Chris Kijne legt uit hoe de marktgedachte in de zorg niet alleen heeft geleid tot minder kwaliteitszorg, maar ook tot een veel dieper maatschappelijk ongenoegen. 'Pijn maakt je hart niet ruimer.'

Ik spreek ook weleens iemand.

Bijvoorbeeld mijn vriendin H., die fysiotherapeut is. Haar praktijk staat in een randstedelijk suburbia, met veel middenklasse, maar ook een stevig bevolkingsdeel dat zich aan de onderste sporten van de sociale ladder vastklampt.

Daar hangen niet in de laatste plaats veel ouderen.

Nu is oud worden doorgaans al geen fysiek feestje, maar dat gehang aan die ladder veroorzaakt veel spier-, bot- en gewrichtsproblemen. En dan komen de niet meer zo kwieke oudjes dus bij H. op de behandeltafel terecht.

handelswaar

De laatste tijd komen er steeds meer bij. Dat komt zo: sinds onze volksvertegenwoordigers hebben besloten dat de gezondheidszorg een markt is, en ons fysiek welbevinden dus handelswaar, bestaat er in de fysiotherapie zoiets als een Pluspraktijk. Vanuit de marktgedachte dat economische druk tot hogere kwaliteit leidt, hebben de zorgverzekeraars een systeem bedacht.  Daarbij krijgen fysiotherapiepraktijken die aan allerlei extra voorwaarden voldoen en zich netjes aan de regeltjes houden extra goede contracten.

Mooi, zou je denken, want het gaat om het leveren van betere kwaliteit gezondheidszorg, dus dat mag best beloond worden.

Not.

Een van de perverse effecten van de Pluspraktijk is dat ze zich onder meer aan de voorwaarde van een door de zorgverzekeraars bedacht maximaal aantal behandelingen moeten houden. Op straffe van het kwijtraken van de Plusstatus en de lucratieve contracten. En dus krijgen veel van de bejaarde ladderhangers na dat maximum te horen dat ze uitbehandeld zijn.

Jammer dat het nog pijn doet. Niks aan te doen, alles voor het Pluscontract.

En dan komen de sukkelende bejaarden vaak bij H. terecht. Die liever wat minder verdient dan mensen met klachten naar huis te sturen. Ze behandelt ze gratis, als het nodig is.

kaalslag

Het is één voorbeeld van de kaalslag die er de afgelopen dertig jaar gepleegd is in onze verzorgingsstaat. Van een maatregel die was bedoeld om overbodige kosten weg te snijden en werd bedacht vanuit een heilig geloof in de onzichtbare hand van Adam Smith. Maar dat bleek een kille klauw die juist de allerzwaksten van onze samenleving de strot afknijpt.

Ik heb het wel eens eerder gezegd, maar ik vrees dat dáár de grootste oorzaak ligt voor bijna alle uitingen van maatschappelijk ongenoegen die we nu meemaken. En ook voor het feit dat niet weinig van de witte klanten die H. noodgedwongen behandelt een steeds grotere hekel aan ‘buitenlanders’ hebben.

Het maakt je hart niet ruimer, pijn.

En inderdaad, H. staat voor Held. Want ze blijft desnoods gratis behandelen, al knijpt ze misschien héél af en toe iets harder dan nodig is.

sluimerend ongenoegen

Maar in die door de marktmaaier kaalgeslagen maatschappelijke akker is sinds het begin van deze eeuw een diepe voor geploegd door fanatici aan beide kanten van het identiteitsdebat. Het discours dat, helaas, de uitkomst van veel Europese verkiezingen dit jaar lijkt te gaan bepalen. Waarbij een sluimerend en terecht ongenoegen over een niet altijd even soepele integratie – niet in de laatste plaats óók een gevolg van jarenlang bezuinigen, op buurt- en jeugdwerk bijvoorbeeld – is uitgefreesd tot een cultuurkloof waar je duizelig van wordt.

Op de bodem zieltoogt solidariteit, al dan niet internationaal.

Van de ene kant spelen de uit een vastgelopen islamitische wereld voortkomende hoofdenhakkers, trekkertrekkers en haatpredikers in op het ongenoegen van generaties jongeren die zich uitgesloten voelen – met overigens opmerkelijk weinig succes, getalsmatig. Van de andere kant gooien de rattenvangers die u wijs willen maken dat dit uw land niet meer is, met graagte olie op hun vuur.

Waardoor twee groepen die politiek gesproken eigenlijk elkaars bondgenoot zouden moeten zijn, nu recht tegenover elkaar staan. Om het ook maar eens zwart-wit te zeggen: de globaliseringsverliezers (€) en slachtoffers van de marktwerking en sociale sloop tegenover de teleurgestelde generaties immigranten.

schijntegenstelling

Juist zij zouden samen de politieke kracht kunnen ontwikkelen om precies die sociaaleconomische factoren aan te pakken die ervoor gezorgd hebben dat ze nu elkaars vijand lijken. Maar het is de volksmenners van beide kanten gelukt om van die schijntegenstelling het hoofdthema van ons politieke debat te maken.

I pity the poor immigrant en ook zijn Nederlandse buren.

Daarom ben ik wél blij met het Centraal Planbureau. Dat licht de partijprogramma’s namelijk door op zaken als inkomensongelijkheid en overheidsuitgaven.

En dat zijn de graadmeters waar het echt om draait.