Het is officieel: Hillary Clinton wil president worden. Ze gaat het zwaar krijgen, denkt Chris Kijne.

Een van de grappiger tweets tijdens de twitter-tsunami die de bekendmaking van Hillary Clintons kandidatuur voor het presidentschap in 2016 losmaakte , was er een uit het overzicht dat de Washington Post gisteren samenstelde:

Want inderdaad: het leek wel of héél Amerika klaar zat om kennis te nemen van de mededeling waarvan héél Amerika al acht maanden lang wist dat die op een dag zou komen.

Nee, ik ga niet weer het Koningslied citeren.

Maar goed, daar was ze, op zondag 12 april.

En het voordeel van zo’n eindeloos uitgestelde en langdurig aangekondigde aankondiging is, dat iedereen óók klaar zit om er meteen op te reageren.

Dat waren natuurlijk om te beginnen de enige echte collega’s die ze nu heeft, namelijk de twee Republikeinen die zich inmiddels officieel hebben aangemeld voor de Republikeinse voorverkiezingen, de libertaire senator Rand Paul en zijn conservatieve mede-Tea Party-lieveling en collega-senator Ted Cruz. Hun campagnemedewerkers moeten met de hand aan de knop hebben gezeten om online te reageren zodra het Hillary-filmpje er was.

Shoot-out

Prachtig Amerikaans beeld: een klassieke shoot-out, Hillary draws first, maar de anderen reageren zo snel dat ze haar alsnog omleggen in het hoofdstraatje van de bordertown. Er rolt een tumbleweed door het eindshot.

Maar eigenlijk werd ook aan Republikeinse kant meteen duidelijk voor wie Hillary straks – bij gebrek aan tegenstand in eigen kamp, zoals bekend – écht bang moet zijn. Want in plaats van zichzelf afhankelijk te maken van háár agenda, plaatste die andere dynastieke kandidaat Jeb Bush zijn filmpje al op zondagochtend. Daarmee niet alleen vooruitlopend op de aankondiging van Clinton, maar ook op die van zichzelf, want ook Bush heeft zich nog steeds niet officieel kandidaat gesteld.

Nu is dat al behoorlijk postmodern - je zet je als kandidaat online af tegen een kandidaat die nog geen kandidaat is, terwijl je zelf ook nog geen kandidaat bent - maar wat dat betreft vond ik het sterkste staaltje dat er aan de vooravond van Clintons echte aankondiging hier al een ‘making of’ online stond.

En wie dat Saturday Night Live- filmpje bekijkt kan niet anders dan zich afvragen of team Hillary het niet gezien heeft voordat het echte campagnefilmpje online ging. Want de les die ze er daar in leken te willen hameren - probeer de woorden ‘Ik”en ‘Hillary’ te vermijden - lijkt precies het uitgangspunt van het echte filmpje.

Immers: pas op 1 minuut 31 seconden van de 2 minuut 18 die het echte campagnefilmpje duurt, komt Hillary zelf in beeld en dan ook nog eerst met een shot op haar achterhoofd, luisterend naar een gewone Amerikaan.

Dat ze even later, met die rare zin dat ze een kampioen wil zijn, zichzelf onbedoeld toch weer ver boven de huddled masses uit laat stijgen, wordt dan zo ironisch dat je het zelfs bijna niet meer postmodern kan noemen.

grootste probleem

En eigenlijk geeft dat filmpje – en ook wat ik er nu mee doe; het tot op de seconde analyseren – aan wat Hillary’s grootste probleem gaat zijn tussen nu en november 2016. Het geldt natuurlijk tot op zekere hoogte voor iedere kandidaat, maar niemand zal de komende negentien maanden zó onder het vergrootglas worden gelegd als Hillary.

Waarbij één van de beoordelingscriteria zal zijn of ze wel écht is en niet de stijve, geregisseerde, berekenende plastic politica die wij eerder in haar gezien menen te hebben.
Alsof je iemand in een héél groot stampvol stadion, met héél veel supporters van de tegenpartij, in zijn eentje op het podium zet, spotlight er op en dan zegt: ‘Zo, en dan zullen we nu eens kijken of jij lekker jezelf kunt zijn.'

Waarbij er dan ook nog een Mount Everest aan stereotypen en clichés klaar ligt om over je uitgestort te worden, zoals door Rebecca Traister in de New Republic fraai neergezet.

Je zou bijna denken: waar begin je aan.

Dat vraagt ook Volkskrant-correspondent Arie Elshout zich af. En zijn antwoord luidt: ‘Misschien is het de machtsdrang van de Clintons, in combinatie met de verleiding om geschiedenis te schrijven als eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten.’

De gedachte dat zij misschien wérkelijk nog iets wil betekenen voor de Amerikanen, komt niet eens meer op. En dat is maar één van Hillary’s problemen.