Een gruwelijk tafereel in de ochtendkrant zet Chris Kijne aan het denken.

Ik wilde deze week eigenlijk over iets anders schrijven. Een geo-politieke beschouwing. Een intelligent bedoelde analyse van een buitenlandpolitiek fenomeen. Een duiding van dit of dat ten bate van een beter begrip van de internationale verhoudingen in het licht van de schuivende wereldpanelen.

Tot ik, in het ochtendblad, deze foto zag.

En krak, daar hing mijn hart, in scherven.

Na ongeveer een minuut verbijsterd te hebben gekeken begon mijn hoofd weer een beetje te werken. En ging zich een idee vormen van een antwoord op de vraag waarom mijn hart brak. Want natuurlijk, een gruwelijk tafereel, maar daar zie ik er eerlijk gezegd wel meer van.

Een vader in Syrië met zijn pas gedode kind in de armen. 

Het beeld – om maar eens dichter bij mijn journalistieke huis te blijven – van collega Peter Greste en zeventien anderen in een kooi in een Egyptische rechtbank.

Maar deze kwam hard aan, op vrijdagmorgen. En de eerste gedachte was dat het kwam door die merkwaardige dansbeweging die de militair maakt terwijl hij bezig is het hoofd van de op de grond liggende jongen tot moes te stampen. Een beweging die ik zo op een podium zie waar één van de danseurs van TPOK-jazz, een van de meest legendarische bands van Afrika, onder de leiding van de onvolprezen Franco, de muziek met van die typisch Afrikaanse danspassen luister bij zet.

Kijk hier maar eens, dit optreden in Utrecht in 1987, vanaf een minuut of tien bijvoorbeeld:

Het zijn passen die ik mijn hele leven al probeer na te doen op de dansvloer. Passen die staan voor alles waarom ik van Afrika hou. De levenslust, de muzikaliteit in het hele leven, de vrijheid van bewegen, de lichamelijkheid, de extase, de erotiek , het sociale.

En hier werd diezelfde vrijheid van bewegen gebruikt om iemand dood te trappen. En het sociale bestond eruit dat een hele groep mensen zich achter dat doodtrappen schaarde en er een gezellig opstootje van maakte. En de extase bepaalde de kracht waarmee de man op de voorgrond aan de hopelijk al dode jongen trok. En de lichamelijkheid zat in dat bizar uitgerekte lichaam van het slachtoffer. En de levenslust werd een dodelijke kracht. Alleen de erotiek en de muziek ontbreken, maar verder is het helemaal Afrika.

Althans, zo ging mijn hoofd verder en begreep weer iets beter wat me zo raakte, althans: dat zou je weer eens kunnen denken. Helemaal Afrika. Waar ze elkaar niet netjes opblazen of doodschieten of met een onbemand raketje van de aardbodem blazen, maar gewoon tot pulp trappen of met hakmessen te lijf gaan. Toch nog net even een iets onbeschaafdere manier van doden dan wij gewend zijn te hanteren. Hé, hoor ik daar het woord primitief alweer?

Langzaam drong het besef door dat precies deze foto weer het cliché zou bevestigen dat er een hoop ellende is in de wereld en dat mensen elkaar veel nare dingen aandoen, maar dat Afrika toch wel de kroon spant. Als het om - ook zo’n woord – dierlijke wreedheid gaat. Het cliché dat zich soms zelfs lijkt te bevestigen wanneer je zelf in Afrika bent. En ziet hoe op een markt een oude vrouw die door een zenuwaandoening geen gevoel in haar huid heeft, door lachende kinderen met kokend water overgoten wordt.

Dan moet een mens, net als bij het zien van deze foto, alle zeilen bijzetten om te blijven begrijpen dat er niets Afrikaans aan is. Dat de waarde van een mensenleven in elke cultuur afneemt naarmate die meer bepaald wordt door te grote tegenstellingen tussen arm en rijk, achterblijvende economische ontwikkeling, gebrekkige scholing , haperende medische en sociale zorg.

Dat onze zogenaamde beschaving voor een deel het gevolg is van welstand.

En dat het ándere deel van onze beschaving in precies dezelfde mate ook in Afrika aanwezig is.

Maar daarvoor moet je héél goed naar Afrika kijken. En dus prijs ik me gelukkig dat wij Koert Lindijer hebben, die zojuist de Lira-correspondentenprijs heeft gekregen voor dertig jaar bovenste-plank-journalistiek vanuit Afrika.

Want dat was wat mijn hoofd tenslotte deed en wat het hart weer heelde: het gesprekje terughalen dat ik met Koert mocht voeren naar aanleiding van die prijs. En waarin hij - die het weten kan - het beter uitlegt dan ik het ooit zal kunnen.

Update: Deze column prikkelde Seada Nourhussen tot een vlammend betoog op Joop.nl, waarop Chris Kijne weer reageerde in deze column.