ineens was hij weg. Misschien had iemand gedacht dat de step klaarstond om in de container gegooid te worden, naast elk stuk afval staat iemand die er belangstelling voor heeft, er bestaat geen afval waar niemand meer naar omkijkt. De mondiale afvalslurf eindigt in het niets, de aarde is voor honderd procent functioneel. De gele step had ik gekocht in een modieuze fietsenwinkel, vijftien jaar geleden. Grote wielen met rode banden, handremmen voor en achter. Soms gebruikte ik hem om naar de brievenbus te rijden. Het postbedrijf had alvast een voorschot op de toekomst genomen (de brief was bijna uitgestorven), ik moest mijn brievenbus aan de openbare weg plaatsen (driehonderd meter lopen of steppen).
Ik dacht aan de dieven, die misschien gehandeld hadden uit Groen-Links-idealisme, zo’n onberispelijke step gooit men toch niet weg. Het waren zeker geen lui die ik hufters zou noemen, dat modewoord is komen bovendrijven voor populistische automobilisten die door rood rijden, zich niet aan de snelheidslimiet houden en, het ergste van alles, bumperkleven.
Laatst zag ik Jan Roos in een praatprogramma van de EO. Zijn rijstijl ken ik niet, maar ik zou hem toch wel een hufter willen noemen. Hij legde op hoge toon uit dat alleen het openbaar onderwijs geld mag ontvangen van de overheid, en dat christenen en islamieten het zelf moeten financieren. Hij maakte er een mooi nummer van, ik moest een paar keer om hem lachen. Bovendien was ik het met hem eens. Ik zal waarschijnlijk nooit op zijn partij stemmen, maar het woord hufter zal ik voortaan door een zeefje halen.