Politici wordt vaak verweten 'factfree politics' te bedrijven. Ook columnisten kunnen er wat van, logischerwijs vooral columnisten die dicht bij de politiek staan.

Politici wordt vaak verweten factfree politics te bedrijven. Ook columnisten kunnen er wat van, logischerwijs vooral columnisten die dicht bij de politiek staan. Zo schreef Derk Jan Eppink in de Volkskrant dat de CSU ‘een nationalistische toon’ zou hebben aangeslagen in Beieren. Nu heeft de heer Eppink eerder aangegeven het verschil tussen de opstand in het getto van Warschau en de opstand in Warschau niet te kennen, dus misschien hebben we te maken met onwetendheid, maar het onderscheid tussen onwetendheid en kwaadaardigheid is flinterdun.
De Süddeutsche Zeitung schreef over de overwinning van de csu bij de verkiezingen in Beieren: ‘Die CSU schaffte sich eine nicht für möglich gehaltene Rückkehr an die Macht, dadurch, dass sich Seehofer in fröhlicher Wilderei Themen der Opposition zu eigen machte.
Themen der Opposition, dat waren vooral de thema’s van de Grünen, die kort na de catastrofe in de Japanse kerncentrale hoogtijdagen in de opiniepeilingen beleefden, nog afgezien van het feit dat nationalisme in Beieren veeleer regionalisme is. Goed, de csu wilde graag een tolsysteem voor niet-Duitse auto’s die van de Autobahn gebruikmaken, maar dat was een thema dat bij de verkiezingen in Beieren geen rol speelde, en of dat nationalisme genoemd mag worden is twijfelachtig.
In het geval van Eppink lijkt ideologie de interpretatie van het feit te kleuren, wat tot een dubieuze interpretatie leidt. Grosso modo is dat de valstrik waarin de politiek gevangen zit; uitsluitend de presentatie van de feiten telt. Goed nieuws of slecht nieuws is een kwestie van de juiste presentatie van de cijfers. Als je maar lang genoeg aan die presentatie knutselt, dan verdwijnen de cijfers op een gegeven moment vanzelf. Iemand als Paul Krugman klaagt al enige tijd over het feit dat debatten in Amerika, met name die over de gezondheidszorg, spookdebatten zijn geworden.
Moeten we het politieke debat dus als een vorm van fictie beschouwen? Fictie die nu en dan ingrijpt in de werkelijkheid? (Waarbij moet worden aangetekend dat het debat zelf en de manier waarop de politici in de werkelijkheid ingrijpen los van elkaar staan.)
Het politieke debat als fictie lijkt mij aanleiding voor een zinnig debat. Ik zal beginnen: bestaat Derk Jan Eppink echt?