Er was een tijd dat ik veel brieven schreef.

Dwangmatig zou je kunnen zeggen, maar dat ‘dwangmatig’ bevat een onnodig oordeel, onnodige medicalisering; medicalisering is een oordeel, zij het in vermomming.
Zoals bekend kwam vervolgens de fax. Het verschil tussen de brief  en de fax is niet groot.
E-mail heeft mijn correspondentie veranderd, hoewel het natuurlijk moeilijk is na te gaan of het ouder worden misschien niet net zo’n grote invloed heeft gehad op de aard van de correspondentie als het medium zelf.
Sms en whatsapp zijn voor sommige van mijn correspondenten het geliefde medium. Ik vermoed dat we na de liefdesbrief kunnen spreken van de liefdeswhatsapp.
De vraag is hoe we een betrekkelijk vluchtig medium als de whatsapp kunnen documenteren, maar ik ben geen bibliothecaris en allicht kunnen geheime diensten een positieve rol hierbij spelen. ‘Big data’ en het schrijversarchief, een onderwerp waarop te promoveren zou moeten zijn.
Dan bestaan er zoals bekend sms- en whatsappgroepen, heel handig voor iedereen die van plan is een ménage à trois op te zetten. E-mail biedt uiteraard ook die mogelijkheid, maar als ik eerlijk ben zijn whatsapp en sms geschikter voor de ménage à trois dan de e-mail, al was het maar omdat whatsapp en sms meer urgentie uitstralen dan de e-mail.
Wel lijkt het zo te zijn dat men langer over een e-mail nadenkt dan over een sms. Ik weet dat er mensen zijn die dronken allemaal dingen op Facebook zetten en dronken twitteren: pure zelfdestructie.
Echter, de verleiding om in aangeschoten toestand sms’jes te gaan versturen is erg groot. Zo kwam ik onlangs tegen mijn principes in om half acht ’s avonds dronken thuis. Ik had wat gedronken met een Spaanse bankier, die niet alleen veel van bankieren wist, maar ook van drinken.
Thuisgekomen wierp ik mij op het bed en belandde in een sms-correspondentie, die misschien niet voor het nageslacht bewaard hoeft te worden.
De laatste tijd betrap ik mij tijdens het sms’en steeds vaker op de gedachte: weer een bericht dat mijn biograaf niet zal lezen. Met milde weemoed, en ook iets van leedvermaak.