Al sinds zijn 9e woont de Irakese jongen Pekar Shaban in Nederland. Vandaag wordt hij uitgezet naar een land waar hij nog nooit is geweest. Sunny Bergman vraagt zich af of dat terecht is.

verschrikkelijk tergend onrechtvaardig

Soms kan de Nederlandse wet en bureaucratie zo verschrikkelijk tergend onrechtvaardig zijn. 

In 2003 maakte ik een filmpje over Pekar Shaban, een 11-jarige jongen die twee jaar tevoren met zijn moeder, broertje en zusje uit Irak was gevlucht en in Nederland heen en weer geslingerd werd door een Kafkaëske bureaucratische molen. 

Vandaag wordt Pekar uitgezet, niet naar zijn thuisland Irak, maar naar de Koerdistan Regionale Overheid (KRG) waar hij niemand kent. Pekar groeide op in het Gooi en hij spreekt vloeiend Nederlands. Hij heeft zijn ouders geen gedag kunnen zeggen en zonder bagage of geld wordt hij op het vliegtuig gezet. 

Pekar wordt niet uitgezet naar Irak - dat werkt niet mee aan gedwongen vertrek. Zijn familieleden hebben een Nederlands paspoort. Pekar niet, omdat hij op achttienjarige leeftijd in detentie zat. Hij was veroordeeld wegens afpersing in 2008 en wegens woningoverval in 2010. En de Nederlandse wet Artikel 3.86 lid 1 Vreemdelingenbesluit stelt dat een verblijfsvergunning kan worden afgewezen wegens gevaar voor de openbare orde. 

Nu vraag ik me af: is niet iedereen - in potentie - een gevaar voor de openbare orde?

Sunny Bergman

zo kwetsbaar

Nu vraag ik me af: is niet iedereen- in potentie- een gevaar voor de openbare orde? Want hoe het leven loopt en wanneer geweld opduikt, valt moeilijk te voorspellen. Pekar was in ieder geval overtuigd dat hij zijn criminele verleden uit zijn puberteit achter zich had gelaten. Hij werd vervroegd vrijgelaten wegens goed gedrag en heeft sindsdien een succesvol re-integratietraject doorlopen. Dat heeft de IND ook zelf geconcludeerd, blijkt uit de stukken. 

Zijn re-integratiecoach Daniëlle vertelde me dat hij zeer gemotiveerd is en een grote groei heeft doorgemaakt: ‘Hij gaat zelfs nooit meer stappen. Om eventuele problemen te vermijden.’ 

Voor hij vastgezet werd in vreemdelingendetentie werkte Pekar als kok in een hotel in Nijmegen. Ik lees verklaringen van verslagen vrienden en collega’s die zijn positieve instelling en collegialiteit bewonderen. Zijn baas is ontzet: ‘Dat de rechten van een mens zo kwetsbaar zijn heb ik nooit kunnen geloven. Niet in ons land.’ Zijn moeder mailt me: ‘Ik geloof het nog steeds niet. We zijn kapot!’

nieuwe naam?

Volgens Pekars advocaat S. Thelosen kwam de IND onlangs plots met een nieuwe naam op de proppen. Pekar was volgens de IND geïdentificeerd als de Noord-Irakese Paigar Aso Hassan en daarom kon hij uitgezet worden. Ik vraag de advocaat door wie hij is geïdentificeerd en waarom de KRG Pekars terugkeer op zich neemt.

Thelasen: ‘Het is mij onduidelijk waarom. Ik weet dat er soms geld betaald wordt voor een terugkeerovereenkomst. Hoe dat bij KRG zit weet ik niet. Ik heb gevraagd om inzage te krijgen in stukken over welke autoriteit toestemming heeft gegeven en wie zijn nationaliteit en identiteit met nieuwe naam heeft vastgesteld. Want de Iraakse ambassade zegt dat zijn nationaliteit niet vastgesteld kan worden. Maar die stukken krijg ik niet.’

corrigerende maatregel

Of Pekar nu wel of niet eigenlijk Paigar heet, en wat er ook tussen IND en de KRG achter de schermen bekokstoofd is, duidelijk is dat het recht op falen hem niet is gegund. We hebben blijkbaar een wetgeving waarbij het in theorie mogelijk is dat iemand die hier geboren is, uiteindelijk toch uitgezet kan worden naar een land waar totaal geen binding mee is. Basale mensenrechten zijn er niet voor iedereen. Als voormalig vluchteling krijg je geen tweede kansen. Vooral gezien de erbarmelijke omstandigheden waarin Pekar moest opgroeien, is dat wrang. Hij heeft zijn straf uitgezeten, en wordt nu nogmaals gestraft. 

Let wel: volgens de IND is zijn uitzetting geen straf maar ‘een corrigerende maatregel’. 

meer sunny bij de vpro