Een hele generatie Russen voelt zich gekleineerd door het westen. Begrijpelijk, vind Chris Kijne, want in het contact ligt de nadruk helaas niet op mooie dingen als vrijheid en democratie.

Een van de interessantere gesprekken die ik , uit hoofde van mijn dienstverband bij Bureau Buitenland op Radio 1, de afgelopen tijd heb gevoerd, was dat op 20 maart, met Rusland-kenner en militair analist Joris van Bladel. Het was de donderdag waarop de EU en de Verenigde Staten hun sanctiemaatregelen ten opzichte van Poetins Rusland bekend hadden gemaakt, twee dagen na de ronkende speech van Poetin zelf waarmee hij de inlijving van de Krim officieel maakte.

In die speech liet Poetin onder meer zijn frustratie de vrije loop over de manier waarop Rusland zich door het westen de afgelopen tijd ‘genaaid’ voelde. En in het gesprek met Van Bladel duidde deze wat de onderstroom in Rusland is waar Poetin zich op dat moment woordvoerder van maakte. Want hij staat niet alleen in dat gevoel. Een hele generatie Russen, van hoog tot laag, heeft zich de afgelopen decennia sinds de val van de muur vernederd gevoeld door het westen, gekleineerd, overlopen, geminacht , en misbruikt.

Joris van Bladel begrijpt dat gevoel. Ook hij heeft zich al sinds de jaren negentig geërgerd aan het kortzichtige triomfalisme waarmee ‘wij’ de val van het communisme hebben geïnterpreteerd als een overwinning en de manier waarop we daarna niet de samenwerking, maar eerder de overheersing hebben nagestreefd. Een gemiste kans, volgens Van Bladel, waardoor we nu met de gebakken peren zitten. Hij spitste zijn analyse uiteindelijk toe op de rol van de NAVO:

NAVO opheffen

In het kort: na de val van de muur was en een ‘window of opportunity’ om niet alleen het Warschau Pact maar ook de NAVO op te heffen en de integratie van de voormalige Sovjet-Unie in Europa daadwerkelijk vorm te geven. Samenwerken in plaats van confronteren, een soort neutrale zone in midden-Europa in plaats van uitbreiding van de NAVO.

Een lastig idee, vooral wanneer je de geschiedenis van de Midden-Europese landen erbij betrekt. Dat zij, immers eindelijk bevrijd van vijftig jaar Sovjet-overheersing, toen onmiddellijk bescherming zochten onder de NAVO-paraplu, was niet meer dan logisch. Maar misschien hadden we toen toch iets langer moeten nadenken. En misschien was de uitbreiding van de NAVO en de EU ook niet alleen ingegeven door mooie ideeën over het bieden van bescherming en het verspreiden van democratie. Misschien zat er naast een scheutje triomfalisme gedeeltelijk ook wel een andere agenda achter.

Want het gesprek met Van Bladel deed me denken aan aan een eerder interview dat ik voor Tegenlicht maakte met de grote Britse spy-writer John Le Carré. Een man die zich, omdat de hele eerste helft van zijn carrière stoelde op de Koude Oorlog en de spionage-gevechten die zich in dat verband afspeelden, na de Val van de Muur opnieuw moest uitvinden. De nieuwe vijand waar hij zijn pijlen de laatste decennia op heeft gericht is vooral het amalgaam van politiek en bedrijfsleven dat sinds de Reagan-Thatcher-revolutie en zeker sinds het einde van de Koude Oorlog in de wereld de toon heeft aangegeven. En ook hij beschouwde de manier waarop ‘wij’ met dat historische moment zijn omgegaan als misschien wel de grootste teleurstelling van zijn leven:

(Lukt het niet om het fragment af te spelen? Op de site van Tegenlicht lukt het waarschijnlijk wel - het bewuste fragment begint op 17 minuten speeltijd.)

Wat Le Carré betreft is er toen dus een mogelijkheid geweest om, in een - het klinkt een beetje zweverig, maar toch - werkelijke ontmoeting met onze voormalige ideologische tegenstander, en samenwerkend in plaats van overheersend, een nieuwe wereld te bouwen. Een wereld waarin het beste van de twee oude werelden zou zijn samengegaan. En waarin niet hebzucht, zelfverrijking en sociale scheefgroei – de slechtste eigenschappen van ons systeem – de overwinning zouden hebben behaald.

Ik vind het, met alle afkeer die ook ik heb van Poetin in zijn kliek - die immers ook door weinig anders dan hebzucht wordt gedreven - een heel belangrijke gedachte om in het achterhoofd te houden. Want de speech die president Obama op woensdag 27 maart in Brussel hield was prachtig.

En de door hem geroemde waarden van de vrije wereld, bevochten op de Europese slagvelden van de twintigste eeuw, zijn het meer dan waard om verdedigd te worden. Maar het zijn helaas niet de enige waarden die wij van het Westen de wereld hebben gegeven.