Bekende Nederlanders die langs een ravijn rijden en angstkreten laten horen. Ze zijn alleen op de wereld, geen mens te bekennen.

Ik ben makkelijk te bedriegen, ik vergeet dat ze gefilmd worden, niet alleen in de auto zelf, ook van grote afstand. Ik zit natuurlijk te kijken in de hoop dat de wagen in het ravijn verdwijnt, daarvoor is dit format bedacht.
Tegelijk zou ik het verschrikkelijk vinden voor de nabestaanden, ook voor mijn ontzetting is dit format bedacht. Toch weet ik dat alles wat ik zie verleden tijd is – de producent, de regisseur en de gretige chauffeurs zitten ongedeerd thuis, alle angst is verdwenen. Ik heb alleen fragmenten van deze programma’s gezien, vanwege mijn onrustige kijkgedrag. Om nu eindelijk eens een evenwichtige indruk te krijgen, heb ik een recente aflevering van De gevaarlijkste wegen van A tot Z bekeken.

Het begint al goed: ik ken de Bekende Nederlanders niet. De vrouw is kunstschilder, de man acteur, ik heb het idee dat ze elkaar ook nauwelijks kennen. Ze rijden dagen over zeer slechte wegen in Argentinië, hun einddoel is de plaats waar het land ooit zijn zelfstandigheid heeft uitgeroepen. De bedoeling is dat de kijker een beeld krijgt van de kunstschilder en de acteur. Het begint al goed, bij de eerste stop op een parkeerplaats aan het ravijn stappen ze uit en lopen wat onwennig naar de rand. De vrouw vraagt zich af of dit misschien de ideale plaats is om iemand te vermoorden, je geeft hem een zetje en niemand vindt hem ooit terug, je hebt de perfecte misdaad gepleegd.

De acteur vertelt dat de Romeinen gezamenlijk poepten in één grote ruimte, hij zou willen dat zoiets in onze cultuur ook mogelijk was. De vrouw is weduwe, haar man was erg dominant, maar dat is de halve waarheid, zij had hem tenslotte zelf gekozen. De acteur heeft al vier jaar een vriendin, maar ze wonen niet samen, hij woont samen met zijn broer in het huis dat hij op zijn achttiende jaar gekocht heeft.

Ik moet bekennen dat de opzet van dit programma wel aan mij besteed is. Ik ken een Chinees van mijn leeftijd die ik alleen ontmoet in de supermarkt, hij beschouwt zich als ‘een deskundige van het dagelijks leven.’ Hij legt verder niets uit, hij glimlacht zoals een Chinees dat kan.
De hoofdmoot van het Argentijnse reisverslag blijft overigens het schreeuwen van de vrouw. Als het echt gebeurt op herkenbare rampplaatsen heb ik er geen bezwaar tegen, maar ze doet het ook op onbenullige zandheuvels waar de auto alleen maar vast kan raken en niemand in gevaar is.
Dit getuigt toch van minachting voor het kijkerspubliek.