Een korte verhandeling over afspraken.

  1. Wie afspreekt met een vriend te gaan eten, maar een paar uur van tevoren afzegt, hoeft doorgaans niet te vrezen voor de consequenties. Een contract gaat uit van wederzijdse verplichtingen, afspraken gaan uit van wederzijdse intenties.
     
  2. Wie regelmatig afspraken niet nakomt, kan een reputatie van onbetrouwbaarheid opbouwen. X beweert wel dat hij met je wil eten, maar hij komt nooit opdagen. Sommige mensen profiteren van de reputatie van onbetrouwbaarheid, omdat het ten goede zou komen aan hun charme, maar zij zijn de uitzondering. Meestal willen mensen weten waar ze aan toe zijn. Hun verlangen naar onzekerheid is begrensd.
     
  3. In liefdesrelaties wordt het niet nakomen van afspraken dikwijls persoonlijk genomen. Het bekende en wat flauwe voorbeeld over vuilnis dat niet buiten is gezet. Als de elektricien of de loodgieter niet komt opdagen, hoef je je niet minder geliefd te voelen, maar als je partner niet komt opdagen kan je het gevoel bekruipen dat er iets mis is met de liefde. Of dat je partner een auto-ongeluk heeft gehad. De fantasie, die alle angst altijd ook is, is onthullend.
     
  4. Over al te vanzelfsprekende dingen hoeven geen afspraken te worden gemaakt. ‘Laten we afspreken dat je de volgende keer als we gaan eten niet met een vork in mijn arm prikt.’ Die afspraak is alleen nuttig als er in het verleden met een vork in de arm is geprikt.
     
  5. Met kinderen worden allerlei afspraken gemaakt, in de hoop het kind te dresseren. Daar verwordt de afspraak al snel tot ruilhandel. ‘Als je nu je bord leeg eet, krijg je straks een ijsje.’ Of zijn alle afspraken variaties op ruilhandel? Voor huisdieren geldt iets soortgelijks. Afspraken worden immers niet alleen gemaakt tussen mensen, maar ook tussen mens en dier.
     
  6. De liefde die doorgaans spontaan begint, wordt na verloop van tijd een ritueel. Dat hoeft niet negatief te zijn. Men is niet verbaasd zijn partner thuis aan te treffen, tenzij men aan geheugenverlies lijdt. De afspraak is dat zij/hij er is.
     
  7. Zodra liefde een afspraak wordt, begint het machtsspel.