Zo rond een uur of drie in de middag kreeg ik een e-mail van een dame die ik de nacht ervoor om twee uur nog in een restaurant had zien zitten. ‘De engel van de nacht is wakker geworden,’ schreef ze.

Zo rond een uur of drie in de middag kreeg ik een e-mail van een dame die ik de nacht ervoor om twee uur nog in een restaurant had zien zitten. ‘De engel van de nacht is wakker geworden,’ schreef ze.
Om direct misverstanden te voorkomen, met deze dame heb ik geen seksuele relatie, ze was mij door een literair festival in Berlijn toegewezen als ‘beschermengel’. Alle schrijvers die deelnamen aan het festival hadden een beschermengel toegewezen gekregen. Sommige schrijvers stelden daar geen prijs op. Ik vond het wel een aardige geste, het komt niet vaak voor dat je dit bericht krijgt: ‘Wij hebben een beschermengel voor je gevonden.’ Maar daar gaat het me nu niet om.
Kennelijk had mijn ‘beschermengel’ met een onbezwaard gemoed tot drie uur liggen slapen op een doordeweekse dag. Het wekte enige afgunst bij mij op. Ik word al geplaagd door schuldgevoelens als ik tot negen uur blijf liggen.
Mijn beschermengel wekte de indruk dat ze vaker tot drie uur in de middag lag te slapen. Ze was kunstenares en wellicht verdiende ze voldoende om het grootste gedeelte van de dag in bed door te brengen. Voor een niet meer zo heel jonge vrouw – ze was zo oud als ik, en jong kan ik mezelf niet noemen – vond ik dat een prestatie. De beschermengel zette mij aan het denken (is dat ook niet wat beschermengelen moeten doen?)
Tijdens interviews krijg ik vaak de vraag over mijn productiviteit en discipline – een vermoeiende vraag inmiddels – en langzaam drong het tot me door dat mijn beschermengel mij duidelijk wilde maken dat ik alle maatschappelijke eisen van me af moest laten glijden.
Mijn beschermengel wekte de indruk veel te drinken en het zou kunnen dat de katers haar dwongen tot uitslapen, maar zelfs als ik een kater heb, sta ik vroeg op.
Stukje bij beetje zou ik leren onproductief te zijn. Met of zonder kater.