Toen mijn petekind tijdens het snowboarden was gevallen, belandde ik met hem op de eerste hulp van een ziekenhuis in een Zwitsers skioord.

De blessure had erger kunnen zijn; zijn moeder en ik vreesden slechts voor een gebroken duim.
De inschrijving verliep vlekkeloos. Een dame gaf me een formulier en vroeg of ik het liever in het Duits of Engels wilde invullen. Nog geen tien minuten later was mijn petekind aan de beurt.
Ik ging met hem mee om te vertalen. Een coassistent deed wat onderzoekjes. Hij drukte op de hand van mijn petekind om na te gaan waar zich het centrum van de pijn bevond.
Aan de andere kant van het gordijn werd op dat moment een aan zijn stem te horen oudere heer onderzocht. Hij was niet gevallen tijdens het skiën of snowboarden maar had een chronische hoofdpijn ontwikkeld na fysiotherapie.
Ik houd veel van mijn petekind, maar eerlijk gezegd vond ik wat er aan de andere kant van het gordijn gebeurde interessanter.
‘Wat is er precies gebeurd?’ vroeg de co- assistent achter het gordijn.
‘De fysiotherapeut heeft geprobeerd mijn hoofd van mijn lichaam te trekken,’ zei de oude man. Het was duidelijk dat hij nooit meer naar die fysiotherapeut terug wilde, maar ik had intuïtief toch medelijden met de fysiotherapeut. Soms is er geen oorzaak voor pijn, soms ontstaat pijn heel spontaan. Noodlot, zeg maar.
‘We gaan even foto’s maken,’ zei de coassistent tegen mij. En ik vertaalde het keurig voor mijn petekind.
Ik mocht blijven zitten, terwijl het kind naar de röntgenafdeling werd geleid. De oudere heer vertelde intussen bedeesd hoe de hoofdpijn tot slapeloosheid had geleid.
Op dat moment werd een skiër binnengebracht die kennelijk zo ongelukkig terecht was gekomen dat hij geluiden maakte die ik tot dan toe alleen kende uit oorlogs- films.
‘U mag schreeuwen,’ hoorde ik een verpleegster zeggen, ‘maar u moet gewoon blijven ademen, anders moeten we u slaan.’
Het klonk alsof ze al menig skiër had geslagen, en niet geheel zonder genoegen.
Mijn petekind hield het lang uit op de röntgenafdeling, maar zoals al duidelijk mag zijn, ook zonder hem vermaakte ik me uitstekend op de eerste hulp.