Een korte verhandeling over collega's.

1.     In de strikte zin van het woord heeft een schrijver geen collega’s, maar er zijn natuurlijk mensen die hetzelfde beroep uitoefenen. Het klinkt sympathiek om deze mensen ‘collega’ te noemen, hoewel ze vermoedelijk veelal als concurrent worden ervaren. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven, ook daar is de collega dikwijls de concurrent.
Ik ken een schrijfster die een kleine werkruimte huurde om collega’s te kunnen hebben.

2.     Je zou de mensen in twee groepen kunnen indelen: zij die collega’s hebben en zij die het zonder moeten stellen.

3.     Uiteraard willen werknemers betaald worden voor hun werk, maar je zou kunnen zeggen dat het hebben van collega’s ook een vorm van betaling is: het bedrijf verlost de werknemer uit zijn eenzaamheid.
Deze redenering mag uiteraard geen excuus zijn voor misbruik of uitbuiting van de werknemer.

4.     Men kiest zijn ouders niet en men kiest zijn collega’s niet, al zullen sommige mensen ongetwijfeld gesolliciteerd hebben bij bedrijf X, omdat ze daar zulke leuke collega’s dachten te hebben. Een vriendin van me haatte het bedrijf waar ze werkte, voornamelijk omdat ze de verplichte bedrijfsborrels haatte; ze liet nadrukkelijk doorschemeren dat ze anders dan veel andere werknemers niet verlost hoefde te worden uit haar eenzaamheid. Er zijn dus mensen die zich wensen te verhouden tot andere werknemers zoals zij zich verhouden tot kantoormeubilair. Ook voor deze mensen dient plaats te zijn in het bedrijf. Te veel mensen die goed kunnen samenwerken is slecht voor de werksfeer.

5.     Liefde ontstaat dikwijls tijdens de arbeid. Soms geheim, omdat men thuis al iemand heeft zitten. De meeste bedrijven willen dat relaties worden gemeld  om het productieproces niet in gevaar te brengen. Ervaringsdeskundigen beweren dat als je een relatie begint met een collega, je je werk meeneemt naar huis en je je liefde meeneemt naar het werk, al schijnt dat laatste snel op te houden.

6.     Mensen zeggen soms dat ze van hun hobby hun werk hebben gemaakt. Ik ken niemand die van de liefde zijn werk heeft gemaakt. Misschien bestaan er beroepen die draaien om liefde, ik denk hierbij echter niet aan prostituees.